‘Bij de uitbraak van ebola zag je het weer. Direct waren er Afrikaanse politici en religieuze leiders die homo’s de schuld gaven’, zegt journalist en Afrikadeskundige Bart Luirink. Vandaag vertelt hij bij het Afrika-Studiecentrum over het boek dat hij met Madeleine Maurick schreef: Homoseksualiteit in Afrika: een gevaarlijke liefde.
‘Het gebeurde lang niet overal, maar je zag wel die reflex weer. Bij een verschrikkelijk drama is men in minder ontwikkelde gebieden nu eenmaal vatbaar voor samenzweringstheorieën, het idee dat er sprake zou zijn van een straf.’ In de vorm van een ziekte dus, of oorlog, een sprinkhanenplaag of ernstige droogte. Volgens andere tegenstanders in Afrika is homoseksualiteit een verschijnsel dat uit het westen is overgewaaid.
‘Dat hebben we willen ontkrachten. Er is wel bewijs dat de anti-homowetgeving juist in de koloniale tijd, vooral vanuit Engeland, naar Afrika is gebracht.’
Over de periode dáárvoor is weinig bekend. ‘Er zijn verschillende studies verricht, maar ik ontkom niet aan de indruk dat sommige antropologen specifiek zoeken naar bewijs voor homoseksualiteit in prekoloniaal Afrika. Over een rotstekening met twee mannen in kennelijke staat van opwinding kun je lang discussiëren, maar ik zou me niet aan uitspraken daarover willen wagen. We weten er te weinig van.’
In de periode na de koloniale tijd kwam de homorechtenbeweging in Zuid-Afrika op in het kielzog van de anti-apartheidsstrijd.
‘In de jaren tachtig kwamen in die strijd mensen naar voren die homoseksueel waren, zoals de activist Simon Nkoli. Hij kwam in de gevangenis uit de kast, wat direct tot discussies leidde met zijn medestrijders. Deels begrijpelijk: zij vreesden dat het door het apartheidsregime tegen hen zou worden gebruikt. Maar de gesprekken die toen tussen de gevangenismuren gevoerd werden, moeten later grote invloed gehad hebben op de invoering van de nieuwe grondwet in 1996.’
Die schreef gelijkheid en vrijheid voor alle Zuid-Afrikanen voor, ook homoseksuelen. Verschillende strijdmakkers van Nkoli bekleedden tegen die tijd belangrijke posities. In 2006 was Zuid-Afrika het eerste Afrikaanse land dat het homohuwelijk erkent. De praktijk beschrijft Luirink echter als ‘ironisch’. ‘Het is vergelijkbaar met de situatie in Brazilië en ook wel in Frankrijk. Aan de ene kant neemt de liberalisering een vlucht, maar er is ook een enorme tegenbeweging. Brazilië heeft de grootste Gay Pride ter wereld, maar nergens is het geweld tegen homo’s zo groot. Honderden worden er per jaar vermoord. In Zuid-Afrika heeft het niet die omvang, maar je ziet dat sinds de invoering van gelijke rechten voor homo’s het geweld toeneemt, vooral tegen zwarte lesbiennes.’ Hij spreekt van ‘groeistuipen’. ‘Hoewel je natuurlijk niks aan die analyse hebt, wanneer je zelf het slachtoffer bent.’
Voor hun onderzoek bezochten Luirink en Maurick nog ruim tien andere Afrikaanse landen. ‘Je moet ontzettend uitkijken met het toeschrijven van ontwikkelingen in een enkel land aan heel Afrika. Maar het is onmiskenbaar dat de homoacceptatie zich ontwikkelt in Sub-Sahara-Afrika. De economische groei, de verstedelijking en de informatierevolutie doen daar hun werk.’
‘Het gaat twee kanten op. In Mozambique is homoseksualiteit recent gedecriminaliseerd. Ook in Kenia staat dat op de agenda en in Botswana zijn homorechtenorganisaties sinds kort toegestaan. Maar het omgekeerde gebeurt ook. In Nigeria is het homohuwelijk juist in de grondwet uitgesloten, als tegenreactie. Ook in Congo circuleert zo’n voorstel. En in Oeganda was zelfs even sprake van de doodstraf voor homoseksualiteit. Dát is uit het wetsvoorstel gehaald, maar er wordt wel gewerkt aan strengere regels.’
‘Het is moeilijk om in de toekomst te kijken, maar ik zie de landen die hun hakken in het zand zetten toch als een soort Don Quichots, die strijden tegen de windmolens. Er zijn nu eenmaal grote geopolitieke ontwikkelingen gaande.’
Bart Luirink en Madeleine Maurick: Homoseksualiteit in Afrika. Een gevaarlijke liefde. Aspekt, 172 pgs. €16,95 Seminar: do 26 nov, 15.30, Pieter de la Courtgebouw, kamer 5A47