Oké jongens, laatste waarschuwing. Voor elke keer dat we nu nog pixels kunnen tellen doodt God een jong poesje. Dat een foto er goed uitziet op je beeldscherm, wil nog niet zeggen dat hij ook geschikt is voor druk, oké? We zullen geen namen noemen, en zeker niet die van Spil en Grotius, maar volgend jaar eisen we mooie kaaklijnen in plaats van blokkenkoppen.
Ten tweede, het blijft lastig: less is more. Sommige commissies hebben wel heel veel geld nodig om hun almanak een goedkope uitstraling te geven. Het feit dat er heel veel lettertypen, kleurtjes en plaatjes beschikbaar zijn, wil niet zeggen dat je deze naar hartenlust kunt combineren. Het thema ‘Waanzin’ gaf de almanakcommissie van Quintus blijkbaar een vrijbrief om los te gaan met drukke achtergrondjes, kinderachtige lettertypes, glimmende foto’s en vele verfspetters. Deze almanak is simply too much. Jammer, want de omslag en het sterke thema hadden ons wel nieuwsgierig gemaakt.
En tot slot, in een ledenlijst willen we de nuttige gegevens van de leden terugvinden. Voor sommige almanakcommissies komt dit misschien hard aan: maar de ledenlijst is het enige gedeelte van de almanak dat ook na de uitreiking nog eens opengeslagen wordt. Telefoonnummers zijn dan geen overbodige luxe (Minerva, Njord, Labyrint).
Een positievere noot: we werden blij van de statistieken. Ons leven is zoveel rijker nu we weten dat SSR-leden tijdens hun studie gemiddeld 5,38 kg aankomen, dat 52% van de leden graag met bier gooit, en dat 34% condooms gebruikt terwijl 15% een sok prefereert. Bij Asopos werd 9986 liter bier geconsumeerd, tegenover 940 liter frisdrank. Hebben Quinten meer bedpartners dan Augustijnen? Als iedereen volgend jaar braaf een statistiekenpagina in zijn boekje opneemt, is de jury gelukkig.
Sommige almanakken springen er niet echt uit, anderen lijden onder de vergelijking. De almanak van Njord is goed verzorgd en kleurrijk, maar is humorloos in vergelijking met de almanak van Asopos de Vliet. De almanak van de M.F.L.S. (biomedische wetenschappen en geneeskunde) haalt het niet bij de lustrumalmanak van vorige jaar.
Een almanak die wel opvalt is die van culturele vereniging Prometheus. Bestiarium vormt een welkome afwisseling na duizenden pagina’s met zuipende studenten. De almanakcommissie legde de leden een enquête voor en de leukste antwoorden zijn terug te vinden in de ledenlijst. De Promethanen delen hun favoriete Nederlandse woorden (semi-permeabel; fnuiken; hekelbeer), lievelings(fabel)dier (wentelteefje) en archaïsmen uit de Nederlandse taal die ze graag weer zouden terugbrengen (kanaalzwemmen voor zappen; gedesequilibreerden). De almanak straalt intelligentie uit, maar ook een hoog nerdgehalte. Zo melden leden zonder gêne dat hun favoriete sport zwerkbal is, geven ze citaten als ‘Use the force, Harry’ en ‘Ceterum censeo Carthaginem delendam esse.’ Ook bestempelen ze de geur van verse computerhardware als hun guilty pleasure. Dude, wil je écht de rest van je leven alleen blijven?
Dat groter niet altijd beter is, bewijst de almanak van Augustinus. Het thema – ‘Groen als gras’ – komt niet echt goed uit de verf omdat de (bestuurs)leden van de vereniging maar weinig groene ambities hebben. De commissie geeft wat groene tips om 215 euro per maand te besparen en ook het jaaroverzicht ziet er netjes uit, maar als snel volgt een eindeloze reeks cordialen, gezelschappen, verbanden, commissies, subverenigingen, huizen en subs. Zij hebben stuk voor stuk een bezopen foto ingeleverd of een ranzig plaatje van internet geplukt. Hierdoor is een derde van de almanak gevuld met onzin. De milieubewuste almanakcommissie had hier best wat papier kunnen besparen. De rest van de almanak heeft overigens een fijne, rustige uitstraling door de zachte kleuren en het matte papier. Ook de statistieken zijn vermakelijk. Opvallend: een zesde van de eerstejaars dacht tijdens de KMT kleine zoogdieren te moeten mishandelen. Nog opvallender: ze werden desondanks lid.
Maar een grote almanak hoeft kwaliteit ook niet in de weg te staan. De derde plaats is namelijk voor het dikste exemplaar: de lustrumalmanak Belle époques van Minerva. Het thema is ver doorgevoerd en de oude zwart-witfoto’s in de sectie ‘Redactioneel’ geven een uniek inkijkje in het studentenleven van vroeger. De quotes zijn geweldig (‘Ik ben nooit dronken, ik ben gewoon niet moeilijk’) en de foto’s in de almanak maken een bijzonder professionele indruk. Een minpuntje is het ontbreken van telefoonnummers in de ledenlijst. Daarnaast vonden we het opmerkelijk dat de bestuursgang het nodig achtte om een aantal fotopagina’s met grof geweld uit de almanak voor Mare te verwijderen (‘Die houden we graag privé’). En dat terwijl de foto’s van de KMT van jaargang 2013 nu ook weer niet zo spannend waren. Wat foto’s van sjaarzen in de catacombe, witte badmutsen, meel, water en hier en daar een ontbloot mannelijk bovenlijf. Gaaaaaap.
Een welverdiende tweede plaats is er voor Asopos de Vliet. De almanak oogt fris, maar bevat ook inhoudelijk leuke stukken. Het jaaroverzicht is bijvoorbeeld opgeschreven in de vorm van een kroniek op rijm. Rosé rijmt dan misschien niet op passé, maar de maker krijgt zeker punten voor de moeite. De almanak bevat bovendien het katern ‘Hoe overleef ik het studentenleven’, met alles wat een sjaars moet weten over het fiksen van fietsen, de beste kebab én het nummer van de SOA Poli. De liedjes (‘Njord, njord, njord, je armpjes zijn te kort’) zijn vermakelijk, evenals het woordenboek. ‘Aanhalen: het richting tepel trekken van je paal. Afvallen: sport van lichte roeiers, waarbij senna-thee, regenpakken en vezel- en zoutloos voedsel een grote rol spelen. Wordt vaak serieuzer genomen dan de te starten wedstrijd. Kanoclub: zie ‘Njord’. Lichte pik: mannen van (op een wedstrijd) minder dan 72,5 kilo; compenseren hun gebrek aan gewicht door een overmatig grote mond. Njord: waka-vereniging; zie ‘Kanoclub’. Waterkip: zwartgevederde vogelsoort met rode snavel, familie van de rallen; vertoont vaak suïcidaal gedrag rondom roeiboten; niet te verwarren met de meerkoet. Zware bal: technisch en intellectueel minderbegaafde roeier met overtollig lichaamsvet; compenseert zijn gebrek aan techniek met kracht.’ We zouden er bijna van gaan roeien.
De absolute winnaar is dit jaar de almanak van De Leidsche Flesch. Het is duidelijk dat de slechts vierkoppige almanakcommissie veel tijd gestoken heeft in dit strakke boekwerk. Het thema ‘Ikea’ komt overal terug. Zo zijn er Ikeastripjes over de børrel en stüdären, en bevat de almanak in het midden een uitvouwbaar spel naar voorbeeld van een Ikea-plattegrond. De prachtige foto’s van de commissieleden in de Ikea en de goed gekozen kleuren en lettertypen zorgen ervoor dat deze almanak echt op een Ikeacatalogus lijkt, zonder aan klasse in te boeten. De liederen worden gezongen door Ikea-poppetjes en de diverse zusterverenigingen en commissies hebben het thema allemaal braaf in hun bijdrage verwerkt. En laten we eerlijk zijn, wie rector magnificus Carel Stolker een lofrede weet te laten schrijven over Ikea, verdient sowieso de eerste prijs. Op de redactie staat een fust bier voor jullie klaar!