Studentenleven
?Mijn moeder werd er bang van?
Dirk-Jan Zom
woensdag 25 januari 2012
© Marc de Haan

Tim van Elst, derdejaars geneeskunde: ‘Ik deed al tennis en fitness, maar wilde iets nieuws. Hockey, voetbal, dat trekt me niet zo. Ik zag lacrosse op televisie in een serie of film.’

Robin van der Harst, vijfdejaars bestuurskunde: ‘Ik zag het in de film American Pie. Ik vond het er ontzettend raar uitzien, maar omdat het zo mysterieus was, wilde ik het uitproberen.’

Hidde Zittersteyn, tweedejaars biologie: ‘De sport is afkomstig van de indianen.’

Robin: ‘Het was een alternatief voor oorlog voeren. En het kon dagen duren.’

Tim: ‘In alle studentensteden bleek het al gespeeld te worden, behalve in Leiden. Toen ben ik het gaan opzetten, een jaar geleden. We hebben introductietrainingen georganiseerd. In april hadden we tien man. Toen we met twee Amerikaanse uitwisselingsstudenten als coaches gingen trainen, begon het te lopen. We zijn nu met veertien Minervanen, maar willen ook mensen van buiten trekken.’

Robin: ‘We hebben spullen geregeld. De European Lacrosse Federation helpt beginnende teams en heeft tien sticks gefinancierd.’

Hidde: ‘Nu spelen we voor het eerst competitie. De meeste wedstrijden verliezen we net of spelen we gelijk. Maar we hebben ook al een keer met 10-1 gewonnen.’

Robin: ‘Voor de wedstrijd sta je in een twee rijen tegenover elkaar. Dan geven de keepers elkaar een hand en gaat heel het team schreeuwen.’

Hidde: ‘Je speelt vier maal twintig minuten, met tien man in het veld: een keeper, drie verdedigers, drie middenvelders en drie aanvallers. Het begint met een soort face-off, zoals bij ijshockey: de bal ligt op de grond en je moet erom vechten. Met de stick kun je de bal werpen, je moet de bal in de goal zien te krijgen. Je mag er ook mee rennen. En als de bal op de grond komt mag je iedereen binnen drie meter van de bal tackelen. Je mag ook beuken met je stick.’

Hidde: ‘Als de bal op de grond ligt, zie je de tegenstander erop afrennen. Dan ga je er ook voor, voor de bal of de man. Je doet het voor het team. Je voelt de adrenaline. Maar het blijft sportief. Er wordt niet gescholden op de scheids. En achteraf vorm je een rij en geef je de tegenstander een hand.’

Robin: ‘Toen ik het voor het eerst speelde in Delft, kreeg ik uitgelegd dat je wel klappen kon krijgen. Daar werd mijn moeder wel bang van.’

Hidde: ‘Het gaat er hard aan toe. Maar het is niet iets om bang voor te zijn.’

Tim: ‘Je mag slaan, maar niet op de rug, boven de schouders, onder de heupen of op de helm.’

Robin: ‘Je draagt veel bescherming. Als ik dat aantrek, voel ik me onschendbaar.’

Interesse? leidenlacrosse@gmail.com