Achtergrond
Nu is het begonnen
woensdag 14 december 2011
Leonie Winkhardt (20) in haar bed tegen de kou © Taco van der Eb

‘Trots dat ik alles alleen doe’

Naam: Leonie Winkhardt (20) 

Studie: pedagogiek

Vereniging: Leidse Studenten Duikvereniging

Huis: boven Spiekeria in de Pieterskerk-Choorsteeg

De traptreden naar haar kamer zijn nauwelijks groot genoeg om op te staan. Leonie loopt snel, ze is het inmiddels gewend. ‘Ik zie er altijd tegenop om te douchen. Dat moet in de keuken en daar staat het raam altijd open. Er is geen verwarming. ’s Ochtends is het er ijskoud.’ Net als in haar kamer. ‘Ik heb hier alleen een elektrisch kacheltje die nu al bijna op z’n hardst staat. Langs de muren tocht het. Het is totaal niet geïsoleerd, als het waait zie ik de gordijnen wapperen. Mijn hoofd wordt zo koud dat ik vaak met een muts op slaap.’

Oftewel: ‘Ik ben op zoek naar een nieuwe kamer.’

‘Met Kerst ga ik naar mijn ouders in Duitsland. Ik ben wel trots op mezelf dat ik het allemaal alleen doe hier. Je hebt ook mensen die een master doen en nog steeds thuis wonen. Soms, als ik mensen hoor zeggen dat ze lekker thuis gaan eten en dat hun was gedaan wordt, vind ik het wel jammer.’

De inschrijving aan de universiteit, die aan het begin van het jaar voor de nodige problemen zorgde, is inmiddels rond. Wel heeft ze wat studie betreft de knoop doorgehakt. Ze gaat toch een cursus natuurkunde doen, zodat ze het volgende collegejaar mee kan loten voor de studie geneeskunde. ‘Ik vind alles wat er in het lichaam gebeurt interessant. Leuker dan opvoedingsdimensies.’ 

Hoogtepunten dit jaar waren Sinterklaas met het gastgezin en het duikweekend van Leidse Studenten Duikvereniging (LSD) waar ze wekelijks te vinden is. Alleen het weekend is soms eenzaam. ‘Dan zit ik alleen thuis en denk ik: ik zou wel wat willen doen, maar met wie? De meeste eerstejaars die ik ken, wonen nog thuis. Die hebben geen zin om ’s avonds nog naar Leiden te komen om naar de kroeg te gaan. Ik drink niet zoveel. Ze proberen me bij LSD wel aan de drank te krijgen, maar ik vind het meeste gewoon niet lekker. Dan zeggen ze: “Iedere Duitser drinkt bier.” Maar dat klopt gewoon niet.’

‘Vrijwel uitsluitend Minerva’

Naam: Enno van Werkum (19)

Studie: Rechten

Vereniging: Minerva

Huis: Hôpital Wallon

Enno loopt de eerste de beste lege kamer binnen. Een paar kledingsstukken slingeren in het rond. Zijn kamer? ‘Nee hoor, maar we lopen hier allemaal bij elkaar binnen. Dat kan gewoon.’ Inmiddels heeft hij wel een eigen kamer, op de zolder van het Wallon. Hij bivakkeert niet langer met de andere eerstejaars op matrasjes in een gedeelde ruimte. ‘Nu is het echt begonnen.’

Zijn studie Rechten verloopt naar wens. De twee tentamens die hij tot nu toe heeft gehad, heeft hij gehaald. Twintig punten binnen. ‘Ik heb veel informatie gekregen van mijn huisgenoten. Ze vertelden me wat ik kon verwachten, dat heeft geholpen. En van mijn jaarclub Malafide studeren er twaalf van de negentien rechten. Dan kun je je samen voorbereiden.’

Of hij nog wel eens alleen is? ‘Nee. En eenzaam kun je hier niet worden met zoveel jongens om je heen. We wonen met tweeëndertig jongens in het huis. Een ontgroening heb ik nog niet gehad, dat komt nog. Ik zie er niet tegenop, het hoort erbij.

‘Ik geniet steeds van alle gezelligheid met de jaarclub. Met 19 vrienden doe je voortdurend leuke dingen. Op maandag en woensdag ga ik altijd met ze naar Minerva. Ik squash daar nu ook. Als ik in Leiden ben, ga ik op vrijdag ook meestal met mijn huis naar de sociëteit. Het is wel allemaal vrijwel alleen Minerva. Naar mijn ouders ga ik niet vaak, ongeveer één keer in de drie weken. Meestal zijn hier in het weekend ook zoveel leuke dingen te doen.’ 

En lukt het om elke dag te studeren? ‘Niet elke dag, maar wel genoeg om bij te blijven. Vaak ben ik tot laat op Minerva of ben ik in huis dingen aan het doen. De dagen dat ik studeer, zit ik in de UB met mijn jaarclub. Het is gezellig, maar je doet ook echt wat.’

‘Ik heb hoogoplopende stress’

Naam: Fennie Euwema (19)

Studeert: Russische studies

Lid van: Catena

Huis: studentenhuis in de Morsstraat

‘Soms ga ik naar Catena om huiswerk te maken, dan lijkt het of ik ontspan.’ De studie Russisch bevalt Fennie nog steeds goed, maar druk is het wel. ‘Ik heb twintig contacturen in de week en daarnaast ben ik dagelijks nog zo’n vier uur per dag aan het studeren. En dan is het meestal nog niet eens af. Soms zit ik de hele nacht door te werken aan opdrachten.’ Zeker met de tentamenperiode in zicht slokt ‘de hoogoplopende stress’ het merendeel van haar tijd op. ‘Ik doe aan yoga, maar daar heb ik nu even geen tijd voor. Naar Catena ga ik helaas ook veel minder.’

Als ze niet in de UB is, zit ze thuis. ‘We zijn een soort gezinnetje. We kletsen over alles. Soms gaat dat wel ten koste van slaap, dan praten we tot twee uur ’s nachts door.’ Of ze gaan samen pannenkoeken bakken. ‘Die maak je nooit alleen voor jezelf.’ Met z’n vijven wonen ze er, inclusief een vriendin die ze uit Groningen kent. We hebben onlangs een hospiteeravond gehouden: dan moet je iemand beoordelen op een eerste indruk, dat vond ik niet zo leuk.’

Nog een tegenvaller: ‘We hebben muizen. Ik wist niet eens dat ik daar bang voor was.’ Naar haar ouders in Groningen gaat ze ieder weekend, al ziet ze haar Groningse vrienden nauwelijks. ‘Ik zit het hele weekend te leren. Ik hoop mijn propedeuse in één keer te halen, maar in het volgende collegejaar wil ik het wel iets rustiger aan kunnen doen.’

De eerste vijf studiepunten heeft ze inmiddels binnen, meer viel er tot nu toe niet te halen.

‘In het begin was het vooral vrijheid, blijheid. Nu heb ik door de tentamens wel wat minder vrijheid. De studie is zwaarder dan ik had verwacht. Maar ik ben nog steeds wel erg tevreden, al zou het fijn zijn als ik weer tijd krijg voor Catena. Ik hoop dat het terugkomt.’

Door Harmke Berghuis