Nieuws
Onzekerheid duurt voort
Het is al tijden lang onduidelijk waar het heen moet met de medisch farmacologen van het LACDR. 1 December moet er duidelijkheid zijn.
woensdag 16 november 2011

Op de faculteitsraadvergadering van de bètafaculteit bleek maandag dat de onzekerheid op zijn einde loopt. De faculteit wil de groep opheffen, maar omdat de wetenschappers nauw samenwerken met het Leids Universitair Medisch Centrum willen de faculteit en het medisch centrum eerst in kaart brengen wat de consequenties van opheffen zijn, en of er mensen overgeheveld kunnen worden naar het LUMC. Over twee weken, op 1 december, moet dat duidelijk zijn. ‘Vooralsnog zitten we op die planning’, aldus directeur bedrijfsvoering Gert Jan van Helden.

Van Helden garandeerde dat alle promovendi in elk geval hun proefschrift af kunnen maken. ‘Als de begeleiding hier niet kan, moeten wij daarvoor gaan zorgen.’

Bij de groep zelf is de situatie schrijnend, aldus waarnemend hoofd dr. Erno Vreugdenhil. Sinds het emeritaat van hun hoogleraar in 2009 is de toekomst van medische farmacologie onduidelijk geweest, ‘maar de aangekondigde opheffing kwam als een donderslag bij heldere hemel.’ Hij noemt het ook merkwaardig dat eerst gekozen wordt voor opheffing en daarna onderzoek gedaan wordt naar eventuele verplaatsing naar het LUMC, in plaats van andersom.

Vreugdenhil: ‘Wij doen onderzoek naar de gevolgen van stress op de hersenen en hoe chronische stress kan leiden tot psychiatrische ziektes. De grootste stressor is chronische onzekerheid. In dit verband is het triest te moeten constateren dat wij voortdurend in onzekerheid worden gehouden. Vanzelfsprekend geldt dit voor de toekomst van de stafmedewerkers en analisten. Maar ook hoe promovendi na 1 december begeleid moeten worden is nog onduidelijk. Wat er moet gebeuren met onze kostbare infrastructuur, wetenschappelijke datacollecties, transgene diermodellen idem dito. Op vragen om gesprekken hierover wordt niet geantwoord. Dat de faculteitsraad wel informatie krijgt en wij niet, is bevreemdend.’

Er is nog de mogelijkheid dat de groep gered wordt door het LUMC. Vreugdenhil hoopt op een goede afloop. Zo niet, dan overweegt hij een gang naar rechter: ‘De argumenten voor het opheffen van onze groep zijn aantoonbaar onjuist.’