Nieuws
'Leiden zonder rector is 3 Oktober zonder haring'
Het bestuursbureau van de universiteit moet in Leiden blijven. Een motie die daartoe opriep werd vorige week in de gemeenteraad unanieme gesteund.
woensdag 16 november 2011

De raad verzoekt het college van burgemeester en wethouders ‘alles te doen in haar macht’ om het bestuursbureau, ook bij een eventuele samenwerking of fusie met de universiteiten van Delft en Rotterdam in Leiden te behouden. De gemeente Den Haag zou namelijk graag zien dat het bestuursbureau naar die stad komt. De motie, ingediend door Patrick Meijer (CDA) en Paul van Meenen (D66) stelt dat het bestuursbureau zorgt voor werkgelegenheid in de stad en dat de universiteit, en het bestuursbureau sociaal-economisch bijdragen aan Leiden. Verhuizing van het bestuursbureau zou een symbolisch verlies voor de stad zijn: ‘Leiden zonder rector is als 3 Oktober zonder haring en wittebrood.’

De vrees dat het bestuursbureau naar Den Haag verhuist, bestaat omdat het Haagse college van B&W in september op vragen vanuit de gemeenteraad antwoordde dat het zich actief inzet voor het positioneren van het bestuursbureau in Den Haag, vertelt Meijer: ‘Dat sluit aan op hetgeen de rector vorig jaar zei bij de opening van het academisch jaar.’

Ook Van Meenen refereert aan de geluiden in de Haagse gemeenteraad. Hij vermoedt dat een verhuizing van het bestuursbureau (nog) niet in Leiden speelt, ‘maar we kunnen beter het zekere voor het onzekere nemen.’

Meijer vindt ook dat de gemeente actiever moet nadenken over de samenwerking met de universiteit en het LUMC. ‘We hebben gevraagd om een actieplan op dit gebied, dat is er nu nog niet. Dit is een beetje een noodremprocedure. De karavaan gaat verder, je moet nu ingrijpen om te voorkomen dat je achteraf nog moet gaan onderhandelen. Ook in de gemeenteraden in Rotterdam en Delft zijn dergelijke initiatieven ondernomen.’

Universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke zegt dat een verplaatsing van het bestuursbureau niet speelt bij de universiteit. ‘De discussie verbaast ons, ook wel in positieve zin. Dat dit kennelijk belangrijk is. Maar wij zijn er niet mee bezig. We zijn druk met de andere instellingen in gesprek om te kijken waar we de samenwerking kunnen verbreden. Als dat ooit resulteert in een fusie, moet er nog veel gebeuren, daar is ook nog een wetswijziging voor nodig. Dan is dit dus niet de eerste vraag die je stelt.’ DJZ