‘Het laatste contact dat ik had, was in 2019, toen dat FvD-meldpunt voor linkse indoctrinatie door leraren in het nieuws kwam. Ik appte Thierry: “Ben je echt verbaasd dat mensen je fascist noemen als je dit soort dingen doet?” Hij ontkende het bestaan van dat meldpunt. “Welnee joh, dat wordt allemaal overdreven door de media, ad fundum. Check de bronnen”, schreef hij. Dat deed ik. Het stond letterlijk op de site van de partij.’
Laat maar, dacht Xavier Baudet (46) toen over zijn acht jaar jongere neef. ‘Maar nu ontzie ik Thierry niet langer. Er is nu een killer on the road. Gewone, lieve mensen gaan dood aan corona. Wat hij nu doet, is destructief. Zijn virus-standpunt is lethal.’
Gezond van geest
Baudet levert de laatste twee jaar felle kritiek op zijn neef op social media. Zo ook dinsdagochtend. Enkele uren voordat de zogeheten ‘Vrijheidskaravaan’ van FvD Leiden zou aandoen (zie kader) tweette hij: ‘De #coronakaravaan komt vandaag naar Leiden. Laat iedereen die op #Thierry wil stemmen vooral naar de Lammermarkt gaan (beetje indikken aub). En wie gezond van lijf van geest is en dat graag wil blijven kan dat stukje Leiden beter mijden.’
En dinsdagavond, toen de karavaan al lang en breed Leiden had verlaten, voegde hij daaraan toe: ‘Als ik hem in zijn jeugd af en toe een keer educatief “op de bek” had geslagen was Nederland nu een beter land geweest. Excuses, in het bijzonder aan iedereen die dankzij Thierry corona oploopt of er iemand aan kwijt raakt.’
Xavier Baudet is behalve muzikant en publicist ook medewerker van studenten- en onderwijszaken van de Leidse universiteit. Op zijn thuiswerkplek, de zolder van zijn woning in Oegstgeest, laat hij een paar dagen eerder een mondkapje zien. ‘Heb ik van een nichtje gekregen. Inderdaad, ik ben een Baudet die wel een mondkapje draagt. Het is batik, in de stijl van de Indische roots van mijn grootvader Han.’
Het bureau (‘van opa geweest’) wordt omringd door versterkers en gitaren. ‘Ik kan best begrijpen dat Thierry slechte muziek niet kan verdragen’, vertelt Baudet. ‘Als muzikant heb ik dat ook heel erg sterk, ben ongelooflijk betweterig over wat goede popmuziek is. Maar als ik iets niet mooi vind, richt ik geen partij op om het te verbieden.’
Het werd tijd om zich uit te spreken, vindt hij. ‘Ik kan wel stukken schrijven over van alles en nog wat (onder meer op het opinieblog Joop, red.), maar ik zou dan toch het gevoel hebben dat het slap is om niet te vertellen waar ik sta als het gaat om Thierry.’
Elite
Hij weet nog hoe ze samen op de trap zaten van het huis van hun grootouders in het Franse Corpoyer-la-Chapelle, nabij Dijon. ‘Thierry, toen dertien, vroeg aan mij: “Denk je niet dat alle problemen van onze tijd zijn terug te voeren op de democratie?” Dat is een prikkelende vraag voor iemand die later nota bene het Forum voor Democratie opricht. Thierry heeft namelijk niets met democratie. Hij gelooft in meritocratie, waarbij een elite met bepaalde verdiensten bestuurt. Wat die verdiensten zijn, bepaalt hij natuurlijk.’
‘Destijds reageerde ik vaak wat lacherig op hem. Als kinderen leuk met elkaar speelden, was Thierry degene die zei: “Kunnen we het in godsnaam over iets intelligenters hebben?” Dat deed hij ook bij familieleden die gewoon aan het kletsen waren. Hij wilde het bijvoorbeeld per se hebben over Vergilius, om zijn ooms, tantes, neefjes en nichtjes laten zien dat hij veel intelligenter was. Hij probeerde te scoren door de Romeinse dichter in het Latijn te citeren, maar maakte fouten die mijn broer Floribert corrigeerde. Het was net als bij de missers toen hij zijn maiden speech in de Tweede Kamer in het Latijn begon.
‘Toen hij zeven of acht was, ging hij heel joviaal meepraten met hoogleraren die bevriend waren met mijn grootouders, terwijl hij de ballen verstand van zaken had natuurlijk. Dat wekte vaak wrevel. Anderen vonden dat juist weer grappig. Sommige van hen, zoals PvdA-prominent Paul Scheffer, schreef hij later dan weer aan voor zijn politieke plannen.’
Kilte
Thierry snakte naar erkenning, zegt Baudet. ‘Maar dat kreeg hij niet, terwijl anderen die dat volgens hem wél kregen. Als hij geen waardering krijgt, gaat hij sarren. Dat is steeds erger geworden. Als je iets van zijn gedrag zei, en dat gebeurde al zelden, dan kreeg je ruzie met zijn ouders. Kritiek werd niet geuit, maar er ontstond een soort klimaat waarbij je eigenlijk niet naast Thierry in de auto wilde zitten. In feite was het zielig, want hij begreep zelf niet eens dat hij zich misdroeg en waar de kilte vandaan kwam. De suggestie dat hij problemen had, werd weggewuifd, want “Baudetjes zijn altijd een beetje excentriek.”
‘Mijn nichtje organiseerde ooit een toneelstuk voor mijn oma. Thierry vond het zo lelijk, dat hij halverwege wegliep. “Man, het gaat niet om jou”, denk je dan. Maar de rest van de familie reageerde alsof er niets gebeurd was: “Laat hem maar.” Als Thierry het heeft over het establishment en het kartel, dan denk ik: hij is het kartel, hij is het prinsje.’
Thierry had behoefte aan mentale houvast in zijn jeugd en die heeft hij te weinig gekregen, vermoedt Baudet. ‘Emotie wordt in deze familie uitgedrukt via mooie kunst. Gewoon zeggen: “Ik voel me rot”, is lastig. Het is heel belangrijk voor de Baudets dat er geestelijk niets mis is. In mijn familiegeschiedenis komen best wat gevallen van depressie en suïcidaliteit voor, maar alleen het kleurrijke aspect van afwijkend gedrag wordt benoemd. Hij heeft als kind wel geprobeerd mensen te begrijpen, maar dat lukte niet. Wellicht was er te weinig oog voor zijn geestelijke toestand.’
Die houvast is Thierry zelf gaan creëren. ‘Als hij geen gelijk krijgt, dreigt voor hem een existentiële onzekerheid. Hij kan het zich niet voorstellen dat een intelligent iemand het anders ziet dan hij. Dus je bent óf dom, óf kwaadwillend. Je gunt hem zijn gelijk niet, of misschien durf je of mag je het niet toegeven. Daar komt dat hele kartel-denken vandaan, het idee dat mensen tegen hem samenspannen.’
Naamsverandering
Met die radicalisering bezoedelt Thierry de familienaam, vindt Baudet. ‘Hij gaat ermee aan de haal. Ik tweet dan voor de grap dat ik overweeg mijn naam te veranderen: “Ik denk nu aan Kees. Kees Baudet. Is dat wat?” Maar het is echt problematisch.’
Baudet loopt naar de boekenkast en grijpt Het paradijs op aarde, een essay geschreven door grootvader Han, hoogleraar geschiedenis in Groningen en Delft, en in 1998 overleden. ‘Dit is de originele editie, uitgegeven door Van Gorcum in 1959.’ Hij vist een ander boek van de plank: een heruitgave van de titel, die vier jaar geleden op initiatief van Thierry verscheen bij de Blauwe Tijger.
‘Op zich is het mooi dat de herinnering aan mijn grootvader levend blijft. Die uitgever bleek echter boeken met complottheorieën, anti-overheidspropaganda en zeer extreemrechtse ideeën te publiceren. Mijn grootmoeder Senta, die in 2018 is overleden, wist dat niet en heeft daar in haar nadagen nog geld aan besteed. Dat is wel pijnlijk. Die uitgever is precies het tegenovergestelde van wat Han en Senta bij leven wilden zijn. Als ze dit hadden geweten, was dat een nachtmerrie voor ze geweest.’
De grootouders Baudet zouden het gedachtegoed van Thierry zeker niet gesteund hebben. ‘Han had een Indische moeder en zat in de Tweede Wereldoorlog in het verzet. Senta was de dochter van vooraanstaande NSB’er en muziekcriticus Jan Govert Goverts, over dat hoofdstuk uit de familiegeschiedenis hoor je Thierry trouwens nooit. Door die man zijn fantastische musici afgevoerd naar de kampen, alleen omdat ze Joods waren. Senta verzette zich hevig tegen haar vader, gaf haar paspoort aan een Joods klasgenootje, zodat die de oorlog kon overleven. Voor haar vader heeft Senta zich haar hele leven lang geschaamd.’
Tentjes in de tuin
Ze werd de spil van een familie waar ze wel trots op kon zijn, legt Baudet uit. ‘Die stond voor kosmopolitische gedachten, een ruimdenkende, cultureel hoogstaande familie. Naar het huis van mijn opa en oma kwamen allerlei leuke snuiters: acteurs, musici, politici, wetenschappers en schakers. Studenten van mijn opa kampeerden met tentjes in de tuin.
‘Mijn oma zei ooit tegen mij: “Conservatief zijn is prima, dat was je grootvader ook, hij verlangde altijd terug naar de jaren 60…. van de 19e eeuw wel te verstaan. Maar je mag nóóit rechts worden. Dat is zo klein.”
‘Ik vind het heel akelig dat de naam Baudet synoniem wordt met het tegenovergestelde van wat de familie representeert. Er zijn familieleden die dingen doen met muziek, literatuur en architectuur, maar Thierry bepaalt zo sterk waar de Baudets voor zouden staan, dat de rest wel kan inpakken. Hij is de bijzondere wereld van mijn grootouders systematisch om zeep aan het helpen.’
Gedurende hun middelbare school- en studietijd spraken de neven regelmatig af. ‘Die toenadering had een nobele kant. Als ik naast hem ging staan, dan zouden de scherpe randjes er misschien wat vanaf gaan. Ik studeerde geschiedenis in Leiden en hij was geïnteresseerd in de studentenpartij Democratisch Universitair Front (DUF) die ik in 2000 had opgericht. We waren een beetje populistisch, dat vond Thierry mooi.’
Later werkten ze samen. ‘Ik deelde best wat van zijn opvattingen, over het gemis aan saamhorigheid in de samenleving bijvoorbeeld. De wereld is zo complex geworden dat we eigenlijk allemaal outsiders zijn geworden. Dat heeft als gevolg dat er rancune en vervreemding ontstaat bij een deel van de bevolking. Daar moeten we iets aan doen.
‘We vonden elkaar ook in onze ideeën over de EU, hoewel hij daar eerst helemaal niet zo tegen was. Ik ben niet nationalistisch. Voor mij is Nederland en middel om voor bepaalde cohesie te zorgen, om iedereen mee te nemen in de maatschappelijke veranderingen en te voorkomen dat het vertrouwen wegvalt.
Verprutst
‘De elite kan elkaar vinden, maar het voetvolk wordt niet voldoende betrokken. Dat is een effect van schaalvergroting. Daarom was ik tegen de EU, en Thierry was de sterspeler die dat goed kon agenderen. En ik geef toe, in de aandacht staan vind ik leuk. Samen met hem, kwam ik ook in beeld. We vormden een team dat de wereld wel eens iets zou laten zien, en dat deden we ook.
‘We hebben in 2013 samen het Burgerforum-EU gedaan, waarin we actie voerden tegen de sluipende overdracht van bevoegdheden naar Brussel. Ik vond toen dat hij echt iets constructiefs aan het doen was. Hij verzamelde mensen om zich heen van allerlei politieke richtingen. Naar mijn idee was Thierry in staat een brede coalitie te smeden om deze problematiek aan te pakken. Het is jammer dat hij doelbewust die kans heeft verprutst.’
Het werd Baudet duidelijk dat Thierry steeds extremere standpunten begon in te nemen. ‘Hij beweerde dat meisjes die “nee” zeggen “ja” bedoelen, uiterst dubieus. Bij een Burgerforum-EU-bijeenkomst werden we geïnterviewd door de Volkskrant. Thierry zei ineens dat het forum een soort Nederlandse Tea Party was. Eh nee, dacht ik. Als jij zoiets wil opzetten, ben ik weg.’
Collision course
Ook maakte hij steeds vaker opmerkingen over etniciteit. ‘Ik heb hem nooit iets antisemitisch horen zeggen, maar hij begon wel over ras. Dan opperde hij dat het geen toeval kon zijn dat er zo weinig zwarten zijn die briljante uitvindingen hebben gedaan. Of hij vroeg: “Noem eens een werk van eeuwigheidswaarde van een zwarte componist? En kom niet aan met Stevie Wonder.” Het zou ook kunnen dat hij alleen maar ongelooflijk wil provoceren. Ik denk ook niet dat hij een antisemiet is, maar een racist, dat zou kunnen. Ik weet het gewoon niet.’
Dat radicale uitspraken veel mensen tegen het hoofd stoten, doet er niet toe, vermoedt Baudet. Het doel is volgens hem namelijk helemaal niet om iets van de grond te krijgen. ‘Thierry wil floppen. Bij succes, zoals bij de Provinciale Statenverkiezingen, schiet hij alles weer aan gort met die boreale speech. Nu doet hij dat ook weer met zijn keuze voor de viruswappies.
‘Thierry is echt op een collision course. Alleen hij kan nu nog bepalen wanneer er genoeg nare dingen zijn gezegd, en dat het weer tijd wordt om aansluiting te zoeken bij de rest van de mensheid. Hopelijk komt hij tot het inzicht dat niemand hier baat bij heeft en dat het zo echt niet verder kan.’
DInsdagmiddag deed Thierry Baudet met zijn ‘Vrijheidskaravaan’ de Leidse Lammermarkt aan. Naast trouwe aanhangers kwamen er ook verveelde studenten kijken. ‘Het is het eerste openluchtconcert van het jaar.’
‘Volgens mij ben jij een Romeo, met je mondkapje: zo’n stille’, roept een oudere man met een Forum voor Democratie-petje tegen de Mare-verslaggever. ‘Doe dat ding lekker af, jôh’, valt de blonde Vanessa (54) hem bij. ‘Dat werkt toch niet!’
Zij is dinsdagmiddag op de Lammermarkt om haar held Thierry Baudet in levenden lijve te zien speechen, tijdens de ‘Vrijheidskaravaan’. Hij is volgens haar ‘de enige politicus in Den Haag die je kan geloven’.
Er zijn twee duidelijk te onderscheiden groepen aanwezig, die niet echt mengen. Geboren en getogen Leidenaars, met een sigaret of een blikje energydrank in de hand, mopperen over coronamaatregelen, ingehuurde tegendemonstranten en dure klimaatplannen. De studentenaanhang, beduidend in de minderheid, is formeel gekleed en maakt een wat ongemakkelijke indruk.
Samuel uit Voorschoten behoort tot de tweede groep. Hij is keurig in driedelig pak gekomen en ziet de karavaan voor de tweede keer deze week. ‘In Utrecht was Antifa er opeens om de boel te verstoren. Toen was er veel commotie. Misschien zijn ze ook hier zo.’ Vrij kort daarna arriveren er inderdaad betogers met pannen en fluitjes. ‘Antifa, dat zijn geen beste mensen’, zegt Sander Smit, student Engelse taal- en letterkunde, wijzend naar de groep.
Vanaf het podium zegt Baudet blij te zijn de opkomst. ‘De mainstream media zeggen dat tachtig procent van de mensen een lockdown wil, maar kijk nou naar hoe vol dit plein staat’, gebaart hij naar de paar honderd aanwezigen. ‘Morgen nemen we Nederland en onze vrijheid terug!’
De tegendemonstratie bestaat uit een handjevol studenten met beanies, enkele zestigplussers in SP-truien en wat mensen met een LHBTQ+-achtergrond. Hun aantal is te gering om echt veel herrie te maken, maar dat maakt niet uit, zegt geschiedenisstudent Sam Broere. ‘Fascisme moet je overal bestrijden waar je het tegenkomt. Dat wij hier staan is al genoeg.’
De grootste groep aanwezigen lijkt echter de ramptoeristen te zijn. Geschiedenisstudent Bram Gerrits kwam naar eigen zeggen uit verveling. ‘Net zoals de meeste aanwezigen: ik ken bijna iedereen hier.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Het is het eerste openluchtconcert van het jaar, man. Je moet wat.’
Door Pepijn Boumans