Archeologie wil een nieuwe procedure voor het schrijven van masterscripties. Tijdens de faculteitsraadsvergadering is hiervoor een voorstel ingediend. Momenteel haalt een zeer laag aantal studenten nominaal een masterdiploma in een track van een jaar: vergeleken met het universiteitsbrede gemiddelde nog geen vijftig procent. ‘Om dat gemiddelde te halen, moet ons nominale slagingspercentage verdubbelen’, zei vice-decaan Alex Geurds tijdens de faculteitsraadsvergadering.
Naast dat zo’n lange scriptieduur vervelend is voor studenten, levert het ook ongelijke werkdruk op: sommige docenten begeleiden bijna niemand, terwijl bij anderen het aantal studenten opstapelt als de scripties vertraging oplopen. Ook financieel heeft het gevolgen: ‘De faculteit ontvangt financiering op basis van behaalde diploma’s binnen twee jaar’, staat in het voorstel.
Het plan is om een duidelijk start- en eindpunt aan het scriptieproces te verbinden, met daarin deadlines die gelden voor alle masteropleidingen binnen de faculteit. Studenten geven voor een deadline aan wat hun voorkeurkeursonderwerp is en welke top vijf aan begeleiders ze prefereren. Hierna wordt geloot wie welke begeleider krijgt, om zo de verdeling onder docenten evenredig te houden.
De faculteitsraad had wel wat vragen over die loting. Faculteitsraadsvoorzitter Merlijn Veltman vroeg zich af of een loterij specialiseren moeilijker maakt. ‘Studenten komen van over de hele wereld, juist voor specialisaties. Deze oplossing werkt goed voor begeleiders, maar misschien worden studenten er nu juist de dupe van. Als we dit systeem gaan gebruiken, moet dat vooraf heel duidelijk worden gemaakt aan potentiële studenten.’ Geurds beaamde dit. Er zal ook worden gekeken naar een selectiesysteem gebaseerd op prestatie in plaats van loten, zei hij.
De raad vroeg zich ook af of er door dit systeem geen specialisatiemogelijkheden verloren kunnen gaan. ‘We moeten realistisch zijn, misschien is niet alles mogelijk’, aldus Geurds. Maar, benadrukte hij, vaak kunnen docenten wel een scriptie begeleiden, ook als ze geen expert zijn op het specifieke sub-onderwerp.