Wat in 1831 begon als de eerste van de ‘Zesendertig gezichten op de Fuji-berg’, een prentenreeks gemaakt door de Japanse Katsushika Hokusai, groeide uit tot het boegbeeld van Japan. Hoewel de andere prenten uit deze reeks ook zeker enige populariteit kennen, is dat niets vergeleken met de impact van de Grote Golf, de meest afgebeelde Japanse prent ooit.
Nog niet eerder was de Grote Golf te zien in het museum, maar voor korte tijd hebben anonieme eigenaren deze prenten uit hun privécollecties uitgeleend. Wel slechts met maximaal vijf personen tegelijk en met zo min mogelijk licht om de verf te beschermen. ‘De eerste dag stonden er zeshonderd mensen in de rij’, vertelt Jim Dwinger, gastconservator van het Sieboldhuis, die de tentoonstelling heeft ingericht.
Hoe kwam Hokusai op het idee?
‘Samen met een uitgever had hij het idee om een serie landschapsprenten uit te geven met als doel er geld aan te verdienen. Waarschijnlijk aan toeristen, want er was in die tijd een enorme binnenlandse reiscultuur.
‘Japan viel toen onder het regime van de Samurai en onder die heerschappij was er beperkte vrijheid van beweging, vooral voor vrouwen. Niemand kon het land zomaar in en niemand kon eruit, daar stond zelfs de doodstraf op. Er was alleen toegang voor Chinezen en Nederlanders, die een handelsmonopolie hadden. Zonder reispas konden de Japanners zelf niet eens van de ene stad naar de andere reizen. Maar er was een manier om de regeltjes te omzeilen, namelijk door te zeggen dat je op bedevaart was. Er werd opeens zoveel gereisd dat dorpjes zich zelfs gingen specialiseren in het maken van souvenirs.
‘Vooral naar de heilige Fuji-berg werd veel gereisd. Er waren in het land zelfs Fuji-verenigingen, er wordt gedacht dat Hokusai zelf ook lid was. Het was slim om daar iets commercieels mee te doen. De prenten werden uiteindelijk zo populair dat ze er nog tien gezichten aan toe hebben gevoegd, dus eigenlijk zijn het er 46. Hoeveel ze er aan verdiend hebben, is onbekend. Wel weten we dat in die tijd zo’n prent ongeveer even duur was als een kom noedelsoep.’
Waarom is dan juist deze prent zo populair geworden?
‘Het is een heel krachtig beeld. De golf heeft van die drakenklauwachtige schuimkoppen die de kracht van de natuur duidelijk weergeven. Japanners in de 19e eeuw waren bekend met het concept van natuurrampen en tsunami’s. Een decennium voor deze prent uitkwam is er nog een grote overstroming geweest.
‘Maar ik denk dat deze print ook een plekje in ons gedachtegoed heeft gevuld, omdat Hokusai veel gebruikmaakte van het hele sterke Pruisisch blauw. Dat werd nog maar een paar jaar daarvoor in grote hoeveelheden beschikbaar op de markt. De prenten van voor die tijd, die blauw gebruikten, hebben vaak niet meer zulke sterke kleuren. Maar Pruisisch blauw doorstaat de tijd. Zelfs in vervaagde drukken blijft het blauw sterk aanwezig en de golf is daardoor zo’n krachtig icoon, het overspoelt het hele ontwerp.
'Uiteindelijk is onder Japanners niet de Grote Golf, maar ‘de Rode Fuji’ het populairste gezicht op de berg, waarvan ook een prent te zien is bij de tentoonstelling. Er wordt gedacht dat dat komt doordat Japanners van rechts naar links lezen en ook op die manier naar afbeeldingen kijken. De compositie van de Rode Fuji is tegenovergesteld ten opzichte van die van de Grote Golf, de berg wordt namelijk aan de rechterkant gepresenteerd, en is daardoor waarschijnlijk een stuk aantrekkelijker om naar te kijken.’
Hoe is de prent gemaakt?
‘Het is een houtdrukprint en voor iedere laag wordt een nieuw houtblok gebruikt. Eerst voor de contouren en daarna worden alle kleuren stuk voor stuk uitgesneden. Dus per kleur wordt een apart blok gebruikt. In fases krijg je uiteindelijk het totaalplaatje. Ze hebben het exact zo uitgesneden dat het allemaal in elkaar past, zonder overlap van kleur. Hokusai was in die tijd ook wat bekender dus die kon de beste houtsnijders inhuren.
‘Ze hebben naar schatting uiteindelijk zo’n achtduizend tot tienduizend prenten gedrukt. Een van de prenten die wij hebben hangen komt zeker uit de allereerste batch die ooit is gedrukt. Naarmate de drukblokken vaker worden gebruikt, ontstaan er kleine beschadigingen en dan zie je breukjes in de contouren. Dat drukken ging er namelijk best ruig aan toe. Een van de prenten die nu hangt is iets ouder en er mist een stukje in de contouren van de Fuji-berg.
‘Er wordt gedacht dat er nog maar zo’n honderdvijftig tot tweehonderd originele drukken verspreid over de wereld zijn. Veel prenten zijn vervaagd of verwoest door grote branden, oorlogen en heftige aardbevingen. In Japan waren alle huizen tot de jaren 1920 van hout en grote branden waren jaarlijkse kost.’
Wat is uiteindelijk de invloed geweest van de Grote Golf?
‘Die is vrij groot. Veel van Hokusai’s tijdgenoten hebben zich laten inspireren door zijn werk. In de commerciële printkunst waren ze ook niet bang om van elkaar te jatten. Het ging allemaal om wat het publiek wilde. Ze doen het wel echt voor het geld.
‘Na de val van het Samurai-regime ging het land open voor handel met andere Europese landen en de Verenigde Staten. Er zijn honderden duizenden prenten naar Europa verscheept. Dat zorgde ervoor dat kunstenaars in Europa ook opeens nieuwe invloeden en inspiratie kregen. Impressionisten als Van Gogh en Monet verzamelden zelf ook prenten. Van Gogh heeft zelfs een aantal directe kopieën van een Japanse kunstenaar gemaakt die je vandaag nog in het Van Gogh-museum kunt zien.
‘Maar de Grote Golf werd ook in de popcultuur heel populair. Het wordt gebruikt in allerlei reclames, zoals die van Levi’s, maar ook voor grafieken over klimaatverandering. De Golf wordt gedrukt op T-shirts, mokken, koelkastmagneten, je kunt het zo gek niet verzinnen. Je hebt zelfs een boek over Nijntje en de Grote Golf.
‘Als mensen denken aan Japan, denken ze vaak aan de Grote Golf, en andersom. Tegenwoordig kunnen ze er zelfs echt niet meer omheen, want sinds dit jaar staat de beroemde golf zelfs op het 1000 Yen-biljet, ongeveer zes euro, en dat biljet wordt heel veel gebruikt. Japan is onlosmakelijk verbonden met de ‘Grote Golf’ van Hokusai.’
Hokusai. De Grote Golf, Sieboldhuis, t/m 29 september, €11. Gratis voor studenten van de Universiteit Leiden (op vertoon van collegekaart)