Achtergrond
Wéér die vooroordelen: hoe studenten en docenten racisme ervaren
Vandaag is het de internationale dag tegen racisme en discriminatie. Ook Leidse studenten en medewerkers hebben nog steeds te maken met vooroordelen en kwetsende opmerkingen. ‘Ze begrijpen niet dat ik erbij hoor.’
Elena van der Klok
donderdag 21 maart 2024
Beeld Taco van der Eb

‘Wie zijn je échte ouders?’

 ‘Ik ben een kokosnoot’, zegt Ruchi van Zoelen, bachelorstudent international relations. ‘Ik ben bruin van buiten en wit van binnen.’

Toen ze twee jaar oud was, werd ze geadopteerd uit India. ‘Ik wist dat natuurlijk altijd al; mijn ouders zijn letterlijk wit. Het is ook nooit iets geweest waarvoor ik me heb geschaamd. Vroeger zeiden sommigen dan wel eens: “Oh, wat zielig.” Maar ik ben helemaal niet zielig.’

Van Zoelen is erg open over haar achtergrond. ‘Mensen stellen veel vragen, en dat vind ik niet erg. Het is vaak de manier waarop de vragen worden gesteld die mij raakt. Bijvoorbeeld: “Wie zijn je échte ouders?” Dat kan ik als kwetsend ervaren. Ik weet echt wel wat je bedoelt, maar je zegt het onhandig.’

Ook op de universiteit maken studenten wel eens storende opmerkingen. ‘Er werd een keer gevraagd: “Zijn er nou eigenlijk veel mensen van kleur in Leiden?” En toen antwoordde iemand: “De mensen van kleur die ik ken, tellen eigenlijk niet, want ze zijn of geadopteerd of Aziatisch.” ‘Toen hij dat zei, keek hij naar mij en mijn Chinese vriendin. Ik vond die opmerking bijzonder. Hij denkt dat als je geadopteerd bent je geen discriminatie of racisme kunt ervaren. Maar dat slaat natuurlijk nergens op.’

Van Zoelen ervaart dat ze tussen groepen in valt en buitengesloten wordt. ‘Internationals zijn altijd heel blij wanneer ze mij zien, want ze denken dan: hé, dat is iemand van kleur. Maar zodra ik zeg dat ik Nederlands ben, haken ze gelijk af. Dit doet me wel wat. Het is dus alleen interessant als ik het volledige plaatje heb. Mijn huidskleur is niet genoeg.’

Foto Taco van der Eb

Bij de uitvaart van haar stiefopa werd ze over het hoofd gezien. ‘Vanwege mijn huidskleur wisten veel ouderen niet dat ik de kleindochter was. Ze begrepen niet dat ik bij de familie hoor. Dat vond ik best wel hard.’

Thuis in Hengelo valt Van Zoelen vanwege haar huidskleur dus op, maar in Leiden ook. ‘Ik ben lid van studentenvereniging de Dinsdag Avond Club en daar zie ik bijvoorbeeld weinig mensen van kleur. Op een gegeven moment kwam zelfs een zwarte jongen naar mij toe die zei: “Oh my god, eindelijk iemand met een buitenlandse achtergrond”.’

Volgens haar is er dan ook ‘veel werk aan de winkel’, ook voor de universiteit. ‘Mijn buitenlandse vrienden en ik merken eigenlijk helemaal niet dat de universiteit actief met inclusiviteit bezig is.

‘Wel had de universiteit vorig jaar een filmpje gemaakt over micro-agressie. Ik denk dat dat helpt. Je maakt dan duidelijk wat zoiets is. Alleen veel reacties onder die video waren van: “Wat een aanstellerij.” Dit liet eigenlijk gelijk zien dat zo’n filmpje dus nodig is.’

Foto Taco van der Eb

‘Jij bent gebrainwashed door China’

 ‘Iemand zei tegen mij: “Jij begrijpt het allemaal niet. Jij bent gebrainwashed door de Chinese overheid”’, vertelt Yubo Guan. Ze komt oorspronkelijk uit Beijing, maar doet nu de master Asian studies in Leiden.

Guan legt uit dat het tijdens haar colleges soms over Xinjiang gaat, dat is een regio in het noordwesten van China waar de Oeigoerse moslimminderheid wordt onderdrukt. ‘Maar volgens studiegenoten mag ik hier geen mening over hebben. Zij zeggen dat de Chinese staat de sociale media die ik gebruik controleert. Hierdoor zou ik het grotere plaatje niet meer zien.’

Voor dit soort reacties was Guan al bang voordat ze naar Nederland kwam om te studeren. ‘Ik ben juist hier gaan studeren omdat ik geïnteresseerd ben in het westerse perspectief: daarom heb ik hiervoor ook politicologie gedaan. Maar China heeft momenteel een negatief imago. Veel mensen hebben een probleem met het land. Dus daarom voel ik me soms slecht als ik mijn land wil steunen.’

In de context van Xinjiang zou ze graag tegen haar studiegenoten willen zeggen: ‘De Chinese overheid is óók niet goed tegenover óns. Je kan niet alleen kiezen om de Oeigoerse minderheid te steunen en niet te geven om de Han-Chinezen die ook worden onderdrukt. Maar nu ik zo vaak dit soort reacties krijg, wil ik mijn mening niet meer delen.’

‘Mensen gaan liever om met Koreanen of Japanners. Chinezen zouden allemaal communisten zijn’

Het vooroordeel dat studenten hebben over Chinezen neemt Guan mee in haar dagelijks leven. ‘Ik heb het gevoel dat mensen eerder met Koreanen of Japanners willen omgaan. Zij worden gezien als liberaler dan Chinezen. Wij zouden allemaal communisten zijn.’

En ook hoogleraren hebben haar wel eens buitengesloten. ‘Toen ik mijn pre-master deed in Leiden voelde ik me op sommige momenten niet op mijn gemak. Bijvoorbeeld bij het vak Regionalism in Asia. In die les was ik de enige niet-Nederlandse student. Het hoorcollege werd in het Engels gegeven maar tijdens de pauze bleef de professor in het Nederlands praten. Ik werd geïrriteeerd en voelde me echt buitengesloten.’

Gelukkig ervoer ze steun vanuit studiegenoten. ‘Een vriend heeft me toen geholpen om alles te vertalen. Dat hielp wel.’

Verder ziet Guan racisme om haar heen, in verschillende varianten. ‘Ik hoorde van vrienden dat een student had gezegd dat hij Japanse cultuurlessen volgt zodat hij later met een Japanse kan trouwen. Dit voelde verkeerd voor mij. Mensen worden dan gezien als object. Ze worden niet gerespecteerd als individu. Misschien vind je Japanse vrouwen wel schattig, maar heb je dan niet gewoon last van een soort yellow fever?’

Foto Taco van der Eb

‘WAT GAAN WE NU DAADWERKELIJK DOEN?’

‘Op een dag riep iemand: “LeBron!” Ik weet niet of het kwam door de sneakers die ik droeg dat deze persoon dacht dat ik de basketballer van de LA Lakers was, maar het was een beetje raar. Mijn reactie was: “Oké?” Ivan Simpson-Kent, universitair docent ontwikkelings- en onderwijspsychologie, is Afro-Amerikaans ‘gemengd met een beetje Chinees en Spaans’ en komt uit West Philadelphia. ‘West Philly is relatief divers. Het bestaat uit ongeveer 44 procent zwarte mensen, 44 procent witte mensen. De rest is Latino, Chinees of iets anders.’

Toch is Simpson-Kent een erg witte omgeving gewend. ‘Ik ging naar een overwegend witte middelbare school en naar nogal witte universiteiten. En Leiden is ook erg wit.’

Maar volgens hem betekent dit niet per se dat West Philadephia diverser is dan Leiden. ‘Ik denk dat te veel mensen diversiteit interpreteren als hoe je eruitziet of waar je vandaan komt. Maar het is ook een mentaliteit. Je kunt mensen hebben die zwart zijn, bankier worden, en dan zoals alle bankiers gaan denken. Dus niet alleen je achtergrond telt mee.

‘Hoeveel ben je bereid op te offeren om te laten zien dat het je echt iets kan schelen?’

Simpson-Kent ziet dat Universiteit Leiden diversiteit belangrijk vindt. Maar of de universiteit ook snapt wat diversiteit precies inhoudt, is twijfelachtig. ‘Je kunt wel zeggen dat je om iets geeft, maar doe je er ook daadwerkelijk wat aan? Hoeveel ben je bereid op te offeren om te laten zien dat het je echt iets kan schelen?

‘Ik kan bijvoorbeeld op mijn Instagram #feminism posten en evenementen rondom feminisme organiseren. Maar hoe weet je dan hoe feministisch ik eigenlijk ben? Hoeveel heb ik echt gedaan om iemands leven beter te maken? Heb ik bijvoorbeeld gesprekken met vrouwen gevoerd over feminisme?’

Diversiteit brengt volgens de universitair docent veel ongemak met zich mee. ‘Diversiteit betekent dat je in de buurt van mensen zult moeten zijn die een heel andere mening hebben dan jij. Als te veel mensen hetzelfde doen of op dezelfde manier denken, zul je geen vooruitgang boeken.’

We moeten zonder enig vooroordeel met elkaar om kunnen gaan. ‘Het maakt niet uit wie of wat je bent: hoogleraar, PhD, student of conciërge. Je bent een mens, daar gaat het om, dus moeten we elkaar zo behandelen. Dat wil ik graag zien.’