Columns & opinie
Ik weet er genoeg van om te kunnen zeggen: weg met cultuur!
Er is op het Koreaanse schiereiland bijna een laboratoriumsituatie ontstaan. Twee samenlevingen die meer elkaar tegengesteld zijn dan Noord- en Zuid-Korea zijn moeilijk denkbaar,
Remco Breuker
donderdag 21 maart 2024

De geesteswetenschappen worden vaak geassocieerd met de studie van cultuur. En niet ten onrechte: geesteswetenschappers houden zich inderdaad vaker dan veel andere wetenschappers (maar niet allemaal, denk aan de antropologen bijvoorbeeld) met uitingen van cultuur bezig.

Vroeger dacht je dan aan een literair werk, een muzikale compositie of een bijzondere traditionele manier van kersen inmaken. Tegenwoordig lijkt de notie van cultuur wat versmald en wordt het overwegend gebruikt om gedrag uit te leggen. Als een “lichtgetinte” dader van een misdaad, bij voorkeur gewelddadig, wordt besproken, duurt het meestal niet lang voordat diens cultuur erbij wordt gehaald als uitleg voor diens onoverkoombare drang tot het begaan van gewelddadige misdaden (let wel, dit geldt niet voor iedereen; in het geval van een niet-lichtgetinte dader die tegen een vrouw met wie hij het hartgrondig oneens is “daar moet een piemel in!” roept, is de communis opinio dat dit geen enkele relatie heeft met de cultuur waar de piemelroeper in kwestie toe behoort).

Nu houd ik mij al enige decennia bezig met cultuur en uitingen van cultuur. Literaire werken, muzikale composities, idiosyncratische manieren van voedsel inmaken – ik denk dat ik wel begrijp hoe dit soort dingen deel uitmaakt van de ingesleten netwerken van gedragingen die samen een cultuur vormen. Dat is uit te leggen.

Ik heb altijd meer moeite gehad met cultuur als datgene wat gedrag uitlegt. Toen ik nog wel eens interculturele trainingen gaf, liep ik altijd tegen empirische feiten aan zoals het gegeven dat voor elke Koreaan (Duitser/Nederlander/Pakistaan/et cetera) die zich gehoorzaam tegenover autoriteit toonde, je er ook een kon vinden die zich er mordicus tegen verzette.

Meerstemmigheid compliceert uitleg door cultuur. Natuurlijk heb je in samenlevingen bepaalde gedragingen die breder worden ondersteund dan andere, maar heel veel helpt de notie van cultuur hier niet om dat uit te leggen (behalve als je cultuur definieert als de recente geschiedenis van een gemeenschap) - ook niet omdat dat soort dingen altijd aan het veranderen is.

‘Cultuur die uitlegt, is weinig anders dan een verzameling gestolde vooroordelen’

Ik werd op een gegeven moment niet meer gevraagd dit soort trainingen te geven, omdat het duidelijk was dat ik gewoon niet in onveranderlijke culturele dimensies kan denken (het beroemde Hofstede-model, waarvan het onderzoek naar Korea gebaseerd is op enquêtes uit de jaren zestig toen Zuid-Korea nog een militaire dictatuur was – toch wordt ook nu nog menig expat en diplomaat met Hofstede in het hoofd naar Seoul gestuurd).

Het Koreaanse schiereiland is wat mij betreft het krachtigste en duidelijkste tegengif voor een obsessie met cultuur als explanans (datgene wat uitlegt) in plaats van explanandum (datgene wat dient te worden uitgelegd). Tot 1945 had er meer dan duizend jaar een verenigde politieke, culturele, linguïstische entiteit op het Koreaanse schiereiland bestaan - historisch Korea.

De Koude Oorlog trok deze staat ongevraagd uit elkaar in twee delen met Noord-Korea en Zuid-Korea als resultaat. Toen de 38ste breedtegraad die deze jonge staten scheidde nog niet hermetisch afgesloten was, vluchtte menig linksgeoriënteerde zuiderling naar het noorden en kozen die grondbezitters en ondernemers uit het noorden die niet hangend aan een lantaarnpaal waren geëindigd het hazenpad naar het zuiden.

Met andere woorden, ook de genenpoel op het Koreaanse schiereiland was goed en redelijk gelijkmatig door elkaar gehusseld.
Fast forward vijftig, zestig, zeventig jaar: er is bijna een laboratoriumsituatie ontstaan op het schiereiland. Twee samenlevingen die meer elkaar tegengesteld zijn dan Noord- en Zuid-Korea zijn moeilijk denkbaar, het gevolg van decennia van keuzes maken ingekaderd door de recente en directe omstandigheden (de Koude Oorlog, het machtsvacuüm na het vertrek van kolonisator Japan, de aanwezigheid van de VS en de Sovjet-Unie, de Koreaanse Oorlog, de aanwezigheid van aantrekkelijke ideologieën en oneindig veel aanmerkelijk kleinere factoren zoals regionale machtsconfiguraties, lokaal politieoptreden of de gesteldheid van de landbouwgrond) en niet keuzes geconditioneerd door bijvoorbeeld het confucianisme (wat zou leiden tot eerbied voor ouderen en respect voor autoriteit).

‘Overgeërfde cultuur die gedrag bepaalt in Noord- en Zuid- is er simpelweg niet, slechts gedeeld DNA’

Noord-Koreanen die naar Zuid-Korea vluchten, aarden daar vaak slecht of zelfs niet. De aanwezigheid van een gedeeld verleden tot 1945 en die van een gedeelde taal, blijken niet genoeg. Vijf eeuwen van neo-confucianisme lijken de facto verdwenen. Overgeërfde cultuur die gedrag bepaalt in Noord- en Zuid- is er simpelweg niet, slechts gedeeld DNA. (Maar wat betekent dat nog als de gemiddelde Noord-Koreaan door ondervoeding nu 15 centimeter korter is dan de gemiddelde Zuid-Koreaan?)

Wat er wel is, en in overvloed, zijn gedragingen geconditioneerd door gebeurtenissen, ideeën en structuren die niet inherent aan bepaalde groepen mensen zijn verbonden, anders dan door contingentie.

Anders gezegd, het had ook allemaal anders kunnen zijn.

Cultuur is uiteindelijk niet veel anders dan een bepaalde en tijdelijke constellatie van elementen die universeel menselijk zijn. ‘Potentially every culture is all cultures’, zoals Paul Feyerabend het ooit verwoordde. Cultuur legt niets uit, maar moet juist uitgelegd worden. Cultuur die uitlegt, is weinig anders dan een verzameling gestolde vooroordelen; cultuur die uitgelegd wordt leidt tot begrip, maar misschien moet het maar eens een andere naam krijgen. Weg met cultuur!


Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies