Cultuur
1650: Leids elixer werd populaire borrel
Het is nog maar de vraag of gin-tonics in hun huidige vorm zouden bestaan als Sylvius er niet was geweest.
donderdag 7 februari 2019
Er is een hardnekkige urban legend dat jenever is uitgevonden aan de Universiteit Leiden, door Sylvius.

Door Bart Braun We danken een hoop aan de chemicus-anatoom Franciscus Sylvius (1614 – 1672). Hij beschreef als eerste een hersenstructuur die nu de fissura lateralis genoemd wordt, maar vroeger de groeve van Sylvius heette.

In Leiden richtte hij het eerste universitaire scheikundelaboratorium op, de verre voorloper van het Leids Instituut voor Chemie.

Hij deed onderzoek naar de rol van zuren bij de vertering, en hielp daarmee het idee van Paracelsus dat processen in het lichaam een chemische basis hebben aan vaste grond in de Lage Landen. Het is ook nog maar de vraag of gin-tonics in hun huidige vorm zouden bestaan als Sylvius er niet was geweest.

Er is een hardnekkige urban legend dat jenever is uitgevonden aan de Universiteit Leiden, door Sylvius.

Op dezelfde noot: de Russische chemicus Dmitri Mendelejev (die van het periodiek systeem) heeft niet bepaald wat het alcoholpercentage van wodka zou moeten zijn.

En als de heilige Patricius (Saint Patrick) écht als eerste bedacht dat je alcohol ook uit graan kon destilleren, dan deed hij dat heel knap vele eeuwen voordat de destillatietechniek via Arabië Europa binnenkwam. Woorden als al-cohol, een el-ixer dat werd gemaakt met een al-embiek, verraden nog steeds die oorsprong.

Wat Sylvius wél deed, was een populair drankje maken met gedestilleerde alcohol waar jeneverbes in zat, als middel tegen maag- en nierklachten. Hij was niet de eerste met dat idee: de destilleerkunst was nog niet zo ver gevorderd en om de resultaten enigszins drinkbaar te maken, gooiden de producenten van alles en nog wat in hun drank, van jeneverbessen tot terpentijn.

Via stadhouder Willem III, die getrouwd was met zijn nicht, de Engelse Mary II, en met haar de macht overnam in Engeland, belandde het drankje daar. De Engelsen konden het spul niet namaken (en niet uitspreken), en zo ontstond daar de gin, met een minder uitgesproken graansmaak.

Wie weet wat we zouden drinken als Sylvius een andere plant in zijn alcohol had gegooid?