Achtergrond
Zo haal je 230 punten in een jaar
Als er iemand vakantie heeft verdiend, is het Juliette van der Laarse. Ze doet vier (4!) studies en runt ook nog een gamebedrijf. Mare vroeg haar om een week lang een agenda bij te houden. Gelukkig deed ze dat al - en nogal minutieus ook.
donderdag 13 december 2018
© Marc de Haan

Door Susan Wichgers Iedereen heeft het druk, maar er kan er maar één de winnaar zijn. Juliette van der Laarse (26) begon vier jaar geleden met Koreastudies. Twee jaar later startte ze met rechten, daarna volgden security studies en urban studies. ‘Maar niet voltijd hoor’, benadrukt ze meerdere keren. Dit jaar haalt ze 230 studiepunten (toch bijna vier complete studies) als ze haar planning blijft volgen. Het aantal studiepunten dat ze minstens moet halen om door te mogen studeren, is 160. Haar minimum is dus nog altijd het equivalent van ruim 2,5 studies.

‘Het is minder heftig dan het lijkt’, zegt Van der Laarse. ‘Eerstejaarsvakken zijn vaak vrij algemeen. Bij security studies kregen we bijvoorbeeld uitleg over wat een staat is, of wat oriëntalisme inhoudt. Dat wist ik dan al, van Koreastudies. Na het eerste jaar worden de vakken specialistischer, maar dan heb ik mijn propedeuse al gehaald, dus kan ik het rustiger aan doen.’

Ook al hebben de studies weinig met elkaar te maken, het combineren van kennis helpt haar veel. ‘Het was echt anders geweest als ik bijvoorbeeld wiskunde erbij had willen studeren’, denkt Van der Laarse. Voor deze vier studies heeft Van der Laarse ook nog een opleiding in game development gedaan, waarin ze een goedlopend bedrijf is gestart. Op het moment is ze daar zo’n twaalf uur per week mee bezig, maar dat is uitzonderlijk. ‘De tijd die ik daaraan kwijt ben fluctueert enorm’, vertelt Van der Laarse. ‘Meestal zo’n 25 uur per week, maar soms ook zestig.’ Als het écht te druk wordt, zou ze een manager in kunnen huren. ‘Ik hoef er niet rijk van te worden. De universiteit is mijn prioriteit.’

Haar bedrijf, ReddLock, is de reden dat ze twee jaar geleden met rechten begon. Omdat ze nog niks wist van het runnen van een bedrijf schakelde ze een business incubator in, een organisatie die startende ondernemers helpt. Ze had het idee dat ze niet kreeg waar ze voor betaalde, en besloot de samenwerking te verbreken. Maar ze waren niet zomaar van plan haar te laten gaan. 

Ze schakelde één van de duurste advocaten van Nederland in, die ze niet kon betalen. ‘Hij was heel begaan met mijn verhaal en alsnog bereid me te helpen. Uit geldgebrek heb ik de zaak zoveel mogelijk zelf voorbereid. Zijn stagiair controleerde het en de vennoot ondertekende de mails.’ Met wat bluffen heeft ze de organisatie gelukkig alsnog kunnen verlaten.

‘Door deze ervaring besloot ik internationaal ondernemersrecht te gaan studeren’, vertelt ze. ‘Ik wilde voortaan exact weten wat er tussen de regels door in contracten staat. Dit zal me nooit meer overkomen.’

Een jaar later begon security studies in Den Haag, iets waar ze altijd interesse in heeft gehad. En ook urban studies sprak haar aan. ‘Ik dacht: ik probeer het allebei gewoon, en als ik het niet red, stop ik er weer mee. Maar ik vond het zo leuk dat ik het ben blijven doen.’

Om alles vol te houden, maakt ze in een bullet journal planningen die niks aan het toeval overlaten. ‘Als een psycholoog hiernaar zou kijken, zou ik waarschijnlijk meteen allemaal labels opgeplakt krijgen’, lacht ze. Dat ze perfectionistisch is, is er op z’n minst aan af te lezen. Soms mist ze daar zelfs deadlines door.

‘Ik heb geluk dat mijn docenten me kennen, anders zouden ze misschien denken dat het luiheid is. Afgelopen week miste ik een paperdeadline door mijn enthousiasme. Ik had een goed onderwerp in mijn hoofd, en door erover te lezen werd dat steeds beter. Ik zit dan al snel op veertig artikelen in plaats van vijftien, omdat ik ook artikelen wil lezen waar de onderzoeker naar refereert, en dan is de deadline verstreken voordat het voor mezelf goed genoeg is.’

Van der Laarse heeft allerlei methodes geprobeerd om te testen hoe ze het snelst leert. Momenteel is dat het zogeheten Pareto-principe (ook wel: 20/80-principe): met 20 procent van de tijd krijgt ze 80 procent van het werk gedaan.

Hoewel haar planning eruit ziet alsof het meer tijd kost dan oplevert, zegt ze: ‘Het is nog nooit zo rustig in mijn hoofd geweest. In het begin was het tijdrovend, maar ik word er steeds beter in. Ik had altijd extreem veel stress. Nu niet meer. Ik kan niet meer denken dat ik niet genoeg doe en dat geeft ook rust. Als ik ooit tijd heb, ga ik een app maken van het systeem, zodat alles overzichtelijk is en het niet meer op papier hoeft.’

Haar weken hebben kleurcodes: een zwarte week is alles op twintig procent, een rode week is alles fulltime, en dus niet volgens het Pareto principe. De reflecties van haar stressniveaus en emotionele gezondheid zorgen dat ze niet te ver gaat. ‘Als te veel weken achter elkaar rood zijn en mijn stress levels zijn hoog, dan moet ik rustig aan doen en een zwarte week plannen. Als ik volgens mijn eigen planning alles gedaan heb, voelt dat ook echt als genoeg. Dan kan ik wel rusten.’

Bij iedere dag staat er ‘Would oppa be proud?’. ‘”Oppa” betekent is Koreaans voor zoiets als oudere broer. Ik heb een goede online vriend die heel pragmatisch en efficiënt is. De vraag is eigenlijk altijd: zou hij trots op me zijn?’

Ze plant op een dag precies welke taken ze moet volbrengen, en hoeveel ‘pomodori’ (een tijdsblok van 25 minuten) daarvoor nodig zijn. Om te concentreren gebruikt ze Forest, een app waarin je een boom plant die groeit als je niet op je telefoon kijkt, en stopt met groeien als je dat wel doet. Achterin haar boek staan roadmaps met de taken onderverdeeld in subtaken, die ze netjes afkruist. ‘Dan zie je meteen of je snel werkt of achterloopt.’

Een sociaal leven onderhouden naast dit alles is wel moeilijk, geeft ze toe. ‘Meestal combineer ik het met logeren. Ik heb een vriend, maar we doen weinig samen, behalve slapen. Afgelopen weekend moest ik er echt even tussenuit en logeerde ik bij een vriendin. Dan zijn we wel samen aan het studeren, maar het voelt toch alsof ik even weg ben.’

Ook familie ziet ze weinig: soms met tussenpozen van vier maanden. De kerstdagen besteedt ze dus juist daar, met hen. ‘Met Kerst ga ik slapen, maar voornamelijk veel samenzijn met hen. Kerst is honderd procent toegewijd aan mijn familie.’

Na het afronden van haar bachelors wil ze een master gaan doen (‘waarschijnlijk ook verschillende tegelijk’) en haar droom is om een PhD te halen. ‘Ik vind academisch onderzoek heel leuk en ik lees en schrijf snel, dat is een groot voordeel. Mensen vragen me vaak hoe ik alles tegelijk doe. Misschien begin ik er nog wel een blog over.’