Wetenschap
De anatomie van hits
Muziek heeft patronen die we herkennen, maar slecht kunnen beschrijven. Anja Volk speurt met de computer naar deze ritmes om het componisten en Spotify makkelijker te maken. ‘Ik wil luisteraars uit hun bubbel halen.’
Vincent Bongers
donderdag 29 november 2018
Carter and King Jazzing Orchestra in Houston, 1921.

 ‘Ik zing in een koor’, vertelt musicologe en informaticus Anja Volk van Universiteit Utrecht. ‘We waren de Hohe Messe van Bach aan het repeteren. Een paar gedeelten in het stuk vond ik ritmisch heel moeilijk. Als ik de draad verloor, dan kon ik die maar moeilijk weer oppakken. Hoe kwam dat? En waarom lukte het in andere delen van de compositie wel? Met de computer ben ik het hele stuk gaan onderzoeken. Ik zocht naar ritmische patronen, en ik stuitte inderdaad op mijn struikelblokken. De ritmes waren op die punten complexer.’

Volk liet de computer databanken vol muziek afgrazen op zoek naar patronen in muziek. ‘Musicologen zeggen dan dat die patronen de basis zijn van de stijl of genre. Herhaling is een heel fundamenteel element van muziek. Met de computer kun je heel veel van die herhalingen analyseren.

‘Als we muziek horen, is er vaak sprake van herkenning: oh, dit is ragtime, een muziekgenre uit de negentiende eeuw en een van de ingrediënten van jazz. We kunnen ze herkennen, maar we zijn niet goed in staat om expliciet te maken welk patroon het dan precies is. Het beschrijven is vaak moeilijk. Ik wil heel graag snappen hoe melodie of ritmes herkend worden. Dat kan wel met de computer.

‘Als je dat begrijpt, kun je namelijk mensen uitleggen waar ze op moeten letten als ze naar stukken luisteren en welke patronen voor bepaalde muziek belangrijk zijn. Zo kun je mensen ook makkelijker in staat stellen zelf te componeren. Daar is software voor te bouwen. Stel je voor: hier is een complex stukje Beethoven. Welk patroon valt op? Probeer dan op basis van dat patroon zelf een compositie te schrijven, wat nog wel een beetje van Beethoven heeft, maar ook een eigen variatie is.’

Met het onderzoek van Volk in de hand schrijf je niet ineens een liedje dat gegarandeerd de hitlijsten in schiet. ‘Of een nummer goed scoort, hang van veel meer factoren af. De hele economie eromheen is bepalend. Een hit heeft vaak wel specifieke ingrediënten. Als een nummer geen catchy herhalingen heeft, dan is de top 40 vast moeilijk om te halen. De balans tussen herkenning en vernieuwing is ook heel belangrijk. Er is echter geen programma dat automatisch hits schrijft. Het is trouwens ook interessant om te kijken waarom nummers die alle kenmerken van een hit hebben, uiteindelijk toch floppen.’

Er is ook een link met streamingdiensten als Spotify. ‘Wat ik het meest interessant vind, is mensen in contact brengen met heel andere muziek dan bijvoorbeeld de suggesties die Spotify geeft. Ik wil luisteraars uit hun bubbel halen. Als je van ragtime houdt, is het dan mogelijk om heel andere muziek te vinden die je dan ook heel goed vindt? Ik kwam er in mijn onderzoek achter dat overal in de wereld ragtime wordt gecomponeerd. Het heeft dan alleen lang niet altijd dezelfde naam. Het klinkt ook net wat anders, maar heeft wel ongeveer dezelfde patronen. Zo is het mogelijk om op totaal onbekende nummers en componisten te stuiten. Het is heel interessant om die verrassende verbanden te vinden. Spotify adviseert niet op deze manier, al is mij onbekend hoe zij precies te werk gaan. Dat leggen ze ook niet in het openbaar uit.’

‘Daar zit muziek in’, publieksdag Leiden Institute of Brain and Cognition, Vrijdag 30 november, Stadsgehoorzaal Leiden, 8.30u – 17.30u, €10,00 / €17,50 (incl./excl. lunch)