Wetenschap
Humeurtheorie
De mythe dat alle Fransen arrogant zijn, of Engelsen dronkenlappen, stamt al uit de Middeleeuwen. Historica Claire Weeda geeft een lezing over nationale identiteiten.
donderdag 22 november 2018

Hoe zit dat?

‘In discussies hoor je soms dat er in de Middeleeuwen al zoiets bestond als een “nationale cultuur” of “nationale identiteit”, en dat we het daarom in stand moeten houden, en verdedigen. Aan de andere kant wordt vooral in de twintigste-eeuwse wetenschap benadrukt dat de nationale identiteiten een politieke constructie zijn, vormgegeven door de elite in de achttiende en negentiende eeuw. Voor beide kanten is iets te zeggen, maar allebei zijn niet helemaal waar.’

Waar komen die ideeën vandaan?

‘In de twaalfde en dertiende eeuw zie je opeens heel veel bronnen die het hebben over de volksaard. Er zijn bronnen die vertellen hoe studenten in Parijs in de twaalfde eeuw met elkaar op de vuist gaan. De Engelsen worden uitgemaakt voor dronkenlappen, en de Fransen dat ze arrogant zijn.

‘De vraag is: zijn dit uitingen van een nationaal sentiment? Bronnen doen wel uitspraken over wat die mensen verbond in die tijd, waarin we ons nu herkennen.’

Zoals?

‘De religieuze invloed is heel groot, want al die theorieën worden geschreven door monniken en geestelijken. Men dacht na over de morele eigenschappen van volkeren. Het concept bestond dat de geschiedenis van oost naar west koerste. Sommige theologen zeiden ook: als het christendom het Westen heeft bereikt, komt het einde der tijden.

‘In de late Middeleeuwen praatte men over naties in morele termen. Die komen voort uit religieuze discussies over ethiek, en hoe je je als gemeenschap moet gedragen. Die morele afbakening loopt door in de vroegmoderne tijd en onze nationale normen en waarden. Maar in hoeverre is dit op christelijke deugden gebaseerd, of is het algemeen gezond verstand? Dat is heel moeilijk om uit elkaar te halen.

‘Wat erbij komt, is dat vanaf 1100 Griekse medische theorieën opeens populair worden onder West-Europese geleerden: de klimaattheorie en de humeurentheorie.’

Wat zijn dat?

‘Geleerden dachten dat de gesteldheid afhankelijk was van externe factoren, zoals of je in een warm of koud gebied leefde, of in een nat of droog gebied. Dat werd bijna vanzelfsprekend op volkeren toegepast.

‘Hippocrates schreef al dat mensen die in het koude noorden wonen van nature agressief en onbehouwen waren, maar wel heel dapper. Mensen in het zuiden waren intelligenter, maar ook sluwer en onbetrouwbaar. De mensen die in het gematigde midden woonden, waren intelligent, maar ook dapper.’

Waar was dit ‘gematigde midden’?

‘De Romeinen namen de Griekse theorie al over, en zeiden dat Italië in het midden lag. In de twaalfde eeuw zeggen Fransen hetzelfde over Noordwest-Europa. Daaruit komt voort dat de Fransen sanguinisch – energiek – zouden zijn, en de Scandinaviërs flegmatisch, dus kalm en rustig.

‘Joden worden als melancholisch bestempeld. Dat was het meest negatieve, in die periode. Dat betekende dat je angstig was, argwanend, en het werd ook aan intelligentie gekoppeld. Hier zie je ook het antisemitische stereotype naar voren komen.

‘Die humeurentheorie werkt tot op de dag van vandaag, zeker cultureel, nog door. Veel praktijken gaan daarop terug, zoals strandvakanties, of naar de bergen gaan om bij te komen.’

Anoushka Kloosterman

Studium Generale, 22 november, Lipsius, zaal 019, 19:30 u.