Wetenschap
Hoe Leiden een telescoop bij elkaar blufte
Astronomisch dispuut ‘Kaiser’ vat in een charmant boekje de geschiedenis van de Leidse Sterrewacht samen.
donderdag 15 november 2018
De wenkbrauw van de sterrenkundige vroor soms vast aan het messing oculair. © Vincent Mullenders/Sterrewacht Leiden

Door Bart Braun Eigenlijk zou ‘De Fotograaf’ naar Groningen gaan. De telescoop, een zogeheten dertienduims refractor, was in 1897 door de Nederlandse overheid aangeschaft om mee te kunnen doen in een internationaal sterrenkunde-project, en het sterrenkundig instituut in Groningen had op dat moment nog geen telescopen. Hij ging echter naar Leiden, want astronoom Hendricus van de Sande Bakhuyzen had gezegd dat er daar al een lege koepel klaarstond. Dat was helemaal niet waar, al wist hij er wel voor te zorgen dat die koepel er snel kwam.

Zoals de naam al aangeeft was het ding bedoeld om foto’s mee te maken. De lange sluitertijden die sterrenkundefotografie sowieso al met zich meebrengt en de staat van de fotografie rond 1900 zorgden er samen voor dat foto’s nemen hard werk was. Voor bewegingen door wind en trillingen moest gecorrigeerd worden, en tijdens een strenge winter vroor de wenkbrauw van de dienstdoende sterrenkundige vast aan het messing oculair.

De tijd dat sterrenkundigen nog beroepsmatig met hun ogen achter een telescooplens hingen, is voorbij, maar de meer dan honderdtwintig jaar oude Fotograaf kan overigens nog steeds gebruikt worden. Er liggen zelfs nog wat oude fotografische platen klaar, ‘voor een sterrenkundig noodgeval’. Leiden koestert haar verleden, en dus ook haar Sterrewacht.

Die Sterrewacht dankt Leiden aan astronoom Frederik Kaiser, die begon vanuit een zolderkamer in de nu naar hem vernoemde straat, maar geld inzamelde voor een apart gebouw. In 1860 was het klaar, inmiddels is het de oudste nog bestaande sterrenwacht ter wereld. Kaiser is ook de naamgever van het Leids Astronomisch Dispuut, dat in 2018 haar vijfentwintigste verjaardag vierde.

Oud-bestuurslid Alex Pietrow, tegenwoordig promovendus in Stockholm, schreef ter gelegenheid hiervan een boekje: Van zolders naar koepels. Het is 48 pagina’s dik en dan ook nog eens in het Nederlands en het Engels, en het heeft dus ook niet de ambitie om de definitieve geschiedschrijving van de Sterrewacht te geven. Wie wil weten hoe het nou precies zat met de verhalen over onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog, heeft niets aan dit boekje.

Aan de andere kant is er wel aandacht voor de geschiedenis van het gebouw, inmiddels als bezoekerscentrum toegankelijk via de Hortus Botanicus, en in gebruik door de faculteit Rechten. Ook voor de zeven belangrijkste telescopen is ruimte vrijgemaakt. In 2015 kwam er nog een nieuw exemplaar bij: een radiotelescoop, en dus een antenne in plaats van een buis met lenzen. Per slot van rekening is de radio-sterrenkunde grotendeels uitgevonden in de Leidse Sterrewacht. Koesteren maar!

Alex Pietrow

Van zolders naar koepels – vier eeuwen geschiedenis van de Leidse Sterrewacht.

Ostrw Books

48 blz. € 12,50

Te koop bij:

De Slegte, Breestraat 73 (5 euro)

Mayflower, Breestraat 142 (5 euro)

Of via Bol.com