Wetenschap
Duurzame duursport
Filosoof Ron Welters (56) promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen op verband tussen duursport en duurzaamheid. Morgen geeft hij een lezing op het Symposium Sportfilosofie in Leiden.
donderdag 15 november 2018
Ron Welters in de Powerman Zofingen

Wat is sportfilosofie eigenlijk?

‘Nadenken over wat sport nu eigenlijk is. Maar met dit antwoord schiet u natuurlijk niet veel op.’

Eh, nee. Wat is sport, volgens u?

‘Alles wat met competitieve lichaamsbeweging van doen heeft. Het hoeft niet om wedstrijden met tegenstanders te gaan. En zeker niet alleen om evenementen als de Tour de France. Als iemand die op weg naar werk zich verbeeldt dat hij Tom Dumoulin is en keihard de brug op fietst, dan is het weer wel sport.’

Bent u zelf ook sportief?

‘Ik doe aan hardlopen en fietsen. Jarenlang was mijn seizoensdoel de Powerman Zofingen  in Zwitserland. Dat is een wedstrijd met tien kilometer hardlopen door bergachtig terrein, vervolgens 150 kilometer fietsen, ook met de nodige hoogtemeters, en dan nog dertig kilometer hardlopen, uiteraard ook door de bergen.’

Heftig.

‘Wel als je het vergelijkt met de gemiddelde Nederlander. Maar er zijn mensen die vijfvoudige triatlons doen, of meer.’

Waarom doet u zoiets?

‘Om mijn grenzen te verleggen. Ik loop daar niet met de dood in de ogen rond, maar er is altijd iets van pijn. Door veel te trainen leer je daar verantwoord mee om te gaan. Duursport is voor mij een mooie manier om met hindernissen om te gaan. Je kunt het leven beter aan.

‘Als je hardloopt wil je jezelf verbeteren. Steeds iets verder, steeds iets harder. Ik spreek dan graag van auto-competitief. Met jezelf in competitie zijn.’

In uw proefschrift legt u een link tussen duursport en duurzaamheid.

‘Er zit een heel praktische kant aan. Als je duursport zo integreert in je leven dat je veel meer met de fiets doet - vakanties bijvoorbeeld, maar ook fietsen naar het werk – dan wordt de CO2-uitstoot flink beperkt. Met de fiets kun je een eind komen, als je een beetje oefent. De cirkel om je heen waarvoor je geen auto nodig hebt, wordt dan snel groter.

‘Voor een duurzame wereld is ook een grote inspanning nodig. Je kunt dat als een positieve vorm van competitie zien.

‘In de milieufilosofie zie je juist vaak een aversie tegen competitie: dat marktgerichte denken helpt alles immers naar de gallemiezen. Milieufilosofen zijn doorgaans wandelaars.’

Hoe wakker je die competitie aan?

‘Ik wil niet iedereen aan de ultra-triatlons krijgen. We zijn nu vooral gefixeerd op topsport. Medailles winnen, dan kan de koning juichen. Aan de andere kant van het spectrum heb je het bewegen om gezond te blijven. Dat wil de overheid graag, want dan zijn de zorgkosten lager. Je kunt ook in het midden gaan zitten, zoals ik. Toch ook sporten om jezelf te verbeteren: in jezelf investeren om te zorgen voor kleine veranderingen. Dat principe kun je ook toepassen op duurzamer leven.’ VB

Symposium Sportfilosofie, vrijdag 16 november, 14:00, P.J. Vethgebouw