Achtergrond
De eindbaas van de bende
De Romeinse Keizer Septimius Severus rekende hard af met zijn tegenstanders. Elsemieke Daalder onderzocht de 38 uitspraken die van hem bewaard zijn gebleven.
donderdag 18 oktober 2018

Rome, 2e eeuw na Christus: in het paleis op de Palatijn wordt een hoorzitting aan de keizer Septimius Severus voorgelegd. De slaaf van Titianus Primus, die in opdracht van zijn baas een bedrijf runde, lichtte achter zijn rug om een boel graanhandelaren op, en ging er met de kas vandoor. Maar de graanhandelaren willen wél geld zien, en stellen Primus aansprakelijk: het is immers zijn slaaf, dus hij is verantwoordelijk. Primus verdedigt zich: de slaaf handelde niet binnen zijn opdracht, dus hij hoeft er ook niet voor op te draaien. Die schimmige dealtjes met de graanhandelaren, daar heeft hij niets mee te maken. De keizer mag het zeggen.

‘Het resulteert in een nieuwe uitspraak. De slaaf wekte de ‘schijn van volmacht’ op’, zegt promovenda Elsemieke Daalder. ‘Het leek alsof de slaaf in zijn opdracht handelde, dus dat telt ook. De keizer zei: “Je had hem maar beter in de gaten moeten houden”.’ ‘Dit is wel een leuke uitspraak, want de juristen denken alleen maar in regeltjes, regeltjes, regeltjes. En de keizer kiest voor een andere benadering. Dit had ook met de handel te maken: voor een keizer was de graantoevoer van Rome heel belangrijk. Hij moest de graanhandelaren dus ook te vriend houden’.

De keizer was de machtigste rechter in Rome, zegt Daalder. ‘“De eindbaas van de bende”’, noem ik hem weleens in colleges’. Hij stond aan de top van de juridische piramide, en boven de wet. Iedereen mocht een hoorzitting bij hem aanvragen – al werd dit verzoek niet altijd ingewilligd. De zitting vond dan plaats in het paleis op de Palatijn, met de keizer op de troon, naast hem een handvol ‘juristen en niet-juristen’ als raadgevers. ‘Het moet heel imposant zijn geweest’, aldus Daalder.

Maar hoe machtig de keizer ook geweest is: er is bijna geen documentatie over de gang van zaken in de keizerlijke rechtszaal overgeleverd. Daalder bestudeerde de enige verzameling keizerlijke rechterlijke uitspraken uit de Romeinse tijd. Geschreven door de Romeinse topjurist Julius Paulus, en allemaal uitspraken van keizer Severus.

‘En dat is natuurlijk de eerste aanwijzing dat er iets geks aan de hand is’, zegt ze. In de praktijk hechtten de Romeinse juristen namelijk niet zoveel juridische waarde aan de uitspraken van de keizer. Die waren namelijk vaak specifiek, en hadden weinig waarde voor toekomstige rechtszaken – iets wat juristen ‘precedentwerking’ noemen. Het was voor de juristen vaak eigenlijk niet zo interessant, dus.

Daalder beschreef en bestudeerde voor haar proefschrift waarop ze eind deze maand hoopt te promoveren, alle 38 cases uitvoerig. ‘Het zijn mijn 38 kindjes’.

Ze heeft lang nagedacht over waarom Julius Paulus de verzameling heeft gepubliceerd: ‘Mijn conclusie is dat met die verzamelingen Paulus het beeld van Severus ‘at work’ wilde schetsen.’

Een reclame voor de keizer, dus? ‘Het is in ieder geval een tekst waarin een positief beeld wordt geschetst van de keizer.’

Dat was misschien ook nodig: Severus stond – en staat, nog steeds – bekend als ‘een enigszins wrede keizer’, zegt ze, ‘die nogal hard met zijn tegenstanders afrekende. Hij is door twee burgeroorlogen aan de macht gekomen, in een tijd waarin die al heel lang niet meer waren voorgekomen.’

Veel van de Romeinse burgers in de tweede eeuw hadden dus nooit een burgeroorlog meegemaakt en schrokken van het geweld. ‘Als je door middel van oorlog aan de macht komt, reken je af met je tegenstanders. Dat is hard, maar het hoort er wel bij. Daar komt het negatieve imago vandaan.’

Het zal geen lieverdje zijn geweest. Maar, hij is misschien ook niet de barbaarse, wrede keizer zoals hij vaak wordt gezien. Wat je ziet als je juridische bronnen leest, is dat de man zich veel bezighield met het recht. Hij had ook een andere kant’.

Zoals in de zaak van het minderjarige meisje Rutiliana. Zij eiste een landgoed op, dat contractueel aan haar overleden vader was beloofd. ‘Op basis van het recht kon Severus het niet aan haar toekennen, maar hij deed het wel’, zegt Daalder. ‘En hij doet dat omdat een bepaald beding uit het contract hem niet beviel – dat staat er letterlijk: ‘Het beding beviel hem niet’. Bovendien hadden haar voogden zich misdragen en waren uit voogdij gezet, dus hij vond het een nare zaak. Dit is een billijkheidsbeslissing – in strijd met het recht, maar ingegeven door het tegemoet willen komen aan een zielig meisje’. In de Middeleeuwen verklaart men de uitspraak van de keizer als volgt: “De keizer zag een welgevormd meisje, en daarom was hij aangedaan en hij oordeelde in haar voordeel”. En zo zitten er meer beslissingen in, waarin de keizer zich van zijn beste kant laat zien.’

Kan zo’n verzameling dan nog wel als historische bron dienen? ‘Als je zegt dat een document dient voor zelfpresentatie, dan trek je de historische waarde wel in twijfel. Maar aan de andere kant: je kan in zo’n tekst ook niet pure fictie opschrijven. Dat wordt over propaganda ook gezegd: dat is het effectiefst als het – gedeeltelijk – op waarheid berust.’

Daarnaast geven de cases, die bijvoorbeeld gaan over geschillen over erfenissen, scheidingen en huurcontracten, een kijkje in het Romeinse leven van die tijd. ‘Een van mijn persoonlijke favorieten is de onderhuurzaak, zegt ze. Het gaat over Aemilius Ptolemaeus, die een landgoed, dat hij van de keizerlijke schatkist (fiscus) had gehuurd, onderverhuurde aan derden, en die aangesproken werd door de fiscus als verhuurder om zijn winst af te dragen. ‘In 2010 speelde een soortgelijke zaak bij de Hoge Raad.’

‘Ik vind het grappig hoe anders er nu over de persoon Severus wordt gedacht, vergeleken met vroeger’, zegt ze. In vooroorlogse literatuur vond ze nogal wat racistische beschrijvingen: ‘Het was echt schandalig wat ik af en toe vond. Los samengevat, mensen die zeggen: hij is een man uit Afrika, dus een barbaar. Hij barbariseert het leger. Hij barbariseert de senaat, met zijn Afrikaanse vriendjes. Dat soort dingen.’

Septimius Severus kwam uit Libië, en was getrouwd met een Syrische. Hij was de eerste – en een van de weinige – Romeinse keizers met Afrikaanse wortels. Historica Mary Beard  vergeleek in een blogpost uit 2008 daarom Obama met Severus: allebei de eerste leiders van een wereldmacht, allebei met Afrikaanse wortels en beiden of mixed race. ‘En de eerste taak nadat Severus de troon besteeg in 193 na Christus was dealen met een militaire ramp in Irak (toen bekend als Parthia)’.

Door Anoushka Kloosterman