Achtergrond
'Blinn auga' bijna oudste Nederlands
Leids universitair docent Vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap Peter Alexander Kerkhof (30) vond bij toeval het zevende-eeuwse Oudnederlandse woord blinn auga (blindogig) in een Ierse woordenlijst. ‘Dan zit je bij het alleroudste Nederlands.’
donderdag 18 oktober 2018
O’Mulconry’s Glossary, de woordenlijst met de vondst van Kerkhof.

Kerkhof kwam het woord toevallig tegen toen hij de laatste hand aan zijn proefschrift legde, dat gaat over het vroegste taalcontact tussen de voorouder van het Frans en de voorouder van het Nederlands.

Hij verdiepte zich in een artikel uit 2013 van de Canadese taalkundige Michael Herren, die daarin ruchtbaarheid gaf aan het woord blinn auga. Hij suggereerde dat het wellicht een Oudnederlands woord was, maar sindsdien pakte geen enkele taalwetenschapper de handschoen op om dit te bewijzen. ‘Ik was niet verbaasd dat ik de eerste was, want er zijn heel weinig wetenschappers bezig met de oudste geschiedenis van het Nederlands’, zegt Kerkhof, die na lezing van Herren’s artikel op zoek ging naar de uitgave van de Ierse glossenlijst.

De woordenlijst – O’Mulconry’s Glossary genaamd – is een door monniken opgestelde lijst met verklaringen van moeilijke woorden uit de Bijbel en andere religieuze geschriften. ‘Er staan woorden in uit het Grieks, Hebreeuws en Latijn”, zegt Kerkhof, ‘en dus eentje uit het Oudnederlands.’

Waarom het er maar een is, is ook voor Kerkhof een raadsel. ‘Helaas hebben de monniken niet verwezen naar de bron waar zij het woord vandaan hebben. Ik heb zelf nog in de Bijbel gekeken of daar iemand blindogig wordt genoemd, maar dat is niet het geval. Het meest waarschijnlijke scenario is dat het om een monnik gaat die de bijnaam ‘blindoog’ had. In die periode was het heel gebruikelijk om met bijnamen naar elkaar te verwijzen.’

Daarmee is de vondst een van de oudste Nederlandse woorden in geschrift. ‘Alleen het wetboek De Salische Wet komt uit de zesde eeuw. Dat is het oudste Nederlands dat we hebben.’

Interessant aan de vondst van Kerkhof, is dat die volgens hem nog sterker aangeeft dat het Oudnederlands in de zevende eeuw nog steeds verbonden was met de inwoners van Frankrijk. De uitleg die de monniken namelijk bij blinn auga gaven, is dat het ‘blindogig’ betekent in de taal van de Gallo-Romeinen. ‘Dat waren Fransen’, legt Kerkhof uit. ‘Het woord werd dus verbonden aan de inwoners van Frankrijk.’

In lijn met die vondst, blijkt uit Kerkhofs proefschrift dat het Nederlands een belangrijke rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het Frans. ‘Dat heb ik onderzocht door te kijken welke Oudnederlandse woorden door het Frans zijn overgenomen. ‘Fauteuil’ komt bijvoorbeeld van vouwstoel en ‘guerre’ van het Nederlandse weren. Het blijkt ook uit grammaticale invloed. De woordvolgorde van het Oudfrans is in de meeste gevallen hetzelfde als van het Oudnederlands.’ SVL