Columns & opinie
Schr
Waarom is dit in hemelsnaam onderdeel van de collectie?, vraagt Eliza Jordaan zich regelmatig af. Tot aan de heropening stort de masterstudent kunstgeschiedenis zich op de verborgen schatten van Museum De Lakenhal.
donderdag 13 september 2018
Tegel met afbeelding van een zittende hond of aap. Tussen 1640-1700. Materialen: tintglazuur, aardewerk. © Collectie Museum De Lakenhal

Verwarring kan de beste overkomen. Sommigen scheppen het. Doelbewust. Doen kunstenaars dat ook? Zeker wel. Er zijn talloze voorbeelden te noemen van werken waarbij het de bedoeling van de maker is dat meerdere mogelijkheden van interpretatie ons brein betreden. Denk aan M.C. Escher en zijn onmogelijke constructies, zoals trappen die in elkaar overlopen op manieren die tegen de natuurwetten indruisen (zie bijvoorbeeld de litho ‘Belvedere’ uit 1958).

Soms is een dubbele interpretatie echter geen opzet van de maker, maar heb je als kijker nou eenmaal een andere visie dan de kunstenaar. Onlangs stuitte ik in de collectie van Museum De Lakenhal op een tegel waarvan ik niet kon duiden wat er op stond. Het was vast niet de bedoeling van de maker om verwarring te laten ontstaan over de schildering, maar toch is deze onduidelijkheid een realiteit.

Op het zeventiende-eeuwse object is een aap of hond afgebeeld. Ik kan het niet met zekerheid zeggen. In het midden van het oppervlak vormen simpele blauwe lijnen de contouren van het dier. Donkerblauwe accenten suggereren schaduw. Ik vermoed dat de ooit zo heldere blauwe figuur door de jaren heen is vervaagd en daarmee diens herkenbaarheid heeft verloren. Het oorspronkelijk witte tegeltje wordt nu gesierd door beigekleurig craquelé. Zoals de huid van een bejaarde rimpels toont, zo zijn ook hier de groeven door de jaren heen toegenomen.

Dat ik niet zeker weet welk dier ik in de illustratie moet herkennen is niet enkel mijn gebrek aan inzicht, het collectiestuk draagt daadwerkelijk de titel: ‘Tegel met afbeelding van zittende hond of aap, tussen 1640-1700’. De verwarring fascineert me. In de eerste plaats omdat ik er door aan het denken wordt gezet: waar kijk ik eigenlijk naar? Het maakt een ogenschijnlijk dagelijks object tot iets verwarrends. Het wordt verheven tot een intrigerend raadsel.

Ten tweede omdat mijn verwarring volgens de autoriteit (het museum, de conservator) gerechtvaardigd is. Een hond of een aap. Het museum laat beide mogelijkheden open.

Het doet me denken aan Schrödingers kat. Dit gedachte-experiment, afkomstig van natuurkundige Erwin Schrödinger, is wellicht niet bij iedere lezer bekend: stel je voor dat een kat in een gesloten doos wordt geplaatst samen met iets dat de kat kan doden (bijvoorbeeld gif). Totdat de doos wordt geopend weet je niet of de kat levend of dood is, en zou je dus kunnen zeggen dat de kat tegelijk zowel dood als levend is. Daarmee bestaan beide mogelijkheden tegelijkertijd.

Het blauwe dier op de tegel is dus simultaan hond én aap, tot het tegendeel is bewezen. Dat gezegd hebbende, misschien doet zekerheid over wat er afgebeeld is er helemaal niet toe. Onduidelijkheid en verwarring vormen de meerwaarde van dit onschuldige stukje aardewerk. Een eenvoudige tegel, verheven tot gedachte-experiment.