Studentenleven
Column: Duidelijkheid
donderdag 6 september 2018

Toegegeven: de laatste tijd ging het niet zo goed met me. Mensen zeggen altijd dat je in die situaties pas écht leert wie je ware vrienden zijn. Dat vind ik nogal hard en heftig klinken, maar het liet me wel nadenken over de vraag van wie ik bepaalde dingen kon verwachten als het niet goed met mij ging, en van welke mensen niet.

Dat leek in eerste instantie een gemakkelijke opgave, omdat ik zonder schaamte overdreven hoge eisen kan stellen, zelfs aan de minste kennis. Die werkwijze zorgde er echter voor dat het nog slechter met me ging, want op die manier stellen heel veel mensen je teleur. Ik moest het kaf van het koren zien te scheiden en gelukkig vond ik uiteindelijk een manier om dat te doen.

Niet gebaseerd op hoe lang we al bevriend waren, hoe duur de verjaardagscadeaus waren, of hoe vaak we elkaar zagen. Nee, die dingen vallen in het niet bij het hebben van een gemeenschappelijke vijand. Er zijn weinig dingen zo bevorderlijk voor een vriendschap als gezamenlijk een vreselijke pesthekel hebben aan iets.

Dat kan iets groters zijn waarin sowieso al een bepaalde dichotomie bestaat: politiek links versus politiek rechts (al vinden die twee elkaar wellicht in een afkeer jegens Het Midden) linkshandigen versus rechtshandigen, flat earthers tegenover mensen bij wie het IQ niet onder de zeventig ligt, vleeseters contra vegetariërs, etc.

Maar het liefst vind ik die gemeenschappelijke vijand in de kleine dingen: de mensen die kaasdoeken kopen bij Dille & Kamille of de mensen die liever sterven dan één voet over die eikenhouten drempel zetten. Het bekendste voorbeeld hiervan is het wel of niet tolereren van ananas op een pizza, of fruit in een hartig gerecht in het algemeen. De linguïstische inslag doet het ook altijd goed: patat of friet? IJskast of koelkast?

Mensen die fervent fan zijn van Aardappel Anders of margarine boven roomboter verkiezen, hoeven niet klaar te staan voor mij. Het rustgevende: ik ook niet voor hen.

Er is zekerheid en duidelijkheid en daaruit voortvloeiende rust: inmiddels gaat het alweer stukken beter met mij. Bovendien voelt het goed om te weten dat ik de mensen die ook zo’n afkeer hebben jegens de kant-en-klare AH-basic zelfbenoemde ‘kartoffelsalade’ (verkocht in die ordinaire emmers) ‘s nachts kan wakker bellen.

Dat zijn immers echte vrienden.

Femke Blommaert studeert Taalwetenschap