Achtergrond
Opinie: Er wordt zo weinig geluisterd
De polarisatie groeit, merkt Anne Kamsteeg, ook in de collegezaal. ‘Je kunt werkgroepen haast doormidden hakken.’
donderdag 14 juni 2018

Tijdens een werkcollege geschiedenis ontstond er een discussie rondom slavernij en de standbeelden van Nederlandse zeehelden, die toch minder held bleken te zijn dan gedacht. Het slavernijverleden is niet iets om gevierd te worden, luidde de stelling, en daarom moesten die beelden weg.

Er zijn in zo’n discussie duidelijke kampen. Er wordt door elkaar heen gesproken, waarbij het overstemmen haast belangrijker lijkt dan met duidelijke argumenten komen waarom men voor of tegen zou moeten zijn.

‘Het zijn goede herkenningspunten in steden!’

‘Ze hebben zoveel goeds gedaan!’

‘Het goede weegt niet op tegen het slechte!’

Gevolg: om de discussie niet nog verder uit de hand te laten lopen, ging de docent mensen aanwijzen die iets mochten zeggen, wat redelijk discussiedodend werkt.

Aan het einde wint er niemand en is iedereen enkel gefrustreerd. Niemand heeft zijn eigenlijke punt kunnen maken in de hitte van de strijd, en het schip strandt nergens.

Jonge mensen zijn behoorlijk gepolariseerd en links en rechts botsen met regelmaat keihard. Met name online maar ook met enige regelmaat face to face.

Als student beland je snel in een bubbel van gelijkgestemden, waarbinnen dezelfde politici en dezelfde standpunten het moeten bezuren in kritiek en grappen. Zo is Thierry Baudet regelmatig slachtoffer bij mijn vrienden en mij, waar Jesse Klaver het bij anderen vaak zal verliezen.

Wie zich niet in die collectieve mening kan vinden, valt buiten de boot. Daarnaast gaan er op social media bloklijsten rond, waarmee je in één keer iedereen waar je het mogelijk mee oneens zou kunnen zijn, uit je digitale leven kunt verbannen.

Er is niets mis met polarisatie en een sterke mening hebben. Het gebrek aan begrip en gebrek aan moeite die men erin steekt elkaar te begrijpen, zijn echter wel problematisch.

Nu wil ik ook weer niet zeggen dat links en rechts bij elkaar op schoot moeten springen. Integendeel zelfs, het is goed dat er verschillende meningen zijn en het is goed om elkaar uit te dagen. Maar: er wordt zo weinig geluisterd.

In de discussies tijdens college komt dit ook naar voren. Je kunt werkgroepen haast doormidden hakken.

Niet alleen als het om de standbeelden gaat, maar ook bij discussies over het bestaan van het patriarchaat en beperkingen op de nationale democratie door instituties als de EU.

Mensen praten door elkaar, doen hard hun best elkaar te overstemmen en voor de tegenpartij wordt weinig begrip getoond. Terwijl er toch veel van elkaar valt te leren.

Ook docenten kunnen soms fel uithalen naar elkaar en naar buitenstaanders, waar je met name op Twitter onder het genot van een bak popcorn van kan genieten. Zo zou Universiteit Leiden gebombardeerd moeten worden, omdat het ‘zo’n rechts bolwerk’ zou zijn. De ene docent krijgt het stempel ‘cultuurmarxist’, de ander ‘neo-nazi’.

Zelden komt er een volwassen discussie op gang. De blokkeerknop blijkt namelijk vaak aantrekkelijker dan een goed gesprek. Bovendien is geblokkeerd worden door de tegenpartij al een trofee op zich: daarvan een screenshot delen geldt als kers op de taart.

Het lijkt me van belang dat het debat niet alleen gevoerd, maar vooral ook gehoord wordt. Links en rechts valt er altijd wat te leren van een ander, en een nieuw wereldbeeld om in het achterhoofd te houden is ook niet verkeerd. Zeker niet in een omgeving als de universiteit, waar discussie hoog in het vaandel zou moeten staan.

Men hoeft het echt niet eens te zijn of elkaar in de armen te vallen, maar meer begrip en nuance kunnen nooit kwaad. Het hokjesdenken bij politieke voorkeur zorgt voor onnodige begrenzing van het eigen denken, door het compleet uitsluiten van anderen.

Het zou niet verkeerd zijn om even stil te zijn, te luisteren en overeenkomsten bij elkaar te vinden.

Anne Kamsteeg is student geschie­denis