Een samenwerkingsverband van Zweedse onderzoeksinstituten heeft besloten de contracten met wetenschappelijke uitgever Elsevier niet te vernieuwen. Dat contract had in 2017 een waarde van 12 miljoen euro.
De Zweden zijn boos, omdat ze vinden dat Elsevier niet hard genoeg meewerkt aan een overstap naar open access.
Dat past in een breder patroon van onenigheid tussen Europese universiteiten en grote uitgevers. Dit voorjaar braken Franse universiteiten met SpringerNature. De onderhandelingen tussen Duitse universiteiten en Elsevier lopen ook niet lekker, en Duitse wetenschappers konden begin dit jaar tijdelijk geen nieuwe Elsevier-stukken lezen.
De meeste universiteitswetenschappers doen hun onderzoek van belastinggeld. Voor het kritisch kijken naar elkaars publicaties daarover – peer review – krijgen ze niet door de uitgevers betaald. Maar om die artikelen vervolgens te mogen lezen, moeten ze betalen: al gauw miljoenen per universiteit. Wetenschappers klagen daar al een paar decennia over, maar ze willen ook in de prominente bladen staan, dus tijdens die decennia werd het probleem alleen maar groter.
De politiek spoort de universiteiten nu aan om de impasse te verbreken: de Europese Commissie stelde als doel dat in 2020 alle publiek betaalde wetenschap zonder betaalmuur toegankelijk – open access – zou moeten zijn. De Nederlandse universiteitskoepel VSNU mikt daarop, de Zweden gaan voor 2026. De wetenschapssite Sci-hub telt overigens niet als open access: de artikelen die daar staan zijn piraterij.
De uitgevers zijn meer dan bereid om hun betaalmuren weg te halen, maar daar willen ze dan wel geld voor zien. Dat geld is een belangrijke inzet in de diverse Europese onderhandelingen over de toegankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek, waarbij de universiteiten steeds vaker hun kont tegen de krib gooien. BB