Door Sebastiaan van Loosbroek ‘Ik hou van lijden’, zegt de Congolese kunstenaar Sapin Makengele (37). ‘Ik ben opgegroeid in een omgeving waar lijden altijd een rol speelde. Zij die me tijdens mijn jeugd hebben laten lijden, complimenteren me nu met m’n kunst.’
Makengele groeide op in Congo, dat toen nog Zaïre heette. Het land werd geregeerd door Mobutu, een dictatoriale leider voor wie niet alleen de bevolking, maar ook andere leiders bang waren. Hij was charismatisch, herinnert Makengele hem. ‘Als je met hem praatte, vergat je dat hij zoveel mensen had vermoord.’
Zijn bijnaam was ‘le roi léopard’, vertelt Makengele. ‘Hij had altijd een hoed op van luipaardhuid. Hij vertelde iedereen dat hij op z’n twaalfde een luipaard had gedood. Iedereen geloofde hem, zo geloofwaardig kwam hij over.’
Mobutu martelde en doodde mensen die het niet met hem eens waren, maar tegelijkertijd probeerde hij een feestgevoel te creëren om de mensen tevreden te houden.
‘Elk weekend waren er volksfeesten. Iedereen kreeg gratis eten en drinken en er werd gratis kleding uitgedeeld met het gezicht van Mobutu erop. Hij probeerde het volk positief te beïnvloeden zodat ze zijn slechte dingen zouden vergeten.’
Drie jaar geleden vertrok de kunstenaar uit de hoofdstad Kinshasa om zich te vestigen in Amerika. Daar maakte hij aan de Universiteit van Michigan samen met een historicus een documentaire over de geschiedenis van de Universiteit van Kinshasa.
Toen hij hiervoor af en toe terugging naar zijn moederland, ontmoette hij de aan de Universiteit Leiden verbonden antropoloog Catherina Wilson. Ze werd zijn vrouw en via haar kwam hij in Nederland terecht. Sinds 2010 uit Makengele via zijn schilderijen kritiek op de Afrikaanse politiek en maatschappij, maar dat ging niet altijd zonder slag of stoot.
Voor zijn schilderij ‘De onverantwoordelijkheid van de leiders’, gemaakt wegens de vijftigjarige onafhankelijkheid van Congo, werd hij gearresteerd.
‘Ik heb een paar dagen in de gevangenis gezeten. Het was heel eng. Ik dacht dat ik er niet meer levend uit zou komen.’
De expositie die op de derde verdieping van het Pieter de la Courtgebouw is te zien, zou Makengele in Congo niet durven tonen. ‘Dat is erg gevaarlijk. Maar ik durf nu überhaupt niet naar Congo te gaan, omdat ik vrees opgepakt te worden. Maar ik heb mijn familie al drie jaar niet meer gezien, dus wil wel heel graag terug.’
Maar ook in Nederland zegt Makengele niet geheel vrij te zijn, omdat alle Congolezen die buiten Congo leven als vijand worden beschouwd. ‘We worden door een netwerk in de gaten gehouden. Ik voel me hier op mijn gemak, maar ben wel voorzichtig.’
Op bijna elk schilderij staat een vraagteken. ‘Dat staat voor de vraag of ik zal slagen. De kleur geel, die ook in al mijn werken terugkomt, beantwoordt die vraag. Hoe moeilijk je leven ook kan zijn, je zult er altijd weer bovenop komen. Geel staat voor geluk, licht en hoop. Mijn favoriete kleur. Die wil ik er altijd in hebben.’