Nieuws
Promovendi willen eigen raad
Promovendipartij PhDoc wil graag dat elke faculteit een promovendiraad krijgt. Het college van bestuur ziet wel wat in het plan.
donderdag 12 april 2018

De partij wil graag de gemeenschap van promovendi versterken en heeft een notitie geschreven waarin staat hoe dat gerealiseerd kan worden. Het stuk werd maandag besproken tijdens de universiteitsraad.

‘Promovendi kunnen gezien worden als een belangrijke thermometer voor de gezondheid van een organisatie-eenheid’, aldus de notitie. PhDoc wil meer ‘aandacht voor de veiligheid en mogelijkheid tot belangenrepresentatie van deze specifieke groep werknemers’, en meer ‘community-building onder PhD’s’, legde Charlotte de Roon van PhDoc uit. ‘We stellen dan ook voor om op elke faculteit een promovendiraad in te stellen. Die krijgt dan als taken het communiceren naar bestuurders en de graduate schools wat er speelt bij promovendi. En het informeren van promovendi zelf. Verder kan een raad allerlei activiteiten te organiseren.’

Een goed aanspreekpunt is echt nodig. De Roon: ‘Onlangs was er een bijeenkomst voor promovendi over onzekerheid. Ik heb toen de vraag gesteld: bij wie wil je terecht kunnen als je problemen hebt? 77 procent gaf als antwoord: “bij medepromovendi”. Dat geeft wat mij betreft wel de urgentie aan. Er is echt behoefte aan een plek waar promovendi terecht kunnen.’

Rector magnificus Carel Stolker reageerde enthousiast: ‘Ik heb het idee in de decanen-app gegooid. En ik kreeg als reactie dat alle decanen vinden dat versterking van de promovendi nodig is. Sommigen laten weten dat er al een raad bestaat. Anderen zijn bezig om die op de zetten. We willen even een inventarisatie maken: Wat is er al? Wat werkt goed? We komen hier nog op terug.’

De Roon: ‘Fijn dat het college enthousiast is. Ik heb ook mindere reacties binnengekregen van bestuurders. Die laten weten dat een promovendiraad niet de schijn van een medezeggenschapsorgaan mag hebben. Dat snap ik heel goed. Wat we niet willen is meer bureaucratie, maar een inofficieel orgaan dat wel mee kan denken. Waar je ook gebruik van kunt maken als bestuurder. Aan de andere kant vind ik van bestuurders die bang zijn voor meer medezeggenschap: “Hoeveel angst kun je hebben voor promovendi?”’ VB