Studentenleven
Column: 187 soorten
donderdag 22 maart 2018

Laatst lag ik met koorts in bed. Mocht je één van de gelukkigen zijn die al zo lang geen koorts meer heeft gehad dat ‘ie niet meer weet hoe het voelt: je vindt het nog frisjes in de verbrandingsoven. Ik had mijn eigen elf vierkante meter omgetoverd tot mijn persoonlijke crematoriumpje: centrale verwarming op de hoogste stand. Met een joggingbroek, trui en skisokken onder een winterdeken. Ondanks de schijnbare vrieskou, zweet je toch. Heel veel. Heel vies. Ik ben slechts geesteswetenschappengespuis dus ik weet niet exact hoe dit zit, maar het gaat in mijn hoofd als volgt: je zweet, verliest zout, hebt zout nodig in het leven en opeens is daar het excuus om chips te eten.

Nu, ik eet niet zo vaak chips. Of nou ja, op huisavonden sla ik binnen no-time zo’n volledige zak achterover en op feestjes ben ik de hele avond naast, op of onder de tafel met snacks te vinden: ik koop het gewoonweg nooit zelf.

Dit zou de dag worden dat ik zelf chips ging kopen. En eigenlijk ging het allemaal vrij probleemloos (opstaan, aankleden, tanden poetsen, mezelf naar de supermarkt slepen), tot ik daadwerkelijk voor het chips-schap stond.

Merk. Proef je het verschil tussen Euroshopper, huismerk en Lays? En die lijpe Croky-papegaai, waar ligt die op dat spectrum?

Smaak. Naturel? Snap ik. Paprika? Snap ik ook. Bolognese? Is een pastasaus, maar vooruit. Cheese onion? Kan ik in komen. Maar daar stopt het. Als je zin hebt in Stokbroodje Kruidenboter, koop je een stokbrood en kruidenboter. Heb je zin in chips met ketchup, dan koop je chips en ketchup. Patatje joppie? Dan hoor je helemaal niet in een supermarkt te zijn. Alles met kaassmaak valt sowieso af: die chips baden in een poeder waar je handen nog minstens vijf dagen naar ruiken.

Vorm. Gewone chips. Ribbel chips. Deep ridged (gewoon ‘diep geribbeld’, doe even normaal): simpelweg veredelde zoute golfplaten in een plastic zak. Tacochips is niet meer dan driehoekig karton, maar vergeleken met de rest klinkt dat nu als een fijne, veilige optie. Dan is er nog zoiets dat ‘superchips’ heet. Dat zou ‘super crunch, super taste’ moeten hebben. Klinkt als iets wat ik wil hebben (wie niet?) maar het doet me vooral twijfelen aan alle andere zakken chips. Zijn dat wakke smakeloze aardappelovaaltjes? Klinkt allerminst als iets dat ik wil hebben.

En zodoende koop ik door de stress helemaal geen chips: 187 verschillende zakken is me te veel. Zodat ik op ieder feestje waar ik één of meerdere van die 187 soorten weg zit te kanen heel nukkig kan blijven opmerken dat ‘Ik dit normaal dus nóóit koop hè! Nee, echt nóóit. Dit is écht een uitzondering. Hihi!’

Femke Blommaert studeert taalwetenschap