Studentenleven
Kamervragen: 'Een kat mag eigenlijk niet'
Esha Metiary
donderdag 15 februari 2018
© Taco van der Eb

Huis: 1e Binnenvestgracht 16

Kamer: 13 m2

Huur: €335

Aantal bewoners: 4

Hoe lang woon je hier?

‘Nog maar net: twee weken. Voordat ik in deze kamer zat, woonde hier een internationale student. Mijn huisgenoten hebben met briefjes geprobeerd om haar Nederlands te leren. Overal in huis hangen papiertjes waarop ‘plank’, ‘tv’ of ‘tafel’ staat. Ze is nu weg, maar de briefjes hangen er nog steeds, dus iedereen die langskomt, vraagt zich af wat voor idioot huis dit is.’

Je huisgenoten kijken hier wel recht naar binnen.

‘Ik zie mijn huisgenoten meer als vriendinnen, dus dat boeit me niet zoveel. No shame. Natuurlijk staan ze weleens voor het raam te loeren als ik nog brak in mijn nest lig, maar dat is alleen maar grappig.’

En jullie hebben een kat.

‘Ja, dat is Vodka. Er wonen hier best veel katten in de buurt die vaak voor het raam zaten of gewoon naar binnen wandelden. Het leek ons heel leuk en handig om zelf een kat te hebben.

‘Toen een vriendinnetje van een huisgenoot een nestje kreeg, hebben we besloten er ook eentje te nemen. Maar eigenlijk mag het niet van de huisbaas.’

Doe je veel met je huisgenoten?

‘Ja, we hebben elke donderdag huisavond. Vorige week had ik bijvoorbeeld indrinken. Heel gezellig, maar ook best heftig. Ik heb nog nooit zo vaak gekotst.’

Indrinken?

‘Ieder huis doet dat op een andere manier. Mijn indrinken had het thema "Totally Spies". Ik was Jerry en mijn huisgenoten waren de spionnen. Ik had een driegangendiner gekookt en na afloop zouden we naar de Hifi gaan, maar eerst moest ik feitjes over mijn huisgenoten kennen en op elke trede van de trap een shotje nemen. Daar zaten ook non-alcoholische drankjes tussen, Fristi bijvoorbeeld. Ik mocht vier keer vetoën, maar de Hifi heb ik niet meer gehaald.’

Wat zit er in die kluisjes?

‘Mijn kledingkast, ze zijn echt gebruikt op een basisschool. Ik heb er wel veel voor betaald: tachtig euro per stuk. Eén is mijn "wijsheidskastje", die beplak ik met alle vragen van de Pickwick-theezakjes.’

Hoe kom je aan dat verkeersbord?

‘Vroeger kwamen al mijn vrienden in mijn achtertuin kamperen. Elke nacht, om zeven minuten voor half vijf, moest je de straat op om ergens een reflectorpaaltje te stelen. Soms kwamen we losse verkeersborden tegen, dan had je echt prijs! Beunen noemden wij dat, maar niemand hier in Leiden kent die term.’

Mooie fiets heb je.

‘Die heb ik via Marktplaats geruild voor zes flessen rode wijn. Mijn fietsen werden altijd gestolen, maar ik wilde heel graag een wielrenfiets omdat ik altijd te laat ben. Toen ik hem ging ophalen vertelde de verkoper dat hij hem had gekregen als grap voor zijn vijftigste verjaardag. Hij vroeg zich af of ik er echt op ging fietsen, maar ik fiets er oprecht elke dag mee.’