Studentenleven
Seizoenskaart voor apenkooien
Marleen van Wesel
donderdag 25 januari 2018
Zwerkbal zonder bezems of rennend Mario Karten © Marc de Haan

‘Hakkenbillen! Knieheffen!’ roept Cleody van der Eijk (29) tijdens de warming-up. Hier, in de gymzaal van een Leidse school aan de Wassenaarseweg, organiseert ze sinds november elke maandagavond apenkooien voor volwassenen. Er komen studenten op af, maar ook veertigers. Verder geeft ze met haar bedrijf Fun Functional Fit bootcamptrainingen. ‘Ik werk ook met ondernemers. Tijdens een seminar bijvoorbeeld, dan voel je je halverwege de dag soms al helemaal leeg. Maar na een sport- en spelactiviteit kun je weer door.’

Maar apenkooien is haar favoriete sport. ‘Omdat je zoveel verschillende dingen kunt doen: slingeren, rennen, klimmen, klauteren, over dingen heen springen. Bovendien is door een tikker op de hielen gezeten worden, spannender dan: "En nu twintig keer opdrukken!"’

‘Je kunt je hier uitleven op je Peter Pan-syndroom’, vindt Bart Fase (25, student geschiedenis), een van de vaste deelnemers. ‘Mijn vriendin had hier van een vriendin over gehoord en het leek mij ook wel tof.’

‘Een vriendin appte me hierover’, vertelt Sharon Hulsen (23, culturele antropologie). ‘En Bart moest weer zo nodig mee. Wat gelukkig heel gezellig is.’

Allebei hadden ze eerst een abonnement bij de sportschool. ‘Maar daar ben ik denk ik vijf keer geweest’, zegt Fase. ‘Dit is veel motiverender.’

Hulsen hield vroeger niet eens van gym. ‘Apenkooien was het enige dat ik leuk vond. En nu betaal ik dus eigenlijk voor gymles.’ Want écht apenkooien staat niet elke week op het programma. Vorige bijvoorbeeld een James Bond-spel. ‘We hebben ook weleens paintball gedaan. En deze week zwerkbal’, vertelt Fase.

Tussen de klimrekken en de baskets zijn twee touwen gespannen, waaraan drie hoepels hangen. ‘De doelen’, legt Van der Eijk haar variant van het bekende spel uit. Met een normale speelbal, twee beukers: deelnemers die met een ándere bal in hun hand de speelbal kunnen afnemen, en een tennisbal als snaai. ‘Elk team heeft ook een snaaizoeker. Als de snaai nog stuitert, levert het grijpen ervan drie punten op.’

‘Waarom heet dit spel zwerkbal?’ vraagt een van de deelnemers.

‘Er bestaan dus mensen die Harry Potter niet kennen’, constateert Fase verbaasd.

De regels zijn nog niet direct bij iedereen duidelijk en sommigen maken daar goed gebruik van. ‘Hé, jij mag de bal daar helemaal niet pakken’, zegt een jongen tegen een meisje van de tegenpartij, dat snel afdruipt. ‘Huh? Hoezo?’ vragen leden van beide teams zich af, terwijl de jongen er met de bal vandoor gaat. Intussen rollen de snaaiers van beide teams worstelend dwars door de rest van het spel achter de stuiterende tennisbal aan. ‘Sniper! Sniper!’, worden ze aangemoedigd.

‘Lekker gesnaaid, jongens’, zegt Van der Eijk na drie potjes. Dan is het alsnog tijd om de klimrekken uit te klappen, touwen neer te laten, matten weg te leggen en banken aan te slepen. In de ene helft van de zaal gaat een soort klauter-estafette van start. ‘Niet aan haar benen trekken’, waarschuwt Van der Eijk twee deelnemers die achter elkaar onder de grote mat door tijgeren. ‘Aan de haren mag dus wel?’ vraagt iemand bijdehand.

In de andere helft van de zaal misschien: daar wordt het worstelstoeispel king of the mat gespeeld. ‘Niet krabben!’ smeekt een meisje haar tegenstander.

‘Jullie hebben dapper gestreden’, besluit Van der Eijk de les na een uur. Nieuwkomers wijst ze nog even op een abonnement. ‘Met een seizoenskaart kun je voor zes euro per keer apenkooien. Maar gewoon een keertje proefslingeren mag ook.’ Volgende week staat er een Mario Kart-renspel op het programma.