Columns & opinie
Column: Entebbe
donderdag 25 januari 2018

Het is even na middernacht, op vrijdagavond. Tegenover mij zit mijn beste vriend, Chris. Mijn kat ligt bij hem op schoot. We drinken bier. En thee, want zo een avond is het. Een nachtelijke bier- en theesessie. Hij kijkt mij bezorgd aan, en zegt: ‘Ik ben bezorgd. Ik bedoel, heel normaal is dit allemaal niet.’ Chris wuift vaagjes naar de chaos in mijn woonkamer, en het printje dat op tafel ligt, tussen ons in.

Een vliegticket.

‘Heb je hier wel over nagedacht? Kan je zomaar weg bij werk? Wat vinden je ouders hiervan?’

Kijk, daar is een jeugdvriend voor. Al ben je de dertig ruimschoots gepasseerd, je ouders worden er onmiddellijk bij gehaald.

Mijn ouders keken inderdaad raar op. ‘Oeganda? En zo snel al? Gaat alles wel goed?’

Ik speelde al langer met het idee om naar Afrika te gaan. Maar net zo plots als het verlangen verscheen, was het weer weg, om wat later weer terug te keren. Vervolgens was ik een maand of twee te lamlendig om daadwerkelijk het ticket te kopen, en ook geen zin om het Oeganda-idee rond te bazuinen als er een gerede kans was dat het toch niet zou worden uitgevoerd.

Het idee is dit: in Oeganda ligt de bron van de Nijl. Vlakbij de bron ligt een eiland. Dat eiland is door een van mijn vrienden omschreven als het mooiste waar ze ooit geweest was. Je kan er in tenten overnachten. Er zijn allemaal zeldzaamheden waaronder een kolonie roodstaartaapjes, wilde papagaaien, gigantische hagedissen, een schubdier genaamd Arnold, en, niet onbelangrijk: geen mobiel netwerk maar wel goede koffie.

Even stroomafwaarts wordt al twintig jaar aan een gigantische waterkrachtcentrale gewerkt, door een Chinees staatsbedrijf. De dam loopt, vanzelfsprekend, enkele jaren achter op schema. Ik stel mij voor dat de arbeiders die het bedrijf heeft meegebracht onderhand tot een van de lokale stammen zijn verworden. Maar het lintjesknipmoment is nu dan toch bijna daar.

Als die schaar in dat lintje knipt, verdrinkt de hele vallei.

Jammer? Waterkrachtcentrales zijn een nagenoeg CO2-vrije bron van elektriciteit. Het alternatief is een kolencentrale. Anderzijds, een springlevend ecosysteem dat tot de laatste boomtoppen onder water verdwijnt komt, nooit meer terug. En het gaat al zo verschrikkelijk slecht met de beestjes. Dat doet pijn. En dan zijn er nog de voorspelbare problemen met corruptie, en het niet betrekken van lokale vissers en boeren bij wat er staat te gebeuren. Op papier is waterkracht zo mooi, maar in realiteit niet.

Die waterkrachtcentrale is als een baan in milieukunde. Op papier is milieukunde zo mooi. Je leert allemaal fantastisch interessante dingen over hoe de wereld werkt, en je werkt aan het in stand houden van die wereld. Maar in realiteit staat wat we doen vrij ver van de realiteit. Bij mijn meest geciteerde paper kan ik zo drie aannames aanwijzen waardoor de conclusies wel wetenschappelijk verdedigbaar zijn, maar ook gewoon verkeerd, en er zijn sowieso geen beestjes mee gered. Daarbovenop de afgelopen twee maanden. Veertien-urige werkdagen. Geen weekenden, geen kerstvakantie. Nauwelijks nieuwjaar.

Het is even voor middernacht, op zaterdagavond. We cirkelen rond het vliegveld van Kigali, de hoofdstad van Rwanda, vanwaar we na een tussenstop binnen een uur in Entebbe zullen zijn. Misschien toch een beetje vluchten voor Nederland.

Benjamin Sprecher is universitair docent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen