U heeft onlangs een bijdrage geleverd aan het boek Mag God Nog. Is er wat u betreft een plek voor God in de samenleving?
‘Helaas wel (lacht). Ik verbaas me over het steeds sterker wordende taboe op godsdienstkritiek. In de jaren zestig en zeventig werd er vrijmoedig over godsdienst gesproken. Tegenwoordig is er sprake van toenemend fundamentalisme, van agressieve godsdienstigheid. Als je kritiek levert, volgt al snel het verwijt dat je niet genoeg respect hebt voor zielige minderheden. Dat is echt heel erg gevaarlijk.’
U heeft het dan vooral over de islam?
‘Ja, daar klemt dat het meest. Door de macht van het oliekapitaal krijgen de meest orthodoxe vormen van de islam veel financiële steun. Gematigde vormen worden naar de achtergrond gedrukt. Ik stel me dan de vraag: kan de overheid daar iets tegen doen?’
En?
‘Dat kan door onze democratie zeer weerbaar te maken. We moeten onze waarden verdedigen. Bijvoorbeeld door er voor te zorgen dat de staat religieus neutraal is. Dat moeten we niet laten eroderen, en dat laatste gebeurt op het moment wel.’
Geen politieagentes met hoofddoekjes dus?
‘Het behoort tot de aard van het uniform dat het uni-form is. Als je dat aanpast, bijvoorbeeld door er een roze driehoek op aan te brengen om de homobeweging vooruit te helpen, heb je niet goed begrepen waar dat uniform voor staat. Het is vreemd dat juristen en rechtelijke instanties dit laten gebeuren. Ik doel dan ook op een recente uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens over het beperkt toestaan van een hoofddoek bij de politie.
‘Van dat College moeten we af. Het ondermijnt een belangrijke waarde van een democratische rechtsstaat van binnen uit. Het is een Trojaans paard. Dit instituut is aangetast door een post-modern virus. Zielige, achtergestelde, groepen helpen, ook als dat wrijvingen geeft met de beginselen van de rechtsstaat. Uit een vorm van innerlijke leegte; nihilisme zelfs, geven ze toe aan allerlei onredelijke eisen.
‘De Westerse wereld heeft in de strijd met het fascisme en het communisme een aantal principes ontwikkeld met betrekking tot mensenrechten. Die principes, zoals de religieus neutrale staat, moet je koesteren. Die postmodernen respecteren dat niet.’
Gloria Wekker, antropoloog en oud-voorzitter van de diversiteitscommissie van de Universiteit van Amsterdam, won deze week de Joke Smit-prijs. Is zij ook zo’n postmodernist?
‘Die hele identiteitspolitiek is een goed voorbeeld van de malaise waarin we nu verkeren. Wekker maakt twee fouten. Het uitgangspunt dat schuld bewezen moet worden, laat ze varen. In beginsel ben je als blanke een racist, tenzij je kunt bewijzen dat je het niet bent. Het is ook een vorm van omgekeerd racisme: louter op basis van huidskleur ga je ervanuit dat iemand potentieel racistisch gedachtegoed heeft. Dat is heel raar. In mij schuilt blijkbaar een racist omdat ik blank ben. Het probleem is dat het niet eenvoudig is om je tegen dit soort denkbeelden te wapenen. Immers: ook het ontkennen van racisme wordt gezien als een manifestatie van racisme.
‘Ik maak me zorgen over de handhaving van de academische vrijheid: ik zie steeds meer negatieve invloed van identiteitspolitiek. Het wordt steeds moeilijker om bepaald onderzoek te doen, laat staan om het gefinancierd te krijgen. Jurist Machteld Zee is bij mij gepromoveerd op een studie naar sharia-rechtbanken in Groot-Brittannië. Er is geen schijn van kans dat dat soort onderzoek door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek gefinancierd zou worden.’
Wat vindt u van het Leidse diversiteitsbeleid?
‘Diversiteit is goed. Alleen het beleid van alle universiteiten deugt niet. Het wordt “racistisch” ingekleurd. Het gaat niet om de standpunten en ideeën van mensen waarbij je diversiteit zou moeten bevorderen, maar om verschillen in sekse, huidskleur, etnische achtergrond en geaardheid. De ideale universiteit ziet er zogenaamd als volgt uit: er is iemand met een Aziatisch uiterlijk en iemand met een Afrikaans uiterlijk. We zetten er een klassieke Minervaan bij en een meisje met een hoofddoek. Dat is fout. Want die Afrikaan en die Aziaat hoeven helemaal niet verschillend te denken, ze hebben alleen een andere huidskleur.
‘Als je echt diversiteit wil, viewpoint-diversity, moet je meer hoogleraren aannemen die PVV stemmen, want die partij is met nul procent vertegenwoordigd aan de Leidse universiteit. Dat is vanuit de diversiteitsgedachte dus een misstand, maar wordt echter juist enorm toegejuicht. Er is geen diversiteit maar juist een dominante monocultuur. De kwaliteit van het academisch werk lijdt eronder, omdat je niet met een pluriformiteit aan standpunten en ideeën wordt geconfronteerd.
‘De universiteit kan alleen maar functioneren als zij haar motto praesidium libertatis echt in haar hart meedraagt. Ik ben heel blij met het citaat van Karel van het Reve dat in de Faculty Club op de muur staat: “Ik geloof niet dat de beste manier om ideeën te bestrijden is de uiting daarvan te verbieden.” Die uitspraak is net zo belangrijk als de rede van Cleveringa.’
U lijkt de laatste jaren weer meer de publiciteit op te zoeken. Is dat zo?
‘Nee. Ik zoek het helemaal niet op. Ik heb een poezelige persoonlijkheid en heb van nature niet de neiging om mensen publiekelijk scherp aan te vallen. Ik lever kritiek met pijn in het hart en geniet helemaal niet van discussiëren. Maar als ik het niet zeg, zegt niemand het. Ik schrijf echt liever boeken zoals Bardot, Fallaci, Houellebecq en Wilders (2016) - over het vervolgen van mensen vanwege hun denkbeelden.
‘Er zijn waarschijnlijk mensen die het vulgair vinden dat ik als getuige-deskundige optrad bij het Wildersproces. Of dat ik tijdens mijn toespraak bij het congres van het Forum voor Democratie een vergiet op mijn hoofd zette, in een cabareteske act. Maar dat zijn eenmalige acties. Ik doe het zelden. Ik zit ook niet op Twitter. Ik krijg genoeg aandacht voor mijn ideeën, meer kan ik absoluut niet aan.’
Waarom u bent geen getuige-deskundige in het hoger beroep tegen Wilders?
‘De rechter weet al hoe ik erover denk, was de argumentatie. Maar goed, ook niet erg. Ik kan er nu in volle vrijheid over schrijven en bijvoorbeeld ingaan op de morele vragen als: geeft het wel pas dat de staat iemand vervolgt voor opinies die deze persoon ook tot een doelwit heeft gemaakt voor terroristen? Wat voor signaal zendt dat uit naar terroristen?’
Wilders had het over ‘minder Marokkanen’. Thierry Baudet sprak over ‘homeopatische verdunning van de Nederlandse bevolking’.
‘Als je denkt dat dat racistisch is, dan houd je cultuur en ras niet goed uit elkaar. Een racist is moreel verwerpelijk, maar ook dom. Als je echter vindt dat de Westerse cultuur beter, vrijer en meer democratisch is dan andere culturen, dan is dat ieders goed recht. Ik strijd tegen het idee dat je de westerse cultuur niet beter zou kunnen vinden dan een niet-westerse cultuur.’
U wordt gezien als de geestelijk vader van Baudet en het Forum voor Democratie. Wat vindt u daarvan?
‘Ik mag hopen dat de ideeën die ik heb ontwikkeld aanslaan bij een jongere generatie. Als dat bij het Forum het geval is, is dat alleen maar verheugend. Ik maakte vroeger deel uit van het Curatorium van de Teldersstichting, het wetenschappelijke bureau van de VVD. De partij is niet wezenlijk geïnteresseerd in intellectueel gedachtegoed. Dat is een heel groot verschil met het FvD. Thierry is zelf een intellectueel; politiek filosoof en jurist, die een belangrijk boek heeft geschreven waarop hij bij mij is gepromoveerd: De Aanval op de Natiestaat. Die zaken maken mij enthousiaster dan de common sense-politici die we de laatste veertig jaar hebben zien aanmodderen.’
Hij tweette onlangs dat de VVD een ‘kutpartij’ was. Niet echt een voorbeeld van intellectuele verfijning.
‘Het is een kwestie van politieke stijl en taalgebruik. Ik gebruik zelf nooit geslachtsdelen in de conversatie of alleen in een heel beperkte kring. Thuis, en dan weer als onze dochter er niet bij is. Het understatement is in het politieke discours tegenwoordig op de terugtocht. Het is al heel snel van “rot op” en “doe normaal.” Ik geloof niet dat Thierry zich wat dat betreft onderscheidt van andere politici.’
Hij retweet memes van alt-right, en wordt gelinkt aan het extreemrechtse studiegenootschap Erkenbrand.
‘Lees het partijprogramma, luister naar de Kamervragen van Hiddema. Ik vind het schandalig dat men tegenwoordig alles maar met extreemrechts vergelijkt. Elke beweging wordt met dit soort verhitte associaties en insinuaties onmiddellijk in diskrediet gebracht. Het is heel vermoeiend om een boek van Baudet van a tot z te lezen, dus dan is het veel leuker om iemand op basis van een tweet in het Erkenbrandkamp of zo te stoppen.’
Door Vincent Bongers