Columns & opinie
Groningen-gate
Frank Provoost
donderdag 30 november 2017

‘Onze wetenschappers, studenten en ander personeel mogen alles zeggen wat ze willen. Het staat iedereen vrij diepgaande kritiek uit te oefenen op faculteitsbesturen, directeuren of het college van bestuur. Dat houdt ons scherp. Binnen een universiteit moet dat ook kunnen, onze academie is immers primair een gemeenschap van en voor vrijdenkers. Daarvoor is een onafhankelijk medium onontbeerlijk.’

Aldus Simon Kuipers, collegevoorzitter van de Rijksuniversiteit Groningen, op 6 september 2007 in Mare. Groningen waarschuwde Leiden toen voor de laatste keer. Er bestonden onzalige plannen om Mare te kortwieken en de gezaghebbend bestuurder uit het hoge noorden wilde daar graag verstandige dingen over zeggen. Zoals:

‘Als collegevoorzitter verwacht ik dat ons universiteitsblad studenten en wetenschappers bij de tijd houdt, diepgravend onderzoek doet naar alles wat mogelijk niet klopt en de academische gemeenschap de mogelijkheid biedt zich te uiten over alles wat er binnen de universiteit gebeurt. Imagoschade? Het enige imago waar ik aan hecht is het logo van vrij denken. Inderdaad, dat klinkt als Praesidium Libertatis, het motto waaronder jullie universiteit geboren is.’

Helaas. Tien jaar later heeft het onheil ook Groningen bereikt en hangen er donkere wolken rond de Martinitoren. In vijf maanden tijd zijn er drie redacteuren van de Universiteitskrant (UK) vertrokken. De reden, zeggen ze: (zelf)censuur. Kritische verhalen over de omstreden campus die de universiteit in China wil optuigen zijn afgezwakt of zelfs compleet gedelete (en omdat de UK alleen nog digitaal bestaat op www.ukrant.nl is dat met één druk op de knop gefixt).

In zijn verweer klinkt de Groningse hoofdredacteur minder overtuigend dan zijn vroegere collegevoorzitter. ‘De redactie is zich ervan bewust dat journalistiek bedrijven in een universitaire omgeving altijd een spanningsveld met zich meebrengt en soms lastig en complex kan zijn.’ Dat klinkt toch een beetje alsof je aan het begin van de wedstrijd alvast een paar ballen in eigen doel schiet. Heb je dat maar alvast gehad.

Slechte metafoor? Gelukkig verwoordde de betrokkene het maandag in de Volkskrant stukken beter: ‘We zijn geen leger op zoek naar oorlog.’

Hmm. Maar waar is een leger dan voor? Meelopen in de avondvierdaagse? Warme chocomel uitdelen op veteranendag? Kisten poetsen, daarna je geweer, en tot slot uit verveling maar weer de hele kazerne (en als je strafcorvee hebt met een tandenborstel)?

Terug naar Simon Kuipers. Hij constateerde tien jaar terug al ‘dat bij steeds meer universiteiten de onafhankelijkheid van het universiteitsblad in het geding is’. Dat is in de tussentijd op zijn zachtst gezegd niet verbeterd. Communicatieafdelingen zijn (verder) ontploft. Hordes aan voorlichters proberen zoveel mogelijk af te schermen en dicht te metselen. In sommige steden lezen ze zelfs mee met de krantenkopij of schuiven ze aan bij redactievergaderingen.

In zulke tijden moeten hoofdredacteuren niet zwelgen in hun innerlijke, hartverscheurende loyaliteitsconflicten, maar glashelder durven uitleggen dat het een verdomd ‘lastig en complex spanningsveld’ is om als universiteit de academische vrijheid te garanderen in een land dat het woord ‘mensenrechten’ nauwelijks kan spellen (voor de liefhebbers: 人權).

Groningen-gate lijkt verdacht veel op wat in de wandelgangen Operatie Droge Chablis is gaan heten. Dat begon met een Utrechtse hoofdredacteur die trots in zijn eigen blad verkondigde niet langer te willen ‘meedoen aan een welles-nietesjournalistiek’, voortaan ‘loyaliteit’ verkoos ‘in plaats van distantie omdat je het beste met je instelling voor hebt en daarin een zekere verantwoordelijkheid draagt’ en dus ‘noodzakelijk de distantie die vroeger willens en wetens door redacties werd nagestreefd’ graag liet ‘plaatsmaken voor uitgebreide vormen van netwerken’. Tot zijn grote vreugde schonk het college van bestuur bij de talloze visites niet langer een lauw kopje thee, maar ‘een mooie, droge Chablis’.

En wat er toen gebeurde, zal je verbazen.

Tegen de zin van zijn gehele redactie draaide de loyale sommelier zijn papieren uitgave de nek om, en terwijl de redacteuren zich bezonnen op hun online toekomst, werd hun beul benoemd tot hoofd voorlichting. Laughing all the way to the bank! Sippin’ fine wine!

Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig. Of zoals ze in Groningen zeggen: dei nait old worr’n wil, mout zuk jonk ophang’n.