Wetenschap
Pyongyang in Afrika
Waarom staan er Noord-Koreaanse gebouwen in Afrika? In zijn masterscriptie geeft Tycho van der Hoog het antwoord: het regime papte al aan met onafhankelijkheidsstrijders, voordat die de macht grepen.
Marleen van Wesel
donderdag 28 september 2017
Gebouw in Zimbabwe waarop de onafhankelijkheidsstrijd is afgebeeld, met bovenaan Robert Mugabe.

‘In Windhoek, de hoofdstad van Namibië, stuitte ik op een Noord-Koreaans monument. Een soort stalinistisch gebouw, met als bijnaam: de koffiepot’, vertelt Tycho van der Hoog (24). Hij was eind 2015 in Namibië voor zijn master African studies. ‘Van anderen hoorde ik dat het door Noord-Koreanen gebouwd was. Dat leek me een urban legend, maar het klopte. Noord-Koreaanse bouwwerken bleken bovendien door heel Afrika voor te komen. Niet alleen monumenten, maar ook musea, begraafplaatsen en zelfs de woning van de president.’

Hoe dat zat, onderzocht hij afgelopen jaar voor zijn tweede master, bij geschiedenis. Het gebouw in Windhoek was een onafhankelijkheidsmonument. ‘Pas opgeleverd in 2014. De onafhankelijkheidsoorlog is voor Namibië haast het startpunt van de geschiedenis. De onafhankelijkheidsbeweging is daar nog altijd aan de macht. Datzelfde is het geval in Zimbabwe, Botswana, Mozambique, Zuid-Afrika en Angola. Dat kún je zien als iets regionaals, maar er zijn ook grote gelijkenissen met de geschiedenis van Noord-Korea: Korea was vroeger een kolonie van Japan.’

De Noord-Koreanen hadden die gelijkenis zelf ook door. ‘Na de Koreaoorlog gingen Noord- en Zuid-Korea allebei op zoek naar internationale bondgenoten. Noord-Korea besloot onder de radar de Afrikaanse onafhankelijkheidsbewegingen te steunen. Een investering in de toekomst, denk ik.’

Dat betaalt zich volgens Van der Hoog nu uit. ‘Die landen, inmiddels onafhankelijk, nemen nu grote infrastructurele projecten af, waarvoor Noord-Korea dwangarbeiders naar Afrika stuurt. Het is een van de manieren waarop Noord-Korea ondanks alle sancties toch aan buitenlandse valuta kan komen. Bovendien vormen deze projecten een platform voor wapenhandel en smokkel naar Afrika. Ook wordt er kennis uitgewisseld. De Fifth Brigade, de persoonlijke garde van de Zimbabwaanse president Robert Mugabe, werd bijvoorbeeld al getraind door Noord-Korea. En een grote wapenfabriek in Namibië is gebouwd door Noord-Korea.’

Voor deze banden tussen de regimes was tot dusver maar weinig aandacht. Er kwam nog heel wat onderzoek aan te pas voor Van der Hoog. ‘Ik had het voordeel dat ik al wat onderzoekservaring had in die landen, maar er ligt natuurlijk geen map met "Noord-Korea" in de archieven.’ Wel vond hij op verschillende plekken in Afrika Noord-Koreaanse boeken, soms in Afrikaanse vertalingen, en ook plattegronden van Pyongyang.

‘Op den duur werd het een soort scavenger hunt, van document naar document. Soms stuitte ik dan ineens op een goudmijn.’ Hij bladert door zijn scriptie, en wijst op foto’s van Sam Nujoma, later de eerste president van het onafhankelijke Namibië, genomen láng voor de onafhankelijkheid, samen met vertegenwoordigers van het Noord-Koreaanse regime. ‘Noord-Korea ontving onafhankelijkheidsstrijders destijds alsof ze al staatshoofden waren.’

En nu betalen hun Afrikaanse regimes indirect mee aan het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma, constateert Van der Hoog in zijn scriptie. ‘Mijn belangrijkste punt is misschien nog wel, dat Noord-Korea helemaal niet zo geïsoleerd is. The hermit kingdom, wordt het wel genoemd, waar een little rocket man aan de macht zou zijn. Maar het land heeft wel degelijk internationale betrekkingen, die veel verder gaan dan plichtsbetuigingen: er is sprake van handel en politieke steun.’

Op 31 augustus studeerde Van der Hoog af, maar hij wil graag verder met zijn onderzoek. ‘Afgelopen nacht heb ik een aanvraag naar subsidieverstrekker NWO gestuurd’, vertelt hij. ‘Intussen kan ik op het Afrikastudiecentrum voorlopig alvast aan het werk.’ In zijn masterscriptie lag de focus op Zimbabwe en Namibië. ‘Nu wil ik het breder trekken, naar heel zuidelijk Afrika. Ook wil ik dieper in de historie duiken, van de Noord-Koreaanse steun voor de onafhankelijkheidsbewegingen. En uiteindelijk kunnen we met dit onderzoek beter begrijpen hoe sancties omzeild worden, en hoe de Noord-Koreaanse diplomatie werkt.’