Columns & opinie
Geen commentaar: Vuilnisboeket
donderdag 7 september 2017

Een bloemstuk van afval, zo groot als zijzelf, daarnaast spraken de laureaten tijdens de opening van het academisch jaar hun dankwoord uit. En Plastic Soup Surfer Merijn Tinga zijn openingsspeech. ‘Nou, nou, Leiden óók duurzaamheid’, was rector magnificus Carel Stolker de sceptici (hoi!) in de Pieterskerk alvast voor.

In 2015 nog maar wilde de Leidse universiteit, als enige van Nederland, niet eens deelnemen aan duurzaamheidsranglijst Sustainabul. Iets met tijd en geld. Na een petitie van studenten kwam het er uiteindelijk wel van, waarop de universiteit roemloos buiten de bekendgemaakte top vijftien eindigde.

Intussen zijn er de nodige stappen gezet. Bij de bouw van de bètacampus bijvoorbeeld, investeringen op het gebied van CO2-compensatie en er komen nog meer zonnepanelen aan.

Duurzaamheidscommissie Green Keys en de studentenpartijen kregen in 2016 versterking van een heus Green Office (LUGO). Stolker gaf bij de opening toe dat hij zelf ‘echt wakker geschud’ moest worden, door de studenten. De voorzitter van Catena wees hem er eens op dat internationale studenten zich bij hun studiekeuze graag laten informeren over duurzame inspanningen. Inmiddels is er een voor de Leidse universiteitswebsite relatief goed vindbaar dossier, genaamd De Duurzame Universiteit. Er is zelfs een pagina waarop je allerlei cijfers over energieverbruik en duurzaamheidsprestaties per universiteitsgebouw kunt checken.

Informatievoorziening alleen al levert aardig wat Sustainabul-credits op. Afgelopen jaar werd Leiden zowaar derde. En als kers op de groen uitgeslagen taart, stond maandag de Opening van het Academisch Jaar dus in het teken van duurzaamheid.

Maar stappen zetten is nog wat anders dan je erop laten voorstaan. Het afvalkasteel op de Faculteit Sociale Wetenschappen blijft intussen een luchtkasteel. Vlak voor de zomer besloot de universiteit voorlopig een streep te zetten door de gescheiden inzameling van plastic. Afvalverwerker Vliko verbrandt het immers toch mee met het andere restafval: door de lage olieprijs zijn nieuwe plastics goedkoper dan recycling.

Wel pakt de universiteit groots uit met de plaatsing van ruim dertig watertappunten van Join The Pipe. Dat is een organisatie die met de verkoop van zulke tappunten en bidons drinkwaterprojecten in ontwikkelingslanden financiert. Tinga mocht in een promotiefilmpje over het Rapenburg peddelen, naar het eerste Leidse tappunt, in Plexus. In het Vondelpark in Amsterdam staat er ook eentje, evenals op het Plein in Den Haag en ook op de campus van de TU Delft zijn ze te vinden. Buiten. Waar sporters, toeristen en andere voorbijgangers passeren en horeca of dorst de enige alternatieven zijn.

Maar in Leidse universiteitsgebouwen stroomt bij de toiletten toch gewoon drinkwater uit de kraantjes, à volonté? Universiteitsgebouwen bovendien, waarin het wegwerpwaterflesjes-assortiment onlangs nog is uitgebreid. In de Healthy Waters-vitrine in de kantine van het Lipsius staat een duizelingwekkend aantal (>20, echt waar!), met evenzoveel kleurtjes, smaakjes en stofjes. De enige bijdrage die de universiteit daarmee levert tegen plastic soep is consumenten lamleggen van de keuzestress, in de hoop dat zij uiteindelijk zonder de aankoop van een drankje verward afdruipen.

De stap naar watertappunten brengt de universiteit zo niet verder dan de symboliek van een vuilnisboeket. Nou, nou, Leiden óók duurzaamheid.

Marleen van Wesel