Achtergrond
Het is alleen maar leuker zo
Zondag is het moederdag. Mare maakte een rondgang langs studerende mama's. 'Een week voor de bevalling deed ik nog tentamen.'
donderdag 11 mei 2017
Foto Marc de Haan

Daphne de Jong (26) studeert rechten aan de Open Universiteit, gaat volgend jaar een master aan Universiteit Leiden beginnen en is moeder van Colton (2). Ze woont samen met zoon en vriend in Oegstgeest.

‘Ik was heel blij toen ik zwanger bleek te zijn. Ik voelde me geweldig en heb nog een stuk of zeven tentamens gemaakt, de laatste een week voor de bevalling. Omdat ik me perfect voelde tijdens de zwangerschap, dacht ik: na een week kan ik vast wel weer aan de slag. Dat viel even tegen. De bevalling was zwaar. Uiteindelijk heb ik bijna twee maanden niks gedaan.

‘Colton is heel makkelijk, maar ook met makkelijke kinderen slaap je amper. Een baby’tje heeft nog constante zorg nodig. Dan kan je gewoon niet studeren.

‘Nu eet Colton bijvoorbeeld al zelf, dus hoef ik het alleen voor hem te maken. Hij zet zelfs al zijn eigen bordje in de afwasmachine.

‘Hij gaat drie dagen per week naar de opvang, die dagen gebruik ik voor mijn studie. Binnenkort heb ik weer tentamens, dan studeer ik ook als hij even slaapt. Als hij wakker is kom ik er niet aan toe, want dan wil hij aandacht. En het zou ook saai voor hem zijn als ik dan in mijn studieboeken zit.

‘Ik kijk ernaar uit om in Leiden te gaan studeren, omdat de universiteit wat levendiger is. Een "echt" studentenleven heb ik nooit gewild, dat mis ik dus niet. Ik wist altijd al dat ik vroeg kinderen wilde. Nu vinden we dit vroeg, maar dertig jaar geleden was dit heel normaal. Eerst carrière maken, en dan op je veertigste een kind, dat heb ik nooit gewild. Nu ben ik ook nog jong als Colton wat ouder is.

‘Uitslapen zit er niet meer in, dus ga ik niet te laat naar bed. Maar uitgaan of naar een festival kan nog steeds hoor, al is het niet meer iedere week. Dan passen mijn ouders op. Mijn beste vriendinnen hebben ook kinderen, dus die zitten in dezelfde fase. Als we afspreken neem ik Colton mee, en als ik daar langer blijf, neem ik een campingbedje mee. Ik ben nog steeds heel mobiel, het is helemaal geen belemmering. Mijn leven is niet veel veranderd sinds mijn zoontje, het is er alleen maar leuker op geworden.’

Foto Andreas Terlaak

Darina Bagataia (24, rechten). Haar zoontje Wladimir is dertien maanden. Ze is getrouwd en het gezinnetje woont in Rotterdam.

‘Toen ik zes maanden zwanger was, werd het te zwaar om met zo’n dikke buik naar tentamens te gaan en die drie uur uit te zitten. Toen heb ik even pauze genomen. Daardoor liep ik wel studievertraging op. Wladimir is in april geboren, in september heb ik mijn studie weer opgepakt. Ik zou dit jaar mijn scriptie schrijven en mijn bachelor afronden, maar ik heb de juiste vakken niet op tijd afgerond. Dus dat ga ik volgend jaar doen.

‘Het was wel even schrikken. Het was niet gepland, we waren totaal niet met kinderen bezig. Ik dacht: dit red ik niet. Hoe ga ik nu afstuderen? Mijn man heeft me gerustgesteld: "Alles komt goed." Dat was ook zo.

‘Als ik tentamens moet leren breng ik Wladimir naar mijn moeder of schoonouders, en daarna ga ik naar de universiteit of de bibliotheek. Het is eigenlijk een beetje hetzelfde als je zou doen zonder gezin. Of misschien ben ik het al zo normaal gaan vinden… Ik vind het in ieder geval niet zo heel spannend meer.

‘Het heeft wel zijn moeilijkheden. In september gaf ik nog borstvoeding, maar daar ben ik mee gekapt, omdat ik moest afkolven als ik naar de universiteit ging en dat was lastig. En ik heb ook bijna geen hoorcolleges gevolgd, maar alles teruggekeken. Wel mooi dat de universiteit dat aanbiedt.

‘Zwanger studeren was ook moeilijk. De eerste twaalf weken was ik vaak misselijk, moest ik overgeven en sliep ik veel. Toen was ik alleen maar thuis. Daarna ging het beter en heb ik nog tentamens gehaald, de laatste toen ik een maand of vijf zwanger was.

‘In mijn vriendenkring was ik de eerste die een baby kreeg. Dat vond de rest wel schokkend. Ze dachten dat ik de laatste zou zijn die kinderen zou krijgen, omdat ik zo vaak aan het feesten was. Inmiddels begrijpen ze het wel.Mijn man is tien jaar ouder, dus voor hem werd het wel tijd. Ik ben in één keer veel volwassener geworden. Ik kreeg het besef dat het een stuk lastiger zou worden als het kind er is. Daarom heb ik een veel serieuzere kijk op mijn studie gekregen.’

Foto Maarten Hartman

Oxana Brizmer (rechten, wil leeftijd niet zeggen: ‘Veel van mijn studiegenoten denken dat ik nog geen dertig ben, en dat wil ik het liefst zo houden’). Haar dochter Juliana is zeven, en ze wonen met man Viktor in Utrecht.

‘Mijn dochter wil mij altijd helpen. Ze wil ook samen studeren. Dan zegt ze: "Mama, we gaan samen je boeken lezen." Ze zegt ook dat ze in de toekomst zeker, net als ik, rechten wil studeren. Haar Nederlands is ook beter dan dat van mij, dus zegt ze vaak dat ik bepaalde klanken anders moet uitspreken.

‘Ik kom uit Rusland. Sinds 2014 studeer ik Rechten in Leiden. Het is heel heftig, en altijd puzzelen. Mijn man Viktor werkt fulltime, dus taken verdelen is lastig. In het weekend probeer ik eten voor de hele week te bereiden dat ik kan invriezen. Wij hebben geen oma’s en opa’s in Nederland die kunnen oppassen. Gelukkig zijn er veel vrienden die helpen.

‘Ik sta zes uur op, en ga dan hardlopen. Daarna ga ik Juliana aankleden, ontbijten we en breng ik haar naar school. Dan ga ik naar de universiteit. Als ik oppas heb, probeer ik daar tot ‘s avonds te blijven. Zo niet, dan moet ik terug naar Utrecht om haar op te halen.

‘Het eerste jaar was het moeilijkst: toen had mama niet zoveel tijd voor Juliana als ze gewend was. Dan zei ik: we gaan nu dertig minuten spelen, en dan moet mama studeren.

Ik studeer in de auto, onderweg, echt overal. En ik vind het belangrijk dat Juliana een goede ontwikkeling krijgt, dus ze doet ontzettend veel activiteiten: pianoles en stijldansen - soms in Eindhoven, soms in Amstelveen. Als ze meedanst in een opera zit ik tijdens haar repetities met een boek te wachten.

‘Je kan je kind niet opzij schuiven. Je moet altijd met haar rekening houden. In de avond hebben we de traditie om lekker samen te kletsen, en lees ik haar voor. Als ze om acht, negen uur in bed ligt, heb ik nog even om iets af te maken.

‘Elke dag zegt ze: ik hou van jou, je bent mijn hart. Die woorden stimuleren mij. Als iemand vraagt waar ik zoveel positieve energie vandaan haal, zeg ik: tja, dat is mijn dochter.’

Anoushka Kloosterman en Susan Wichgers