Wetenschap
Epo getest: het werkt niet
Onderzoeker Jules Heuberger liet 48 wielrenners de Mont Ventoux oprijden. De helft kreeg doping, de andere helft een placebo. ‘Het leek geen effect te hebben.’
Vincent Bongers
donderdag 11 mei 2017
De Deense wielrenner Bjarne Riis won in 1996 de Tour de France met een flinke lading epo in zijn lijf.

‘Ik ben een keer de Mont Ventoux opgereden met een oude fiets, waarmee ik niet het juiste verzet kon draaien. En die berg, bekend van de Tour de France, is niet erg vergevingsgezind’, vertelt Jules Heuberger (28), onderzoeker bij het Centre for Human Drug Research (CHDR) in Leiden. ‘De klim blijft tot het einde heel steil: continu tien à elf procent. Als je in het rood zit, kom je er niet meer uit. Je krijgt nergens lucht en vraagt je voortdurend af: waarom doe ik dit in godsnaam? Maar als je boven komt, dan is het toch vooral heel mooi.’

De Puist van de Provence keert terug in het onderzoek dat Heuberger doet naar erytropoëtine, beter bekend als epo: een lichaamseigen hormoon dat de productie van rode bloedcellen stimuleert. ‘Met meer rode bloedcellen, kan je bloed meer zuurstof vervoeren. Dan fiets je harder, is het idee. Maar zo simpel is het nooit.’

In het profpeloton werd het toedienen van epo razend populair. Het middel kwam op de dopinglijst te staan en kreeg haast magische kwaliteiten toegedicht. Knechten die normaal gesproken al snel losten, vlogen ineens de cols op. Althans, dat was het verhaal. ‘Er zijn allerlei anekdotes over de werking van epo, maar het ontbrak aan goed wetenschappelijk onderzoek. Daar wilden wij verandering in brengen.’

Maandag is Heuberger een van de deelnemers aan de Science Battle in de Leidse Schouwburg. Daar geven vier jonge wetenschappers in tien minuten een presentatie over hun onderzoek, waarna het publiek een winnaar kiest.

‘We hebben in onze studie gekeken wat het effect is van epo op goed getrainde wielrenners’, legt Heuberger uit. ‘Dat betekende dat we het middel ook gingen toedienen. We lieten het aantal rode bloedlichaampjes stijgen, maar niet extreem snel en niet hoger dan 52 procent. We zorgden dat het gezondheidsrisico laag bleef.’

Er deden 48 renners mee. De helft kreeg epo, de rest een placebo. ‘Naast allerlei labtests lieten we ze een etappe met de Ventoux erin fietsen. Het gaat uiteindelijk natuurlijk om de prestaties in een wedstrijd.’ De resultaten van het onderzoek zijn nog niet gepubliceerd. ‘We hebben allerlei tests gedaan die in ons manuscript worden beschreven, maar de resultaten van de race zijn al wel vrijgegeven. Het bleek dat er tussen de twee groepen geen verschil in prestaties was. Epo lijkt in de setting van onze wedstrijd geen effect te hebben.’

En dat terwijl de meeste mensen denken dat doping werkt. ‘Ik probeer te laten zien dat het nog maar de vraag is of dat zo is.’

Heuberger is een echte liefhebber van de sport, zegt hij. ‘Vanaf de tour in 1996, gewonnen door de Deen Bjarne Riis, heb ik alles wel gevolgd. Al die jongens stonden stijf van de epo en allerlei andere middelen. Riis had als bijnaam “Mister zestig procent” vanwege het extreem hoge aantal rode bloedcellen in zijn bloed. Dat is gevaarlijk, omdat het bloed dik wordt. Het hart moet harder werken om het rond te pompen, wat de kans op een hartstilstand verhoogt. En het kan ook ten koste gaan van de prestaties, trouwens. Ik keek naar de koers om een spannende wedstrijd te zien. Tien jaar later was dat gevoel nog niet verdwenen. Maar jammer dat het vals spel was.’

‘Uit het boek Mijn gevecht over oud-wielrenner Thomas Dekker blijkt dat sommige coureurs van de ene shot naar de andere shot doping leefden. Tussendoor werd er ook nog wat gefietst. Dat is spijtig, maar de heroïek valt niet helemaal weg.’

Nog steeds worden coureurs gepakt. Vrijdag nog, vlak voor het begin van de Ronde van Italië werden er twee naar huis gestuurd, vanwege het gebruik van groeihormonen. Heuberger: ‘Je hebt nog steeds van die sukkels. Ik heb overigens geen idee hoe schoon het peloton nu is.’

En Heuberger zelf? Heeft hij epo gebruikt? ‘Als iemand anders dit experiment had opgezet, dan had ik zeker overwogen om mee te doen.’

Science Battle, Leidse Schouwburg. ma 15 mei, € 12,50- € 21