Wetenschap
Cut the crack!
Om crackverslaafden te laten afkicken is gedragstherapie ongeschikt, vindt verslavingspsycholoog Mascha Nuijten. Daarom onderzocht ze het effect van geneesmiddelen op gebruikers.
donderdag 4 mei 2017
‘Stoppen met gebruiken is lang niet altijd meer mogelijk. Maar het gebruik stabiliseren is net zo belangrijk.’

Door Vincent Bongers ‘CRACK, CRACK, CRACK, CRACK. Dat is het enige wat je nog denkt, voelt en wilt’, schrijft ‘Judas’ op drugsforum.nl over de gevaren van het gebruik van gekookte cocaïne oftewel crack. ‘Op dat moment is het meestal al te laat. Dan wordt het moeilijk om zonder te kunnen. Het vormt zo’n aanslag op je gezondheid dat je al snel in een uitgeteerde zombie verandert. Je doet dingen die je voorheen niet voor mogelijk gehouden zou hebben: familie bestelen, de prostitutie ingaan...’

‘Het is gebaseerd op cocaïne’, vertelt Mascha Nuijten, die als psycholoog in de verslavingszorg werkt en in Leiden promoveerde op een onderzoek naar farmacologische therapieën voor crackverslaafden. ‘De coke die gesnoven wordt, is een zout. Als je dat spul aansteekt, verbrandt het gewoon. Het heeft dan nauwelijks effect. Maar als je een base maakt van cocaïne, krijg je ‘crack’. Die rook je in een pijp, of verhit je op aluminiumfolie, zodat je de dampen kunt inademen.’

Crack geeft een sterkere roes dan gewone cocaïne en is zeer verslavend. ‘De groep die coke snuift, is vaak de recreatieve gebruiker’, aldus Nuijten. ‘Al ligt verslaving ook daar op de loer. Maar crack zie je vaker bij mensen aan de rand van de maatschappij, verslaafden die ook alcohol of heroïne gebruiken. Ze hebben allerlei problemen, en zijn alleen nog maar bezig met scoren. Het is heel moeilijk om hen te helpen. Stoppen met gebruiken is lang niet altijd meer mogelijk. Dat hoeft overigens ook niet de doelstelling te zijn. Het gebruik stabiliseren is net zo belangrijk.’

Er zijn alleen in de drie grootste Nederlandse steden al zo’n zevenduizend crackverslaafden bekend. ‘Maar lang niet iedereen meldt zich bij de hulpverlening.’ De huidige aanpak is niet erg effectief, stelt Nuijten. ‘De meest aangeboden behandeling is cognitieve gedragstherapie: waarom en wanneer gebruik je? Hoe kun je beter omgaan met die impuls? Die therapie vereist aandacht, concentratie en organisatie. Daar hebben verslaafden juist veel moeite mee: die vaardigheden zijn juist aangetast door het gebruik. Veel verslaafden vallen vroegtijdig uit.’

Er bestaat volgens haar een beter alternatief: contingentiemanagement, oftewel: goed gedrag belonen. ‘Een verslaafde die bijvoorbeeld met urinemonsters kan aantonen geen crack te hebben gebruikt, krijgt dan geld. Deze behandeling is effectief, maar wordt in Nederland niet gebruikt. En dat moet wel, vind ik. Alleen: het stuit op ideologische bezwaren. Men denkt: “Je geeft toch ook geen geld aan een dief om niet te stelen?”’

Daarom onderzocht ze ook de farmacologische aanpak en keek naar drie veelbelovende geneesmiddelen voor de behandeling van crackverslaving: medicijnen die effect hebben op het beloningssysteem in de hersenen.

Topiramaat is een middel tegen epilepsie dat de hunkering naar cocaïne kan verminderen. De crack-high is minder heftig door dit medicijn, dus drugsgebruik wordt minder interessant voor de verslaafde. Althans, dat is de theorie. Dat effect zagen we niet terug, al werd het middel heel slecht ingenomen. Slechts veertien procent van de deelnemers aan het experiment heeft het gedurende de gehele periode geslikt. Maar bij de verslaafden die het wel trouw innamen, zagen we ook geen afname.’

Ook het volgende middel, modafinil, werd slecht ingenomen. ‘Dat is een stimulerend medicijn tegen slaapstoornissen. Maar bij de patiënten die het minimaal acht weken innamen, zagen we wel een flinke afname van het gebruik van crack, die we niet zagen bij de patiënten die het minder trouw innamen. Geen keihard bewijs, maar het middel heeft potentie.’

Het meest effectief lijkt nog een therapie met het medicijn vertraagde afgifte dexamfetamine. ‘Dat is eigenlijk is bedoeld voor mensen met ADHD. Het is een plaatsvervanger voor cocaïne. In zekere zin wordt de verslaving dus in stand gehouden, maar het heeft niet de grote nadelen die ongecontroleerd cocaïnegebruik heeft. Het inademen van crackdampen is een grote aanslag op de gezondheid. Het beschadigt bijvoorbeeld de longen.

Drugs zijn ook vaak versneden met allerlei troep. Dat is bij de dexamfetamine natuurlijk niet zo. Met vertraagde afgifte dexamfetamine gingen de verslaafden minder crack gebruiken. Een belangrijke kanttekening is wel dat al de personen die aan dit programma meededen ook medische heroïne verstrekt kregen. We weten dus niet zeker of het ook bij andere crackverslaafden werkt, al vermoeden we van wel.’

Enige probleem: ‘Het middel is niet geregistreerd in Nederland, daar moet echt verandering in komen.’ De gewone variant, die direct afgegeven wordt, is wel goedgekeurd, maar geeft de gebruiker bij elke inname een high, waardoor het risico op misbruik veel groter is.’