Studentenleven
Column: Lentelichaam
donderdag 30 maart 2017

Koergeluid vanuit de kamer van een huisgenoot: een verdwaalde duif die in al haar enthousiasme via een klein klapraampje iemands twaalf vierkante meter is binnengevlogen. Colleges lijken twee keer zo lang te duren omdat de felle zon naar binnen schijnt en je naar buiten wil lokken - tot het moment waarop iemand het bevel geeft om het gordijn dicht te doen ‘anders is er niets te lezen van die Powerpoint’.

Het is lente. Het gedeelte van de lente waarin je nog een winterjas aan moet omdat je je het anders beklaagt als je ‘s avonds op de fiets stapt om terug naar huis te rijden. Dat wel. Maar dat mag de pret van de gemiddelde Nederlander niet drukken.

Blijkbaar lukt het, ondanks de dichte gordijnen, de zon uiteindelijk wel. Leiden lijkt opeens twee keer zoveel inwoners te hebben wanneer het kwik boven de vijftien graden stijgt. Je vertrekt iets eerder of besluit juist een trein later te nemen, want op weg naar het station loop je langs de ijssalon die, na een sluitingsperiode van enkele maanden, weer open is. Terrassen die op wat eenzame rokers na volledig verlaten waren, raken weer gevuld. Je bestelt bier met een frisse hoppige geur.

Een enkeling op dat terras heeft al een driekwartsbroek aan, waarvan iedereen dan zegt: ‘Nu al?’ En dat de driekwartsbroekdrager dan grijnst, zijn zonnebril af zet om je aan te kijken terwijl hij ‘Ja, nu pas’ antwoordt. Iemand klaagt nog even snel over hoe vervelend het is om met iemand te praten die een zonnebril op heeft. Gelukkig maar, leek het toch bijna een dag te worden zonder iets om over te zeuren.

Eigenlijk gaat het gewoon om de zomer. Die is in de wondere wereld van winkeletalages al begonnen, maar in de echte wereld duurt het nog even. Ook dát mag de pret voor de gemiddelde Nederlander niet drukken. Want de lente geeft ons de mogelijkheid om te proefdraaien voor het seizoen dat volgt. Nog even en Instagram-tijdlijnen staan vol met filmpjes waarin wordt gedemonstreerd wat de meest effectieve manier is om buikspieren te trainen.

De magazines bij de AKO op het station vertellen je welke voedselgroepen je vooral niet en vooral wel moet eten om minimaal vijf kilo af te vallen. Allemaal garanties voor hét zomerlichaam. Laten we, in ieder geval tot die tijd, even stilstaan bij ons lentelichaam. Een lichaam dat ons ertoe in staat stelt om dat ijs te proeven, die zonnestralen te voelen, die duif te horen, die hop te ruiken en die driekwartsbroekdrager te bewonderen.

Vreemd dat we vaak zo negatief kijken naar een lichaam dat zoveel kan.

Femke Blommaert studeert taalwetenschappen