Cultuur
Theater van de straat
donderdag 16 maart 2017

‘Over negen dagen ben ik niet dakloos meer’, vertelt Marcel (53). ‘Om half twee ’s middags krijg ik de sleutel.’ Vrijdag is hij te zien in de voorstelling Zie je (mij) wel van Theaterwerkplaats SMIT, in samenwerking met de Binnenvest, de stichting voor Leidse dak- en thuislozen.

‘We maken voorstellingen met ervaringsdeskundigen’, vertelt regisseur Sylvia Bos. ‘We begonnen met sketches, die we speelden over onze eigen anekdotes’, vertelt Vincent (30). ‘Na maanden brainstormen heeft Sylvia al die verhalen verweven tot één verhaal, over de dakloze Joeri.’

Op het podium tijdens de repetitie raakt Joeri verstrikt in een bureaucratisch web. Voor allerlei zaken heeft hij een postadres nodig, en dat heeft hij nou net niet meer. ‘In 2016 hebben we al verschillende uitvoeringen gehad’, vertelt Marcel. ‘Op de Leidse Hogeschool, maar ook voor het UWV en de sociale dienst.’

‘Toen hadden we een hele rij deuren als decor, zodat je het heen-en-weer-gepingpong goed kon zien’, zegt Roel (46). ‘We dachten: nú krijgen we op onze kop. Maar ze staken de hand in eigen boezem. De burgemeester heeft het stuk trouwens ook gezien. Hij was onwijs geïnteresseerd.’

Dat is allemaal alweer even geleden. Bovendien waren er ruim twee keer zoveel acteurs. Nu moeten ze met z’n zessen allerlei dubbelrollen spelen. Hier en daar moet Sylvia nog flink souffleren.

‘Denk eens goed na…’ zegt ze, als een van de spelers even stil blijft.

‘Maar ik weet mijn tekst écht niet meer’, stamelt hij.

‘Denk eens goed na… Dat ís je tekst!’ roept Sylvia uit.

‘Er is veel onwetendheid, zowel bij burgers als instanties, en een gebrek aan samenwerking. Daar willen we verandering in brengen’, vertelt Vincent. Roel: ‘We discussiëren na afloop vaak over wat het publiek zou doen, in zo’n situatie.’ Marcel: ‘Dan doen we een stukje opnieuw en mag iemand uit het publiek even meespelen.’

Eind 2015 belandde Marcel op straat. ‘Ik raakte een beetje in een dip, waardoor het lang duurde voor ik actie ondernam. Na een maand was mijn geld helemaal op. Ik ging naar de de loting voor de nachtopvang. Vanwege het winterprotocol hoefde die nacht niemand buiten te slapen. En ik ben er niet meer weggegaan. Echt op straat heb ik nooit hoeven slapen.’ Hij wijst op zijn kruk. ‘Dat zou ik ook niet kunnen.’

Roel en Vincent hebben wel op straat geslapen. ‘Bij mij was het een samenloop van omstandigheden’, zegt Vincent. ‘Ik had schulden, werd uitgeschreven door de gemeente, wat mijn schuldenprobleem verergerde. Mijn uitkering werd stopgezet. Opnieuw aanvragen duurde vijf maanden, omdat ik intussen wel gewerkt had. Dat wilde het UWV eerst goed uitzoeken. In de opvang kwam ik mensen tegen die na een echtscheiding dakloos geworden waren. Of na een ziekte, of nadat ze hun baan kwijtraakten. Na negen maanden ben ik sinds kort niet dakloos meer. Thuisloos nog wel. Ik heb een kamer, in onderhuur, dus een postadres heb ik nog steeds niet.’

De tweede repetitie loopt diezelfde avond al tamelijk geolied. Op het Rammstein-nummer ‘Los’ komt Roel achter uit de zaal aangestormd. Joeri, nèt uit zijn huis gezet, klopt bij zijn buurvrouw aan, of hij misschien een poosje mag logeren. Ze twijfelt, tot ze deurwaarder Roel ziet. En zo begint de ellende. MVW

Vrijplaats, vrijdag 17 maart, 19.30, gratis/vrijwillige bijdrage