Studentenleven
Opinie: Laffe daad is te zwak bestraft
Na een paar maanden schorsing zijn de studenten die het Leidse gaybrapad bekladden al weer welkom op hun studentenvereniging. Het bestuur zou homofobie – toch al een probleem binnen studentenverenigingen – veel serieuzer moeten nemen, vindt Nick Tomberge.
donderdag 16 maart 2017

Een zebrapad mag best homoseksueel zijn, als het maar zwart-wit is. Het veelkleurige gaybrapad op de Nieuwe Beestenmarkt, dat blijkbaar al te opzichtig om aandacht vroeg, was voor leden van het Quintusdispuut Sjap Eisjedies bij oversteken al langere tijd een pain in the ass. Tijdens de kennismakingstijd, 16 oktober 2016, verfden vijf aspirant-leden het pad rood. Een van hen trok zijn jas, vest en T-shirt uit. Te midden van dat zelfde monomane rood bracht hij met ontbloot bovenlijf en kaalgeschoren kop de Hitlergroet.

Vorige week stond op de voorkant van Mare dat de bekladders weer op Quintus mochten komen. Na een lang beraad was het bestuur eruit: een snoepreisje naar het Anne Frank Huis en een jaarlijks dagje helpen op het COC. Op verdere vragen van Mare kwam geen antwoord.

De hele bestuurlijke bups was op een welverdiende vakantie. Hiermee maakt dit bestuur zichzelf totaal belachelijk. Toen voorzitter Van de Bovenkamp het volgens haar ‘heel goed’ verlopen gesprek tussen de eigen betrokken leden en het COC ‘echt fijn’ vond, wist ik dat zo iemand niet serieus genomen kan worden. Ik dacht al: dat is iemand die nadat een van haar leden het Amazonewoud in de fik heeft gestoken één verzoeningsbuxus plant. Antihomoseksueel geweld is in Nederland een structureel probleem. De studie Als ze maar van me afblijven (2009) van de sociologen Buijs, Hekma en Duyvendak (PDF hier) laat zien dat de positie van homoseksualiteit onder corporale studenten problematisch is. Maar Quintus kijkt weg.

Gewoon doen

Er is een maatschappelijke druk op homoseksuelen om zich aan te passen aan de dominante heteroseksuele samenleving. Niet te vrouwelijk/mannelijk doen, niet zoenen in het openbaar, niet hand in hand lopen. Moderne homonegativiteit keert zich tegen zichtbaarheid. In 2006 publiceert het Sociaal en Cultureel Planbureau een onderzoek naar acceptatie van homoseksualiteit in Nederland. De titel Gewoon doen is veelzeggend. Een kleurig zebrapad schiet al snel in het verkeerde keelgat.

Uit gesprekken met mannelijke, homoseksuele leden van studentenverenigingen – waaronder Minerva en Quintus – blijkt dat homoseksualiteit bij corporale verenigingen problematisch is (Buijs, Hekma & Duyvendak 2009). Vrouwelijk gedrag van homo’s leidt binnen de vereniging tot reputatieschade. De meesten gaven aan zich in de eerste periode bewust mannelijker te gedragen. ‘Op de sociëteit doe je normaal.’ Een van de studenten vermeldt bovendien dat disputen niet met homoseksualiteit geassocieerd willen worden. ‘Bij ons op de vereniging was een dispuut met twee homo’s en dat dispuut werd absoluut niet serieus genomen. En je wilt toch graag bij de wat hoger aangeschreven disputen.’

Daar staat hij met gestrekte arm op dat eentonig rode zebrapad. Door zich op heldhaftige, symbolische wijze af te zetten tegen de homo heeft hij binnen het groepje zonder meer de stoerste status verworven. ‘Het plegen van antihomoseksueel geweld kan een effectieve manier zijn om respect en een mannelijke status te verkrijgen voor wie dat op legale wijze niet lukt.’ Er wordt gefilmd. Het moet bewaard, want later is de studententijd de leukste tijd van je leven. Op het gezicht van de cameraman verschijnt een lach.

Ze waren het snel eens geweest. Die Hitlergroet was onontbeerlijk. Een niet te missen verwijzing naar nazi-Duitsland, waar ze de openlijke homoseksuele cultuur ook zo aanstootgevend vonden. Een veelkleurig homopad ging er bij Hitler beslist niet in. Gestapo-chef Himmler zag in homo’s gedegenereerde exemplaren en een gevaar voor het zuivere, Arische ras. Lesbische vrouwen en homoseksuele mannen konden alleen verborgen uiting geven aan hun gevoelens. Met wat verf en een Hitlergroet stopten de studenten de homocultuur opnieuw in het domein van het verborgene.

Het is onvoorstelbaar dat zo’n laffe daad zo zwak wordt bestraft. Bij Quintus moet een homo maar gewoon doen.

Nick Tomberge doet de educatieve master bij het Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (ICLON)