Studentenleven
Clubje: 'Het is niet zomaar schreeuwen'
donderdag 16 februari 2017
Waka-gezelschap oefent in de Leidse grachten. © Taco van der Eb

Justus Hamann (25, archeologie, niet afgerond): ‘Zeven jaar geleden was er in Museum Volkenkunde een tentoonstelling over de Maori, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland. Iets later zijn er twee Waka’s, ceremoniële kano’s, overgedragen aan het museum, maar onder de voorwaarde dat er wel een permanente crew moest komen om ze te bevaren. Njord heeft die toen geleverd. De Maori vertrouwden uiteraard de Waka’s niet zomaar aan studenten toe. Ze wilden er eerst zeker van zijn dat er bijvoorbeeld geen feestjes in de kano’s werden gegeven. We hebben ons verdiept in de cultuur. En de Maori hebben ons leren peddelen. Ze zijn overtuigd geraakt. Er is een houten Waka en een van glasfiber. Die van hout is een oorlogskano. Die is voorzien van prachtig houtsnijwerk met grote spirituele betekenis.’

Eliza Jordaan (21, culturele antropologie): ‘Vrouwen mogen daar niet in. Daar verbaasde ik me in het begin over. Maar vrouwen zijn juist het kostbaarst in de Maori-cultuur. Zij brengen het leven voort. Dan zet je ze natuurlijk niet in een oorlogs-Waka.’

Hamann: ‘We zijn net terug uit Nieuw-Zeeland. Daar werd het verdrag dat de Maori en de Britten in 1840 sloten herdacht. Dan komen er uit hele land Maori met Waka’s naar Waitangi, de plek van ondertekening.

'Er wordt gevaren, maar er zijn ook Haka’s op het strand. Een Haka is een dans om de tegenstander mee te imponeren en te intimideren.’

Jordaan: ‘Het is niet zomaar wat schreeuwen, maar gecontroleerde agressie. Alleen als je controle hebt, kun je echt intimideren.’

Hamann: ‘In het tentenkamp wordt een papier opgehangen met de tekst. En dan is het drillen geblazen.’

Jordaan: ‘We deden met 250 man Haka’s voor een hele grote groep mensen.’

Francisca Duijs (24, afgestudeerd hoger laboratorium onderwijs): ‘De vrouwen schreeuwen niet alleen, maar intimideren vooral ook met hun ogen. Ze sperren ze zo ver mogelijk open, zodat je veel oogwit ziet.’

Jordaan: ‘De avond voor de ceremonie kwam ik erachter dat ik een Haka niet kende. Ik schrok en ging naar de Kaihautu?, de leider van mijn Waka en vroeg om raad. “Just look mean”, zei ze, “en improviseer.” Dat ging goed.’

Hamman: ‘Ik Nederland ben ik Kaihautu? en geef de commando’s, maar niet in Nieuw-Zeeland hoor. Daar was het alleen maar keihard peddelen.’

Jordaan: ‘Ik zat in een kano die vooral geschikt is voor de zee. Op de rivier was het zwaar. Ik ben dus met brede schouders teruggekomen. De eerste keer peddelen, vond ik heel indrukwekkend. Je bent de Leidse grachten gewend, tussen de mangrovebossen varen is wel heel anders.’

Duijs: ‘Drie jaar geleden was ik er ook. Toen konden we vanwege het slechte weer niet peddelen. Nu gelukkig wel.’

Jordaan: ‘De Waka heeft een ziel. Na de ceremonie liepen brede mannen met tatoeages langs de Waka’s en streelden die als een geliefde. Ze namen afscheid van de kano. Dat was heel mooi. Toen groeide het besef dat we echt heel goed voor onze Waka’s moeten zorgen.’

Door Vincent Bongers

Vlnr: Eliza Jordaan, Justus Hamann, Francisca Duijs en Annerie van Dalsen. Foto Peter de Graaf.