Achtergrond
Ik. Moet. Winnen.
Rechtenstudent Lisa van der Geest won dit jaar de twee belangrijkste wedstrijden op natuurijs. ‘Toen ik voor de zoveelste keer op het ijs lag, dacht ik: ik kap ermee. Ik sta niet meer op. Kom me maar halen.’ ‘Het was heel sneu voor Elma de Vries. Maar blijven staan, hoort ook bij de sport’, zegt rechtenstudent en topschaatser Lisa van der Geest (23), die vorige week de Alternatieve Elfstedentocht op de Weißensee in Oostenrijk won. Ze versloeg De Vries die alleen op de finish afreed, maar vlak voor de meet op dramatische wijze viel.
donderdag 9 februari 2017
Lisa van der Geest (midden) met teamgenoten Iris van der Stelt (voor) en Merel Bosma op de Weißensee. © Vincent Riemersma

‘Het was een wedstrijd waar iedereen steeds onderuit ging’, vertelt Van der Geest over de uitputtingsslag van tweehonderd kilometer. ‘Al viel Elma natuurlijk op een heel onfortuinlijk moment. De eerste honderd kilometer ging het nog wel. Maar toen ging het dooien. Het werd slushpuppy-ijs, zoals wij dat noemen. Dan ben je niet aan het glijden maar aan het lopen. En nog erger: je ziet de scheuren in het ijs niet meer.

‘Ik ben in de laatste ronde zeven keer gevallen. De televisiekijkers hadden eigenlijk de laatste 25 kilometer moeten zien. De een na de ander ging neer. Het was ongelofelijk. ‘We hebben er acht uur over gedaan, terwijl het ook in zesenhalf kan. Er deden iets van zestig vrouwen mee. In de uitslag staan er uiteindelijk tien. Dat zegt veel.'

‘Ik was in de laatste ronde samen met Elma ontsnapt. Maar dan viel ik weer, reed het gat dicht en ging andermaal onderuit. Ik had overal superveel pijn. Als je voor de zoveelste keer met je snufferd op het ijs ligt, denk je: ik kap ermee. Ik sta niet meer op. Kom me maar halen. Maar dan krijg je toch weer dat gevoel: Ik. Wil. Winnen. En krabbel je weer op.'

‘Door de uitputting kun je niet goed meer denken. Er gaat niet genoeg suiker naar je hersenen. Dan ga je rare dingen doen. Een teamgenoot mistte een bidon die werd aangegeven. Ze was laaiend, zwalkte over het ijs van woede. Terwijl je normaal zou denken: “Oké. Ik pak ‘m de volgende ronde wel.”'

Huilen

‘Door de vermoeidheid word je heel emotioneel. Als mensen langs de kant staan te klappen, moet je haast huilen omdat ze je steunen. Ik juichte niet toen ik over de streep kwam. Ik was helemaal nat van het vallen, bibberde van de kou en besefte nauwelijks wat er gebeurde. Snel de prijsuitreiking en dan vlug naar de sauna en douchen. Pas als je bent opgewarmd en contact hebt met het thuisfront, komen je gevoelens helemaal los.'

‘Op 18 januari won ik de eerste marathon op natuurijs van deze winter, in Noordlaren. Dat was natuurlijk een heel mooie overwinning. Ik ben alleen net aan mijn master arbeidsrecht begonnen en moest twee dagen na die wedstrijd nog een hertentamen toen om de bachelor af te ronden. Dus de marathon in Noordlaren kwam niet echt goed uit. En door de winst was er enorm veel persaandacht. Echt een gekkenhuis. Van studeren kwam niet veel.'

‘Mijn professor feliciteerde me en vroeg of ik uitstel wilde. Maar de Weißensee kwam er al weer bijna aan, dus ik dacht: “Ik maak het tentamen.” Het is nét gelukt, ik had een 5,7. Een studententien!'

'Studeren combineren met topsport is best lastig. Ik doe marathons, maar wil me ook kwalificeren voor de vijf kilometer op de Olympische Spelen in Zuid-Korea in februari 2018. Dat is mogelijk. Ik zit bij de top op die afstand. Maar er mogen er maar twee naar Pyeongchang. Dan moet alles kloppen.'

‘Ik woon doordeweeks in Heerenveen om te trainen in Thialf. Ik kan dan ook geen colleges volgen. Gelukkig wordt in de bachelor veel opgenomen, dan kun je web lectures terugkijken. De Universiteit Leiden doet dat goed. In de master is dat lastiger, want die colleges zijn in zaaltjes zonder camera. Mijn professor neemt met zijn dictafoon op en stuurt mij de opnamen. Dat is superfijn. En ik heb een lieve studieadviseur die mij heel erg goed helpt.'

Studie

‘Het is goed dat ik me ook op mijn studie richt. Als ik alleen focus op het schaatswereldje, gaat het niet goed. Ik moet de lol ervan blijven inzien. Het moet niet té serieus worden. Ik ben geen lid van een studentenvereniging. Nachten doorhalen is er niet bij, maar ik hou wel van een wijntje op zijn tijd.'

‘Ik vind het jammer dat Leiden waarschijnlijk geen mooie nieuwe ijsbaan krijgt. Er is nu een kleine baan van tweehonderd meter waar ik zelf heb leren schaatsen, maar die is echt aan vervanging toe. Absolute toppers als Margot Boer, Kjeld Nuis en Kai Verbij hebben er ook veel tijd doorgebracht. Straks moet iedereen naar Den Haag. Dat maakt het voor talent in deze regio veel moeilijker.'

‘Als ik de keuze krijg: goud op de Olympische Spelen, of winnen op de Bonkevaart, ga ik voor de Elfstedentocht. Natuurijs is fantastisch. Rijden tussen de rietkragen en klunen, er bestaat niets mooiers. Een oer-Hollands gevoel. Ik heb de tocht niet bewust meegemaakt: ik was drie toen die in 1997 voor het laatst werd gereden. Als het er ooit van komt, zet ik alles op alles. Ik moet en zal winnen. Al val ik vijftig keer.’ 

Vincent Bongers