Een paar dagen geleden zat ik met een Russische vriend in een restaurant bij te praten. Hij woont inmiddels in Nederland. Ik vertelde hem over het tentamen kunstgeschiedenis dat ik moest afleggen toen ik een semester in Sint-Petersburg studeerde.
Het tentamen bestond uit het geven van een presentatie over een kunstschilder en het in ontvangst nemen van de meedogenloze kritiek van de docent, beide voor een groep studenten. Vervolgens liet de docent een aantal foto’s zien van Russische schilderijen, waarvan de schilder en de titel genoemd moesten worden. Dit gebeurde eveneens terwijl twaalf paar ogen toekeken. Wanneer het slachtoffer meerdere wereldberoemde schilderijen niet met de juiste kunstenaar wist te verbinden werd het akelig stil in het lokaal. Alle andere aanwezigen wisten immers precies om wie het ging.
Het publiek keek met ingehouden adem toe hoe de docent langzaam met zijn vingers door de stapel foto’s ging, op zoek naar een volgende kans. Als hij het echt had opgegeven pakte hij een werk van Malevitsj, een van de grondleggers van de abstracte kunst wiens strepen en vierkanten een blinde nog herkent. Afgang compleet.
Mijn vriend haalde zijn schouders op. Hij wees me erop dat vrijwel alle tentamens in Rusland mondeling worden afgenomen. Verbaasd antwoordde ik dat het me helemaal niet ging om het mondelinge aspect, maar om de aanwezigheid van het publiek.
Ook het tentamen spreekvaardigheid werd in het klaslokaal afgenomen. Wanneer je even niet op een woord kon komen liet de docente je te midden van je geconcentreerd naar de tafel starende kameraden rustig nadenken, terwijl je je cijfer in haar vragende ogen zag dalen. Wanneer je te langdradig werd, kapte ze je direct af.
‘Maar dat hoort erbij!’ riep mijn vriend uit. ‘Je moet wel een beetje vernederd worden, daar drijft het hele systeem op.‘ Hij vertelde over de dynamiek van een gemiddeld mondeling tentamen in Rusland. De docent stelt je een vraag, en als je het antwoord niet weet gaat hij alvast door naar iemand anders, zogenaamd om je wat tijd te geven om na te denken. Hij weet dondersgoed dat je het antwoord vervolgens door je buurman ingefluisterd krijgt, maar dat is ook precies wat hij wil.
Jonge mensen opleiden gaat evengoed om het doorgeven van kennis als om het kweken van kameraadschap. Een erfenis van het communisme. Omdat ook in Rusland niets zonder tegenprestatie gebeurt, heb je daarna wel een beledigende opmerking van hem tegoed.
Hoe anders is dat in Nederland. Spieken is hier not done. Als je een tentamen moet maken in een uitpuilende collegezaal in het Lipsius komt dat niet door een dubbele agenda van de examinator, maar door oprechte organisatorische onkunde.
Mijn enige ervaring met een docent die ruimte inbouwde voor een frauduleus momentje betrof nota bene een uit Rusland afkomstige vrouw. Zij maakte er een gewoonte van om halverwege het tentamen het lokaal even uit te lopen. Ironisch genoeg werd daar uit verwarring en achterdocht, en wellicht zelfs uit fatsoen, amper gebruik van gemaakt.
Het publiekelijk aan de schandpaal nagelen van studenten zit gelukkig niet in onze cultuur ingebakken, maar een beetje meer Hollandse directheid in het onderwijs zou geen kwaad kunnen. De enige studieonderdelen die in het openbaar worden beoordeeld zijn presentaties, en daar geven docenten liever geen al te harde kritiek op voor een volle klas.
Want dat is zielig.
Het gevolg is nog slechtere presentaties en een hele generatie die opgroeit zonder ervaring met kritiek of harde woorden. Terwijl het zo nuttig kan zijn om eens ongecensureerd te horen dat je er niks van gebakken hebt. Daar worden we uiteindelijk allemaal beter van.
Marit de Roij is student geschiedenis en Russische Studies