Studentenleven
Even wachten tot ik achttien ben
Ruim zesduizend nieuwe studenten kwamen dit collegejaar naar Leiden. Mare volgt hun inburgering, van de eerste kamer, tot college, tentamen en gala.
Marleen van Wesel
donderdag 1 december 2016
© Taco van der Eb

Wie: Joris Hagenbeek (17)

Uit: Sneek, Friesland

Studie: Life Science & Technology (LST)

‘In Sneek heb ik een normaal drumstel staan’, vertelt Joris Hagenbeek vanachter zijn elektronische drumstel, op zijn kamer aan het Flanorpad. ‘Ergens in dit pand woont nog een drummer. Die hoor je overal, terwijl je dit geluid buiten mijn kamer nauwelijks hoort. Drummen is een grote hobby.’

Sinds hij dit collegejaar in Leiden begon met studeren, heeft hij er nog een hobby bij: surfen. ‘Een paar meiden van mijn groepje namen tijdens de El Cid-week een proefles bij surfvereniging Plankenkoorts. Ik wilde wel mee. Het was lekker weer en de sfeer was relaxed. Later die week heb ik er nog gegeten. We waren niet eens ingedeeld, maar ze zeiden: "We hebben een pan vol eten en genoeg borden."

‘Dat was wel een verrassing: ik had vooraf alleen maar gehoord over Minerva, ontgroeningen, en dat je er echt bij moest passen. Bij Plankenkoorts hoort iedereen er gewoon bij.’

Leiden kende hij verder alleen van de open dag van de universiteit en een paar hospiteeravonden. ‘Nu leer ik de stad een beetje kennen, maar uitgaan is er nog niet echt bij, omdat ik zeventien ben. Soms laten ze je wel binnen, maar ik zoek het liever niet op. Ik wacht gewoon. In januari word ik achttien, dus ik ben er bijna. En tot die tijd: op huisfeesten geldt natuurlijk niet wat in de kroeg geldt. Ik hoorde dat in Studio De Veste veel bandjes spelen. Daar wil ik straks wel heen. En in Gebr. De Nobel komt veel leuks.’

Zijn studie bevalt wel. ‘Op de middelbare school vond ik microbiologie interessant. Daar heb ik een studie bij gezocht. Hier vind ik zelfs vakken leuk waar ik op de middelbare school niet goed in was, zoals calculus en natuurkunde. We hebben vrij veel contacturen, dus ik ben veel tijd kwijt aan studeren. En ook wel aan op kamers leren wonen. Als je vergeet brood te kopen, heb je dus gewoon geen lunch. Nou ja, dat heb je snel genoeg door.’

Met elf huisgenoten deelt hij een ruime fusie met bankstellen, drie koelkasten en een groot televisiescherm. ‘Op andere hospiteeravonden kreeg ik van die standaardvragen. Hier kwamen niet zo veel mensen op af, dus ik kon alle bewoners een op een spreken. En dan lekker over iets randoms beginnen.’

In Sneek komt hij niet zo vaak meer. ‘Het is drie uur met de trein, als je geluk hebt dan. Als ik ga, ga ik meteen een heel weekend. Maar hier is het ook heel relaxed. Morgen is het Sinterkerstdiner, maar iedereen doet voornamelijk z’n eigen ding.’

Op een surfplank heeft hij al even niet meer gestaan. ‘In principe kun je altijd surfen, maar de normale lessen stoppen in de winter. Ik heb ook nog geen spullen, zoals een goed wetsuit. Op borrels en bij de schaft, het verenigingseten, ben ik wel te vinden. En volgende week vieren we Sinterklaas. Daarvoor wordt een of andere Sint geregeld.’

In de vorige edities van De Eerste Keren spraken we Jurian en Charlotte.