Studentenleven
Clubje: Pas stoppen als je alles snapt
donderdag 1 december 2016
V.l.n.r.: Jitske van Ede, Tom Smeding, Bob Zwetsloot, Mirjam Koster, Diaz Knöbel, Remi Claessen, Tim de Jong en Marieke Warmerdam. © Hilde de Wolf

Bob Zwetsloot (19, wiskunde): ‘Mijn cijfergemiddelde van mijn eerste studiejaar was een 9,4. Daarmee won ik deze week de Jong Talent Aanmoedigingsprijs in de categorie wiskunde en technische wiskunde, voor Leiden.’

Diaz Knöbel (21, MST): ‘En ik in de categorie scheikunde. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het schijnt een aanmoedigingsprijs te zijn voor bètastudenten die klaarblijkelijk het hoogste cijfergemiddelde van het eerste jaar gehaald hebben. Mijn cijfergemiddelde is een 8,92 - maar toch staat er "summa cum laude" op mijn propedeusecertificaat. Waarschijnlijk omdat ik hiernaast nog een bachelor aan de Erasmus Universiteit aan het afronden ben.’

Tim de Jong (19, MST): ‘Ik kreeg de prijs voor Delft, Diaz voor Leiden. Onze studie, molecular science & technology, wordt namelijk door de universiteiten van Leiden en Delft samen aangeboden.’

Marieke Warmerdam (19, LST): ‘Jitske en ik studeren allebei life science & technology, ook een samenwerking van Leiden en Delft. Ik won voor Leiden, maar het is niet zo dat ik Leidser ben hoor.’

Jitske van Ede (19, LST): ‘Het was een verrassing. We wisten niet dat we waren aangemeld.’

Remi Claessen (19, natuurkunde en sterrenkunde): ‘We kregen een oorkonde van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en een bedrag van vijfhonderd euro.’

De Jong: ‘Ik leer gemakkelijk, maar ik doe er ook veel voor. Ik stop niet voor ik zeker weet dat ik alles goed begrijp. In de avonden heb ik wel tijd voor leuke dingen hoor, bijvoorbeeld met studenten die net als ik het honoursprogramma volgen.’

Claessen: ‘Ik volg geen extra vakken. Of nou ja, twee bachelors dus.’

Tom Smeding 18, wiskunde en informatica): ‘Ik volg ook twee bachelors, maar ik kreeg de prijs voor mijn cijfers bij informatica, die wat hoger zijn dan bij wiskunde. Al heb ik voor wiskunde ook prima cijfers. In 2015 mocht ik Nederland vertegenwoordigen op de Internationale Informaticaolympiade in Kazachstan.’

Zwetsloot: ‘Ik was ook al in training: ik deed mee aan de Wiskundeolympiade.’

Mirjam Koster (19, biofarmaceutische wetenschappen): ‘Ik leer pittig hard voor tentamens, maar de rest van de tijd heb ik wel tijd voor vriendinnen en om te sporten.’

Claessen: ‘Ik ben redelijk actief bij de studievereniging. In het voorjaar ga ik op kamers. Mijn doel is ook niet om de hoogste cijfers te halen, maar om gewoon het beste uit mijn studie te halen.’

Warmerdam: ‘Ik woon nog niet op kamers, maar uiteindelijk wil ik dat wel. Voor feestjes en borrelen met de studievereniging maak ik wel tijd hoor.’

Van Ede: ‘Ik heb een kamer en ik zit bij Asopos.’

Smeding: ‘Ik zit bij hardloopvereniging Currimus. Aan gezelligheidsactiviteiten doe ik niet zoveel, maar daar heb ik ook niet zo’n behoefte aan.’

Knöbel: ‘Ik woon nog thuis, dat wel, maar ik heb heus tijd voor een studentenleven, als ik dat zou willen. Het ligt eraan wat je eronder verstaat. Ik ben geen corpstype, maar ik ben wel in voor feesten, sporten of activiteiten met vrienden van mijn andere studie. Ik dénk dat ik niet excessief veel tijd aan studeren besteed, maar ik heb het niet in een test vergeleken met andere studenten. Van herkansingen probeer ik me in elk geval afzijdig te houden.’

Zwetsloot: ‘Mijn laagste cijfer was een 7,75 - maar dat was voor een groepsproject. Daarbij kun je nu eenmaal niet alles beïnvloeden.’

Door Marleen van Wesel