Achtergrond
Prachtig, zo'n fluitconcert
Hans Janmaat werd beschimpt, beledigd, getreiterd en genegeerd. Het leek hem niet te deren, schrijft historicus Jan de Vetten in zijn proefschrift over de extreemrechtse politicus. ‘Ik heb geen collega’s, maar 149 tegenstanders.’
donderdag 10 november 2016
Verkiezingen 1998: Hans Janmaat heeft net gehoord dat de Centrumdemocraten niet terugkeren in de Tweede Kamer. Foto Marcel van den Bergh/HH

Door Vincent Bongers ‘Wij kunnen u niet beschermen, u kunt maar beter gaan’, zegt de politie tegen iets van zestig leden van de Centrumpartij (CP) en Centrumdemocraten (CD) die op zaterdag 29 maart 1986 in hotel Cosmopolite in het dorpje Kedichem zijn samengekomen.

De vertegenwoordigers van de twee extreemrechtse partijen praten daar over een mogelijke samenwerking. Hans Janmaat, die uit de CP is gegooid en nu leider is van de CD, is de bekendste aanwezige. De vergaderplek is tot op het laatst geheim gehouden om te voorkomen dat de bijeenkomst wordt verstoord.

Tevergeefs. Honderden antifascisten bestormen het hotel. Ramen sneuvelen, er vliegen stenen en rookbommen naar binnen. Al snel staat het pand in brand. Wanneer Janmaat, zijn latere echtgenote Wil Schuurman en een tiental anderen naar boven vluchten, zitten ze als ratten in de val: de rook komt al door de vloer omhoog.

Hun enige uitweg is het balkon van het hotel dat enkele meters lager ligt. ‘We moeten lakens aan elkaar knopen’, schrijft Janmaat in zijn niet-gepubliceerde autobiografie De vrouw van de secretaris over de ontsnapping uit de vuurzee. ‘Dan laat ik me zakken en vang ik de rest op.’

Janmaat slaagt erin om naar beneden te klimmen. Nog twee personen brengen zichzelf op deze manier in veiligheid. Dan volgt Schuurman, maar ze laat zich twee meter boven het balkon vallen en landt op een scherf van een gesprongen ruit. ‘Het been bloedt zeer ernstig, lijkt bijna geheel doorgesneden aan een kant’, aldus Janmaat. Door het ongeluk zal Schuurman haar been verliezen.

Historicus Jan de Vetten beschrijft dit dramatische voorval in zijn proefschrift In de ban van goed en fout. Daarin analyseert hij hoe de CP en later de CD in de jaren tachtig en negentig werden bestreden. Anders dan nu het geval is, werden radicaal rechtse partijen, die in de jaren 80 en 90 nog als extreemrechts en fascistisch werden omschreven, keihard aangepakt: in de rechtszaal, de media, op straat en in de Tweede Kamer. Ze zijn ‘fout’, zo luidt de consensus.

Geert Wilders staat weliswaar ook voor de rechter en wordt beveiligd, maar toch is de PVV breder geaccepteerd dan de CP en de CD dat ooit waren. Zeker in het parlement. Maar ook al wordt Janmaat vanaf het begin van zijn politieke carrière beledigd en beschimpt, het lijkt hem niet te deren.

Op donderdag 16 september 1982 is hij beëdigd als Tweede Kamerlid voor de Centrumpartij (CP). Hij vormt een eenmansfractie. Buiten staan er zo’n duizend demonstranten. Ze scanderen leuzen als ‘Janmaat rassenhaat’ en ‘CP, weg ermee’ en gooien met eieren. Eenmaal binnen kan Janmaat het niet laten om te provoceren. Hij gaat voor het raam staan van het Kamerrestaurant en heft het glas op de schreeuwende menigte.

Na de ceremonie verlaat Janmaat de uitgang van de Ridderzaal. ‘Op het moment dat ik zichtbaar word, breekt er een geweldig fluitconcert los. Dat is mooi, denk ik. Het lijkt wel een voetbalstadion, waar de tegenstander wordt uitgefloten, die daardoor in zijn motivatie wordt gesterkt om ze eens een lesje te leren.’

Ook de houding van de andere parlementariërs draagt daartoe bij. Felicitaties krijgt hij nauwelijks, uitgestoken handen worden genegeerd. ‘Ik heb geen collega’s maar 149 tegenstanders die ons land willen afbreken.’

Een dag na de verkiezingen van een week eerder hebben alle partijen een verklaring getekend waarin zij zich verzetten tegen toetreding van de CP. De partij wordt overigens niet met naam genoemd, maar in de tekst staat een oproep ‘tot waakzaamheid tegen stromingen die klaarblijkelijk discriminatie en racisme in onze samenleving aanvaardbaar achten.’

De PvdA wil de CP negeren en isoleren. De VVD besluit in eerste instantie Janmaat zakelijk te benaderen ‘als hij tenminste geen onzin praatte’. Het CDA ziet niets in een boycot, dat maakt van Janmaat alleen maar een martelaar. Al snel komt er een informele afspraak tussen de partijen om de CP zoveel mogelijk te negeren: een officieus cordon sanitaire.

Als Janmaat het woord neemt in de Tweede Kamer verlaten de andere parlementariërs de zaal. Gedurende dertien jaar staat hij tot zijn grote frustratie vaak voor een lege zaal.

Als de CP in 1983 bij de gemeenteraadsverkiezingen fors wint in Almere gaat er weer een schok door de Kamer. De partij moet nu toch echt actief bestreden worden. Het is de VVD die het voortouw neemt. Partijvoorzitter Jan Kamminga vindt dat ‘het masker van de Centrumpartij’ moet worden afgetrokken. Een aantal keer wordt er ‘racismeoverleg’ gevoerd tussen de partijen. Janmaat wordt niet langer alleen maar genegeerd, maar tot echte debatten komt het nauwelijks.

Achter de schermen wordt de partij meedogenloos aangepakt. Zo lukt het bijvoorbeeld niet om een werkplek te vinden voor Schuurman, die inmiddels in een de rolstoel zit en bij de partij betrokken is als fractiemedewerker. Sterker nog: de CD krijgt zelfs een werkplek op zolder. Elke dag moet zij naar boven worden gedragen.

Maar Janmaat gebruikt zelfs ook grof geschut. Zo stuurt hij door de jaren heen hatelijke brieven naar ernstig zieke Kamerleden. PvdA’er Jan Schaeffer krijgt een brief als hij in het ziekenhuis ligt: ‘Dat u onwel bent geworden is eenvoudig te verklaren. Wie zou, met het door u gevoerde beleid, nog in uw schoenen willen staan.’ Ook VVD’er Broos van Erp, die aan leverkanker lijdt, krijgt haatpost. Janmaat verwijst naar standpunten die Van Erp eerder heeft ingenomen: ‘Op het eind van u leven wilt u geen afstand daarvan nemen en kiest u voor hielenlikkerij. Dat is jammer.’

Bij de verkiezingen in 1986 haalt de CP, en Janmaats nieuwe partij Centrumdemocraten (CD) geen zetel in de Kamer. Vier jaar later keert hij wel weer terug in de Kamer. De andere partijen twijfelen dan nog steeds over hoe ze de CD aan gaan pakken. Maar de lompheid van Janmaat geeft de doorslag. Als PvdA-minister Ien Dales in 1994 plots overlijdt, haalt hij hard uit: ‘Ik zal er geen traan om laten, ik hoop dat de hele PvdA haar spoedig volgt.’ Ook zou hij antisemitische uitspraken in opinieblad Elsevier hebben gedaan over CDA-minister Ernst Hirsch-Ballin, die een Joodse vader had.

De fractievoorzitters van alle partijen tekenen een verklaring dat ze niet meer op Janmaat reageren. Veel later blijkt overigens dat hij de gewraakte opmerkingen helemaal niet heeft gemaakt, aldus De Vetten. Bij de verkiezingen in datzelfde jaar haalt de CD overigens drie zetels.

Janmaat staat ook regelmatig voor de rechter voor gemaakte uitspraken. In de jaren negentig wordt hij twee keer veroordeeld. Mede omdat de wetgeving met betrekking tot discriminatie wordt aangescherpt en er vanuit de overheid gericht beleid komt om rechtsextremisme te bestrijden.

In 1996 bij een demonstratie in Zwolle zegt hij dat ‘als de CD aan de macht komt, schaffen we de multiculturele samenleving af’. En hij spreekt de leus ‘vol is vol’ uit. Janmaat wordt voor deze uitspraken vervolgd. Hij gaat niet naar de zitting van de rechtbank in Zwolle; de zaak is immers ‘flauwekul’. Opvallend is dat de officier van justitie spreekt van op versluierde wijze doen van discriminerende uitspraken. Dat deden de verdachten met opzet om vervolging te ontlopen, is de redenering. De rechter vindt dat Janmaat met de uitspraken aanzet tot discriminatie en legt een straf op van vier weken cel, waarvan twee voorwaardelijk - hoger dan de eis van de officier.

Er komt kritiek op het vonnis, onder andere van (toen nog) Elsevier-columnist Pim Fortuyn. Die schrijft dat politie en justitie hun best doen om Janmaat te ‘treiteren, en hem voor elk wissewasje voor de rechter te dagen’. Ook stelt hij dat Nederland inderdaad ‘barstensvol’ is.

Politicoloog Meindert Fennema vindt dat de ‘weg open is voor de gedachtenpolitie’ als rechters gaan beoordelen wat mensen bedoelen met hun uitspraken. Maar ook juristen zetten vraagtekens bij het vonnis. Zo is het maar twijfelachtig of het afschaffen van de multiculturele samenleving ook echt inhoudt dat etnische minderheden en vluchtelingen het land moeten worden uitgezet. In hoger beroep wordt de straf omgezet tot een voorwaardelijke celstraf en een boete van 7500 gulden.

De CD verdwijnt in 1998 uit de Kamer en implodeert. Janmaat blijft vechten tegen de vonnissen die tegen hem zijn uitgesproken in ‘politieke processen.’ Als hij in 2002 overlijdt loopt er nog steeds een procedure. Hij heeft namelijk een herzieningsverzoek ingediend bij de Hoge Raad waarin hij verwijst naar een uitspraak van Jan Peter Balkenende in een artikel in NRC Handelsblad waarin de CDA-leider zegt dat de ‘multiculturele samenleving niet iets is om naar te streven’. Maar Janmaats claim dat zijn ideeën inmiddels gemeengoed zijn geworden levert niets op.

Jan de Vetten,

Bert Bakker, 352 pgs. €22,95