Studentenleven
Liever Zika dan de griep
De Leidse roeiers Nicole Beukers en Boudewijn Röell komen deze zomer in actie op de Olympische Spelen. ‘Op zich is het niet anders. Je hebt een bootje, je hebt water.’
Petra Meijer
woensdag 15 juni 2016

Nicole Beukers (25, pabo): ‘In aanloop naar de Olympische Spelen zijn er drie wereldbekers. De eerste keer haalden we zilver en zaten we 0,1 seconde achter het goud. Dat was behoorlijk balen. De tweede keer pakten we het brons. Komend weekend is de laatste wereldbeker, in Polen.

‘Tussendoor hebben we nog een EK geroeid. Ik roei al tien jaar en had nog nooit zulk slecht weer meegemaakt. Blijkbaar konden we daar technisch gezien op dat moment nog niet goed mee omgaan. We proberen nu juist te roeien als het hard waait en vertrekken na de wereldbeker in Polen naar een meer in Italië waar het flink kan waaien.’

Boudewijn Röell (27, geneeskunde): ‘Wij zijn op dit moment op hoogtestage in Oostenrijk: sleep high, train low. We trainen in een meer in het dal en pakken elke avond de lift naar boven. We slapen op 2100 meter hoogte. Twee weken na een hoogtestage zijn we doorgaans op ons best. Na deze periode zullen we nog trainen in een hoogtekamer. Dan doe je dus eigenlijk het omgekeerde. We weten dat dit voor ons goed werkt.’

Beukers: ‘We zijn vorig jaar in oktober al naar Brazilië geweest. Daar hebben we vier dagen getraind. In januari en februari zijn we op hoogtestage geweest. Je slaapt en traint hoog en bent snel buiten adem. Omdat je lichaam veel rode bloedlichaampjes aanmaakt, kun je daarna in plaats van twee, drie keer op een dag trainen en zo meer basis kweken.’

Röell: ‘Wij zijn nog niet in Brazilië geweest. Dat was niet nodig. We hebben een presentatie gekregen dus hebben er wel een beeld bij. Op zich is het ook niet heel anders. Je hebt een bootje, je hebt water. Het is nu vooral belangrijk om geen gekke dingen te doen en goed te slapen.’

Beukers: ‘De baai van de surfers schijnt erg vervuild te zijn, maar wij zitten in een afgesloten meer. Daar was het water helemaal niet vies. We hebben wel onze bidons in een afsluitzakje gedaan en onze handen goed gewassen.’

Röell: ‘Over het Zika-virus maken we ons totaal geen zorgen. Dat stelt geen ruk voor. Het is zo opgeblazen. Je kunt als roeier beter Zika krijgen dan de griep.’

Beukers: ‘We roeien op 6, 8 en 10 augustus. Als we een medaille halen mogen we tot de sluitingsceremonie op 22 augustus blijven. Zo niet, dan moeten we op 16 augustus naar huis. We hebben dus sowieso een kleine week om nog naar andere wedstrijden te kijken.’

Röell: ‘Ik weet niet wanneer we in actie komen, maar de finale is op 13 augustus. Voor de finale valt slechts een van de zeven boten af. Dus het moet wel heel raar lopen willen we daar niet bij zijn.’

Beukers: ‘Na de Spelen is er een soort rustperiode waarin iedereen op vakantie gaat en we minder sporten.’

Röell: ‘Ik moet dan aan mijn coschappen beginnen. Daar ga ik het dan met de bondscoach over hebben. Ik denk er nu nog niet over na.’

Beukers: ‘Je leeft al jaren naar de Spelen toe en dan is het op een gegeven moment klaar. Ik ben nu ook afgestudeerd aan de pabo, dus hoop daarna voor de klas te kunnen staan. Ik wil natuurlijk veel blijven sporten, maar wel wat minder gaan roeien. Toch moet je rustig aftrainen en je lichaam aan de nieuwe situatie laten wennen. Ik ben blij dat ik mijn diploma heb, want ik heb altijd iets achter de hand en wil het lesgeven graag echt weer oppakken.’