Columns & opinie
Column: Existenti
Benjamin Sprecher
donderdag 2 juni 2016

Yale, mijn nieuwe thuishaven, is niet de beste universiteit in Amerika. Ze staan sinds een paar jaar niet eens meer in de top tien. Maar over één ding is iedereen het hier eens. Yale is de meest elitaire universiteit van het hele land.

Van de mensen die in eerste instantie al denken kans te maken om Yale binnen te komen wordt maar zes procent geaccepteerd, een van de laagste percentages in de wereld. Dus als Yalie heb je het verdiend jezelf beter te voelen dan de rest. Of, zoals ze hier zelf zeggen: ‘God, Country, Yale.’

Maar goed. Als je eenmaal binnen bent, heb je een probleem. Er zijn namelijk nog duizenden elitaire studentjes, en als die allemaal op dezelfde campus rondlopen ben je helemaal niet meer zo elitair, nee, dan ben je gewoon net als de rest.

En dat kan natuurlijk niet.

Daarom heeft Yale een lange geschiedenis van geheime genootschappen. De meest prestigieuze en oudste van deze secret societies is Skull & Bones, die wereldwijd berucht werd toen tijdens de presidentsverkiezingen van 2004 bleek dat zowel George W. Bush als zijn democratische tegenstander John Kerry lid waren.

Skull & Bones werd in 1832 opgericht door een groep van vijftien studenten, uit onvrede over de al bestaande studentenvereniging Phi Beta Kappa. Vervolgens werd in 1842 Scroll & Key opgericht, door een groep studenten die boos waren over het feit dat ze niet waren uitgekozen voor Skull & Bones. De derde meest prestigieuze secret society stamt uit 1884, toen een groep studenten het niet kon verteren door zowel Skull als Scroll te zijn gepasseerd, en daarom de Wolf’s Head Society oprichtte.

Dit patroon van existentiële elitecrisis zet zich tot vandaag de dag voort. Gevolg? Anno 2016 zijn er 41 geheime genootschappen. Met uitzondering van de ‘Yale Society for the exploration of Campus Secrets’, dat als doel heeft de geheimen van alle andere geheime genootschappen te ontrafelen om die vervolgens geheim te houden (‘all the information we collect is kept within the group because if it weren’t, then it would no longer be a secret and thus ceases to be interesting’), zijn geheime genootschappen – in Leidse termen – eigenlijk niet meer dan op zichzelf staande eenjarige jaarclubjes.

Elk jaar worden er door de afzwaaiende lichting vijftien nieuwe leden uitgenodigd, die zonder uitzondering in het derde jaar van hun bachelor zitten. Ze gaan een jaar lang elke donderdag en zondag uit eten, al dan niet in een eigen gebouw. Op gegeven moment vertelt iedereen in een zes uur durende sessie waarom ze de persoon zijn die ze nu zijn. En wat daar verteld wordt mag de kamer niet verlaten, zodat generatie na generatie van geheime genootschappen er zelf achter moet komen dat het levensverhaal van een twintigjarig rijkeluiskindje dodelijk saai is.

En soms hebben ze een feestje. Maar niet te groot, want het moet wel geheim blijven natuurlijk.

Er doen enorm veel sappige verhalen de rondte over deze geheime genootschappen, bijvoorbeeld dat ze heimelijk het leger, de federale overheid en zelfs de hele wereld in handen hebben.

Ik sprak iemand die voor Scroll & Key op een feestje had gewerkt. Ze vertelde over een tam studentenfeestje waar de nieuwe lichting in een luier moest rondlopen: ‘And the organisation was complete chaos. They even botched the playlist. If those guys are supposed to run the country, they would fuck everything up.

Ze keek even voor zich uit en zei toen bedachtzaam: ‘So maybe they do.’

Benjamin Sprecher is bijna gepromoveerd bij het Centrum voor Milieuwetenschappen, en net begonnen aan zijn

postdoc in Yale