Columns & opinie
071 - 527 ?.: Help de hulphonden
Marie-José Enders-Slegers is de eerste Nederlandse hoogleraar anthrozoölogie, aan de Open Universiteit. Dinsdag vertelt ze bij het Science Café hoe de gezondheidszorg dieren kan inzetten. ‘Iedereen mag zich dierentherapeut noemen, niet gehinderd door enige kennis.’
woensdag 6 april 2016

Blindengeleidehonden kennen we allemaal. Aan wat voor voorbeelden kunnen we nog meer denken?

‘Je kunt denken aan dieren in de psychiatrie, maar ook in verpleeginstellingen, of autismegeleidehonden. Een van mijn PhD-studenten heeft het effect onderzocht van therapiehonden bij volwassenen met autisme. Een ander heeft uitgezocht hoe de therapeut-cliënt-relatie geoptimaliseerd kan worden via interventies met dieren. Sommige mensen gaan die relatie namelijk niet gemakkelijk aan, bijvoorbeeld door een hechtingsstoornis, of doordat ze nare dingen hebben meegemaakt waardoor ze anderen niet meer vertrouwen.’

Vertrouwen ze dieren dan wel?

‘Ja. Mijn collega Andrea Beetz heeft een mooi onderzoek gedaan naar hechtingsstijlen bij kinderen. Zij nemen hun eigen hechtingsstijl niet over bij dieren. Dat zie je ook bij kinderen die opgroeien in gezinnen met huiselijk geweld. Zij vinden vaak troost bij een huisdier, waaraan ze heel erg gehecht raken.’

Met wat voor dieren is nog meer therapie mogelijk?

‘Bekend zijn natuurlijk dolfijnprogramma’s. Verder kun je denken aan paarden en er zijn nog veel meer boerderijdieren die op een of andere manier een bijdrage kunnen leveren. Want daar gaat het om: dieren zijn zélf geen therapeut, maar ze kunnen de therapie wel ondersteunen, mensen motiveren en in beweging brengen.’

Mensen hebben er dus baat bij. En de dieren zelf?

‘Daar sta ik zelf heel kritisch tegenover. Er zijn nog altijd geen protocollen en eisen vastgelegd, ook internationaal niet. Er gebeuren een hoop prachtige dingen, maar ook een hoop dingen die gelúkkig goed gaan, maar die anders het hele veld op z’n gat kunnen krijgen. Iedereen die dat leuk vindt, kan een hond achter zich aanslepen en zichzelf dierentherapeut noemen, niet gehinderd door enige kennis. Ik zou graag zien dat het kaf van het koren gescheiden wordt. Enerzijds door goede opleidingen voor professionele dierentherapeuten, anderzijds door het welzijn van de dieren vast te leggen.’

Hoever staat het daarmee?

‘Scholing is er nog nauwelijks, maar er is wel contact met specialisten van allerlei instanties, ook van universiteiten, om daar iets aan te doen. In een ideale situatie zou er bij dierentherapie één handler, met kennis van het dier, samenwerken met één zorgprofessional. Er komen ook steeds meer lijntjes met het buitenland.

Ik ben niet eens een roepende in de woestijn, verre van, maar het onderwerp echt serieus op de agenda krijgen, laat staan onderzoeksgeld bij elkaar krijgen, dat is een ander verhaal.’ MVW

dinsdag 12 april, 19.40,

gratis toegang