Achtergrond
Modderfokking lekker
Obstacle runs - waarbij deelnemers rennen, door modder waden en over hoge hindernissen moeten klimmen - zijn mateloos populair. Mare volgde de Leidse studente Brigitte Sukèl, die binnenkort mag meedoen aan het EK en WK. 'Je leert je breekpunten kennen.' ‘‘Ik haat hardlopen’, zegt Brigitte Sukèl (22), een kwartier voor de start van de Strong Viking Obstacle Run in het Gelderse Wijchen. De studente Nederlands staat op het punt om een parcours van negentien kilometer af te leggen, vol hindernissen en heel veel modder. ‘Bij de obstakels kan je gelukkig weer op adem komen.’
Petra Meijer
donderdag 24 maart 2016
© Foto's Duncan de Fey

Naast haar hijst een jongen zich in een smerige wetsuit. ‘Ik neem niet eens de moeite om hem te wassen, hij wordt toch wel weer vies.’

Obstacle runs zijn in korte tijd razend populair geworden. Ook dit weekend start elke twintig minuten een groep van vierhonderd mensen. In totaal gaan 8.500 mensen van start. Mooie meisjes in sexy vikingjurkjes verzorgen de warming-up, er zijn dj’s die de meute opzwepen en voor elk startschot schreeuwen de deelnemers heel hard: ‘Oorah!’

Sukèl staat in het officiële wedstrijdvak, met daarin alle fanatieke deelnemers die strijden om een plek op het WK. ‘Wedstrijdlopers krijgen een bandje om. Bij elke hindernis mag je drie pogingen doen. Lukt het niet, dan wordt je bandje doorgeknipt. Ik ben al gekwalificeerd voor het EK en het WK, dus ik probeer gewoon een goede tijd neer te zetten. Het is nog wel even afwachten of ik ook echt naar het WK ga: het is in Canada, dus prijzig.’

Omdat obstacle running nog zo’n jonge sport is, zijn sponsoren lastig te vinden. ‘Er is elk weekend wel een wedstrijd waar ik aan mee kan doen, maar dat is gewoon te duur.’ Ze betaalt zo’n zeventig euro om een paar uur af te zien.

In die tijd wordt ze wel aangemoedigd door haar vader en oma Elly (69), haar grootste fan. Sukèl: ‘Andersom ook hoor. Mijn oma loopt marathons over de hele wereld. In september doen we samen de halve marathon in Disneyland Parijs. Ze loopt harder dan ik, heel gênant. Maar zij doet dan weer geen obstakels.’

Het startschot klinkt en de eerste lopers komen aanstormen. Ze moeten in een touw naar boven klimmen voor ze verder mogen. Ook Sukèl klautert als een aapje omhoog, waarbij ze het touw tussen haar voeten klemt. Anderen gebruiken alleen hun armen, terwijl hun benen in de lucht bungelen. ‘Dat kost veel te veel kracht’, zegt oma Elly afkeurend.

Terwijl Brigitte naar het bos rent waar de eerste modderpoelen wachten, wijst haar oma op een later obstakel van prikkeldraad, waar haar kleindochter straks onderdoor moet tijgeren. ‘Prikkeldraad valt nog mee. Soms staan de draden onder stroom en worden ze ook nog nat gemaakt. Dan staan sommigen echt te huilen.’

Terwijl Sukèl met een gigantische hamer op een boomstam ramt, beginnen de snelste heren aan het onderdeel ‘Storm the Castle’. Dat is een hoge halfpipe waar ze met spekgladde modderschoenen tegenop moeten rennen. De meesten halen het door een grote sprong te maken, en zich vervolgens aan de rand op te trekken. Een enkeling klapt echter frontaal tegen de baan.

Ondertussen wordt de halfpipe steeds gladder. Als de eerste dames arriveren, blijkt het onmogelijk om nog boven te komen. Ook Sukèl kan de rand nét niet vastgrijpen en glijdt weer naar beneden. ‘Als je deze haalt gaan we naar Canada!’, roept haar vader nog in een poging haar te motiveren.

Maar als ze voor de derde keer misgrijpt, zijn de officials meedogenloos. Haar bandje wordt doorgeknipt.

‘Balen, maar ik ga er gewoon een gezellige race van maken’, zegt de studente, terwijl ze andere afvallers een knuffel geeft. Een tengere jongen met wie ze bevriend is, moet de race echter al verlaten. ‘Als ik verder ga, raak ik zeker onderkoeld.’

Een goede beslissing, want verderop plonzen de deelnemers kopje onder in het ijskoude water waar ze onder balken moeten duiken. Sukèl krijgt het moeilijk en begint te hyperventileren. Even later wordt het onderdeel om veiligheidsredenen gesloten. Terwijl bij de hulpposten het een na het andere slachtoffer in zilverkleurig folie wordt afgevoerd, warmt Sukèl haar handen er even aan de vuurkorven.

Dankzij het water is ze wel een stuk schoner dan de deelnemers aan de 7 kilometer, die van hun wenkbrauwen tot hun tenen onder de modder zitten. ‘Die geur gaat er nooit meer uit’, zegt ze. ‘Ik ben na een race wel eens geweigerd in een bus omdat ik naar modder stonk.’

De finish is bijna in zicht. Na een smerige moddersloot is er het laatste obstakel, waar ze het meest nerveus voor was. Eerst moet ze tegen een schuine muur op springen, onder een net door klauteren en aan ijzeren spijlen slingeren. Dan wordt het technisch. De deelnemers verplaatsen zich eerst hangend aan ringen die ze over uitstekende stokken moeten schuiven, en daarna aan houten pinnen die ze één voor één in een plank met gaten moeten steken. Sukèl heeft als een van de weinigen geen enkele moeite om aan één arm te hangen.

‘Uiteindelijk was ik de enige vrouw die de laatste hindernis haalde’, zegt ze achteraf. ‘Toen baalde ik natuurlijk helemaal van die halfpipe. Maar geen van de vrouwen is met bandje gefinisht, dat zegt wel iets.’

Een dag na de wedstrijd laat ze haar blauwe plekken zien. ‘Er zitten vaak sadistische elementen in’, geeft ze toe. ‘Tijgeren over kiezelstenen. Of je moet door een houten kooi waarin elektriciteitsdraden naar beneden hangen, die niet te vermijden zijn. Je wilt niet weten hoe vaak me gevraagd is waarom ik zoveel geld betaal om me vrijwillig onder stroom te laten zetten.’

Nou? ‘Je leert je angsten en breekpunten kennen. Ik heb bijvoorbeeld hoogtevrees. Een obstacle run is een overwinning op jezelf.’

Anderen noemen het wel eens gekscherend ‘het WK modderrollen’, maar het is wel degelijk een topsport. Sukèl traint zeven dagen per week. ‘Ik doe zware krachttraining en volg survivaltraining in Doorn. Daarnaast volg ik een strak voedingsschema’, zegt ze, terwijl ze in haar thee roert. Het koekje laat ze dan ook liggen. ‘In de sportschool doe ik deadlifts van boven de honderd kilo. Dat lijkt veel voor zo’n klein meisje, maar bij mij in de sportschool stelt dat niets voor hoor.’

Ze was niet altijd zo enthousiast. ‘Sporten ging met pieken of dalen. Toen ik ging studeren, kwam ik acht kilo aan door bier en feestjes. Tijdens zo’n sportdipje deed ik met een groepje vrienden mee aan de urbanathlon. Het regende, na een kilometer was ik iedereen al kwijt en na anderhalf uur kwam ik jankend over de finish. “Dit doe ik nooit meer”, schreeuwde ik, en daar was ik ook echt van overtuigd.’

Maar een week later kon ze een gratis startnummer overnemen voor de Harbour Run en tijdens Mud Masters sloeg de vonk echt over. ‘Ik ging sporten en anders eten. Het is een kleine wereld, zeker onder de meiden, dus ik leerde snel een groepje fanatieke vrouwen kennen. Zij waren gekwalificeerd voor het WK en stelden voor dat ik ook een poging zou wagen. Toen bleek mijn tijd bij Mud Masters eigenlijk al goed genoeg, als ik in het wedstrijdvak was gestart.’

Ze ging voor het WK naar Ohio en oma Elly ging mee. ‘Ik deed een uur over de laatste driehonderd meter. We moesten met 50 kilometer per uur van een glijbaan af, die in het water eindigde. Daarna zat ik tegen onderkoeling aan. Met de finish in zicht moest ik nog een paar technische hindernissen overwinnen, maar ik zat er helemaal doorheen. Bij het laatste obstakel kon ik écht niet meer. Er is een filmpje van mij gemaakt waarop ik huilend in die bak sta. Omstanders boden me een jas aan. Ik wist dat als ik hem aan zou nemen, ik geen energie zou hebben om hem nog uit te trekken. Uiteindelijk kwam ik bij de derde poging toch met een grote sprong naar de overkant, en eindigde ik in de top tien.’

Nu zoekt ze uitdaging in langere afstanden. In Engeland liep ze vorig jaar 32 kilometer met tweehonderd obstakels. ‘Na de race kon ik mijn tent niet uitkomen, ze moesten me het festivalterrein afdragen. Ik kon een maand lang niet normaal lopen.’.

.

Ook je eigen grenzen verleggen en lekker in de modder spartelen? De Strong Viking Obstacle Runs komen in verschillende varianten. De modder-edities zijn voorbij, maar op 21 mei is er bij recreatiegebied Spaarnwoude een heuvel-editie van 7, 13 of 19 kilometer.

Voor echte diehards is er op datzelfde moment de Iron Viking: een heuse marathon met meer dan honderd obstakels en meer dan 1500 hoogtemeters. Op 11 en 12 juni vindt de water-editie plaats in Wijchen. Daar zal ook een moddergebied worden ingericht.

Naast de Strong Viking Obstacle Runs zijn er nog veel meer evenementen, waarvan Mud Masters in de Haarlemmermeer een van de bekendste is.

In Scheveningen kunnen deelnemers op 25 juni kiezen uit een afstand van 5 of 10 kilometer. Op 28 en 29 mei mogen de lopers individueel of in een team 24 uur achter elkaar afzien.

Op 30 april en 1 mei zullen duizenden mensen meedoen aan de Fisherman’s Friend Strongman Run. De Harbour Run op 9 oktober voert dwars door de Rotterdamse haven, de Stormloop Obstacle Run vindt plaats op het Circuit Park Zandvoort en in het Belgische Bouillon wordt er zelfs een hindernisbaan in Middeleeuws thema georganiseerd.

Geen zin om zeven keer per week te trainen en gek op koekjes bij de thee? Sukèl: ‘Iedereen kan meedoen. Op de T-shirts staat niet voor niets “We leave no man behind”. Als je niet zo sterk bent, slingeren anderen je wel over de hindernissen heen.’