Nieuws
Twijfels over IS-onderhandelaar
Oud-Augustinus-voorzitter en bestuurskundige Jeffrey Jonkers is er door zijn voormalig werkgever van beticht te liegen over de onderhandelingen die hij zou hebben gevoerd met IS in Syrië. Jonkers ontkent de aantijgingen en claimt dat de ngo The Peaceful Change initiative (PCi) ‘een smaadcampagne’ tegen hem is begonnen.
donderdag 11 februari 2016

Jonkers gaf in november aan de Universiteit Leiden een lezing over zijn werk als onderhandelaar met IS. Mare en het Algemeen Dagblad publiceerden stukken over de activiteiten van Jonkers in Syrië. Al snel daarna verscheen hij ook in actualiteitenprogramma’s op televisie om commentaar te geven op ontwikkelingen in het land.

PCi meldt op 6 februari op zijn site dat de organisatie nooit medewerkers naar Syrië heeft afgevaardigd en dat er ook nooit is onderhandeld met IS. Het bericht is een directe aanval op Jonkers. Hij is nooit voor de ngo in Syrië geweest maar werkte wel van augustus 2015 tot 6 januari als freelancer voor PCi.

In een artikel van BNR zegt een woordvoerder van PCi geschrokken te zijn van Jonkers’ mediaoptredens. Volgens BNR hebben de VN, het Rode Kruis en de Stichting Vluchteling nog nooit van hem gehoord.

Jonkers zei in november in Mare dat hij samenwerkte met ‘Syrische activisten die naar Turkije zijn gevlucht’ die daar ‘een netwerk hebben opgezet om op lokaal niveau te onderhandelen.’ Hij legde uit dat hij werkte voor PCi maar zei niet expliciet dat hij deze onderhandelingen in hun opdracht uitvoerde.

Bij ter perse gaan van deze Mare was Jonkers niet bereikbaar voor commentaar. Op zijn Facebookpagina heeft hij al wel een reactie gepost. ‘Mijn voormalig werkgever PCi is een smaadcampagne tegen mij begonnen in Nederland’, schrijft hij. Hij heeft al per 1 januari ontslag genomen bij PCi ‘omdat een van de directeuren me verbaal misbruikt heeft en hardhandig is geweest tegen me. Daar word ik nu voor gestraft: PCi had helemaal geen probleem met de extra dingen die ik ondernam, zoals Syrië ingaan en daar ter plekke zelf onderhandelen. Ze hebben in november (toen het eerste media-artikel verscheen) of daarna, niets gezegd over de mediaberichtgeving. Nu brengen ze het op een manier naar buiten die mij in een kwaad daglicht stelt, terwijl ze weten dat ik me nauwelijks kan verdedigen, omdat mijzelf verdedigen betekent dat ik namen van mensen die al in levensgevaar zijn, zou moeten geven: iets dat ik nooit zal doen.’

VB